Startpagina Melkvee

Kalven koeien meer bij volle maan?

“Ik wist dat ze ging kalven, ’t is volle maan!” In de volksmond wordt weleens gezegd dat koeien vaker kalven bij volle maan. De vraag is echter of dit een mythe is, dan wel of het een betrouwbare manier is om een kalving te voorspellen.

Leestijd : 5 min

Op de faculteit Diergeneeskunde te Merelbeke worden er keizersneden uitgevoerd op Belgisch Wit-Blauwe runderen (of kruisingen hiervan) en leert men de studenten aan om te herkennen wanneer een koe al dan niet aan het kalven is.

Invloed van de maanstand?

De gegevens van elke keizersnede worden bijgehouden, waardoor het mogelijk is na te gaan wanneer elke koe gekalfd heeft. In de periode van december 2011 tot januari 2017 werd er onder andere gekeken naar wat de maanstand (nieuwe maan, eerste kwartier, volle maan, laatste kwartier) was op het moment van kalven. In het totaal werd er van 1063 koeien opgezocht wanneer ze net gekalfd hadden.

Uit de resultaten kwam dat van deze 1063 dieren er 254 (23.89%) kalfden bij nieuwe maan, 285 (26.81%) bij het eerste kwartier van de maan, 246 (23.15%) bij volle maan en 278 (26.15%) bij het laatste kwartier van de maan. Het verschil in de percentages is niet significant hetgeen wil zeggen dat de maanstand géén invloed heeft op het tijdstip van de kalving. Dus, neen, koeien kalven niet frequenter bij volle maan.

Dezelfde bevindingen ziet men ook bij de mensen. Ook hier bestaat er op de dienst materniteit een bijgeloof dat het drukker is bij volle maan. Er zijn verschillende theorieën om dit te verklaren, maar geen enkele hiervan is bewezen. Vermoedelijk letten mensen meer op het feit dat het volle maan is, dan eender welke andere maanstand.

Dag of nacht?

Bij melkvee en vleesvee - en dan voornamelijk het dubbelgespierde type - is het wenselijk dat de kalving overdag plaatsvindt, gezien er net dan meer toezicht gehouden kan worden op het al of niet kalven van koeien. Wanneer een rund dat aan het kalven is onopgemerkt blijft, kan dit mogelijks gevolgen hebben voor koe of kalf indien de kalving niet normaal verloopt. Bij het Belgisch Witblauwe rund is dit in 95% van de gevallen hoe dan ook een probleem gezien deze dieren niet zelf kunnen kalven. In grootschalige proeven bij vleesvee wordt er beschreven dat er geen verschil is tussen het aantal kalvingen overdag of ’s nachts. Dit maakt dat het moeilijk te voorspellen is wanneer een koe net gaat kalven.

Drachtduur

De gemiddelde drachtduur bij runderen is 280 dagen. Veel veehouders rekenen 9 maanden na de KI- of dekdatum, hetgeen overeen komt met 270 tot 275 dagen, waardoor de dracht 7 tot 10 dagen langer duurt dan verwacht. Ook is het algemeen bekend dat wanneer een grote (meerdere kalfs) koe drachtig is van een stierkalf, ze een aantal dagen tot zelfs 2 weken kunnen ‘over gaan’ omdat het kalf nog veel ruimte heeft om verder te groeien en daar dan ook “gebruik van maakt”.

Een langere drachtduur komt voor bij zowel melkvee (zeker ook wanneer het om gekruiste BWB kalveren gaat) als bij vleesvee, en maakt het soms erg lastig voor de veehouder gezien de koe niet kalft op de verwachte kalfdatum. Zeker bij het BWB rund is het belangrijk pas tot een keizersnede over te gaan wanneer de koe effectief aan het kalven is, ook al gaat ze enkele dagen over de uitgerekende kalfdatum. BWB kalveren zijn immers op zichzelf al extra gevoelig aan longproblemen, en net in de laatste dagen van de dracht is de longontwikkeling het grootst. Uiteraard is het nog moeilijker een exacte kalfdatum te bepalen bij koeien die door de stier gedekt zijn en waarvan de veehouder geen dekdatum ter beschikking heeft. Daarom zijn er enkele kenmerkende uiterlijke veranderingen die koeien gaan vertonen bij een naderende kalving.

De naderende kalving

Tekenen van een naderende kalving zijn alom bekend. Zowel bij melkvee als vleesvee gaan runderen veranderingen vertonen in gedrag maar ook qua uiterlijke tekenen.

Het opheffen van de staart, rusteloos zijn, afwisselend opstaan en neerliggen, stampen en naar achteren of naar de buik kijken zijn kenmerkend voor runderen die nabij het moment van kalven zijn. Ook gaan de dieren minder eten op de dag van de partus en dieren die op de weide of in groep lopen, gaan zich afzonderen van de andere dieren.

Uiterlijk kan men zien dat de uier en de spenen voller worden, de vulva gaat zwellen en dat de banden en spieren rond het bekken gaan verslappen. Deze brede bekkenbanden alsook de staart verslappen volledig net voor de kalving. Vooral bij vaarzen zijn deze veranderingen zeer plots en zeer duidelijk merkbaar.

Temperatuur, een handige tool

Een andere methode om mee te specifiëren wanneer een koe nabij kalven is, is het nemen van de temperatuur.

De meeste diersoorten (ook de mens) hebben tijdens de late dracht een verhoogde lichaamstemperatuur, dewelke vlak voor de partus abrupt zal dalen. De graad van de daling hangt af van de manier waarop men de temperatuur gaat meten. Er zijn temperatuursondes die in de vagina van het dier worden aangebracht, er bestaan bolussen die in de pens de temperatuur meten en de meest gekende manier is het rectaal opmeten van de temperatuur.

Het rectaal opmeten van de temperatuur is de meest gebruikte manier en geeft vaak ook een duidelijke temperatuurdaling weer. Eenmaal, maar ook tweemaal per dag de temperatuur gaan opmeten is zeker niet voldoende om het precieze tijdstip van de kalving te gaan bepalen, maar samen met de uiterlijke tekenen heeft men wel een beter zicht op het tijdstip van kalven.

Uit dezelfde data als eerder besproken werd ook gekeken naar de aard van de temperatuurdaling en wanneer ten opzichte van de kalving deze daling optrad. De temperatuur wordt op de faculteit Diergeneeskunde te Merelbeke steeds tweemaal daags (8u en 20u), rectaal gemeten.

Gemiddeld daalden de koeien 0.66°C, 22.6 uur voor de start van de keizersnede. Dit komt redelijk goed overeen met wat men in verschillende wetenschappelijke artikels reeds beschreef. Temperatuurdalingen van 0.3°C tot en met 1°C werden beschreven 8 tot 54 uur voor de eigenlijke kalving.

Als men ging kijken wat de kans was van een dier om binnen de 24 uur te kalven, dan zag men dat hoe groter de temperatuurdaling, hoe meer kans op kalven binnen de 24 uur. In Tabel 1 wordt weergegeven hoeveel procent van de dieren kalft binnen de 24 uur (op 385 dieren berekend).

Zoals eerder gezegd is het bij melkvee als vleesvee van belang om te kunnen voorspellen wanneer een dier gaat kalven. Er is echter geen enkele methode waarbij men écht kan gaan voorspellen wanneer het dier kalft. Een combinatie van de uiterlijke tekenen van de dieren en het nemen van de rectale temperatuur kan wel een beter beeld geven van wanneer de dieren zich klaarmaken om te kalven. De maanstand heeft evenwel geen enkele invloed op het tijdstip van kalven. Het is dus niet zo dat er bij volle maan meer kans is op het afkal ven van koeien.

Dierenarts Maya Meesters, faculteit Diergeneeskunde, Ugent

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken