Startpagina Preventie in land- en tuinbouw

Peter Jaeken: “De laatste jaren is er van product tot toepassing enorm geïnvesteerd op veiligheid”

In de gewasbescherming werd de laatste 10 jaar enorm geïnvesteerd op vlak van milieuveiligheid. Van actieve stof, tot formulering verpakking, beschermingskledij en spuitapparatuur… alle aspecten van het gewasbeschermingsproduct worden meegenomen in de ontwikkeling ervan. Gebruiksveiligheid blijft daarin niet achter. “De gewasbeschermingsindustrie werkt eraan, maar ook de landbouwer”, geeft gewasbeschermingsexpert Peter Jaeken van Phytofar mee.

Leestijd : 7 min

Wil je minder ongevallen? Dan moet je streven naar minder blootstelling. Eigenlijk is dit principe heel simpel, maar het vergt aandacht van zowel de industrie als de gebruiker, zo vertelt gewasbeschermingsexpert Peter Jaeken van Phytofar. We spraken hem over de evolutie in het veilig werken met gewasbeschermingsmiddelen. Hoe veilig is die wereld nu? Hoe werd er gewerkt aan veilige actieve stoffen, formuleringen, verpakkingen… om de veiligheid van de gebruiker te garanderen?

Gewasbeschermingsexpert Phytofar Peter Jaeken gelooft dat de meeste landbouwers wel weten waarmee ze bezig zijn.
Gewasbeschermingsexpert Phytofar Peter Jaeken gelooft dat de meeste landbouwers wel weten waarmee ze bezig zijn. - Foto: Phytofar

Hoe werk je aan een verminderde blootstelling als industrie?

PJ: ”Eigenlijk begint veilig werken met de producten zelf. Er is een evolutie naar producten die intrinsiek minder gevaarlijk zijn en die evolutie is al heel lang bezig. En dat is ook terecht. Zowel voor de acute als voor de chronische toxiciteit worden maatregelen genomen. De productontwikkeling en -innovatie is er constant mee bezig. Het duurt echter lang voor er iets op de markt komt, want er moeten heel veel testen gebeuren. De eisen voor producten worden elk jaar zwaarder. Nieuwe oplossingen komen maar mondjesmaat ter beschikking. Sommige producten hebben een minder gunstig profiel naar menselijke toxiciteit, maar als dat het enige product is dat helpt tegen een plaag of ziekte, blijft die oplossing nodig. Dan moeten we er extra aandachtig voor zijn dat dergelijke middelen correct gebruikt worden. Er zijn veel afwegingen die gemaakt moeten worden.”

Aan de verpakkingen werken de fabrikanten ook.

Het design van de verpakking wordt inderdaad steeds geoptimaliseerd. Zo mag het bijvoorbeeld niet klotsen als je het product uitgiet. De opening met dop wordt ook steeds beter. Sommige fabrikanten verwerkten bijvoorbeeld de verzegeling mee in de afsluitdop om de kans op blootstelling te verminderen. Daarnaast is een goede grip op de verpakking belangrijk, zodat het niet gemakkelijk uit de handen glipt en het product in contact komt met het milieu en de gebruiker. Het gebruik van ribbels op de verpakking is een voorbeeld. Met andere woorden, wat verpakking betreft, blijft het finetunen om het gebruik te verbeteren. Internationaal zijn er algemene normen waaraan de industrie zich moet houden bij de ontwikkeling van de verpakking. Zo mag een bus met gewasbeschermingsmiddel niet kapotvallen als je het van 1 m hoog laat vallen. Voor de recyclage is er ten slotte Agrirecover. Deze dienst blijft een manier om bussen en niet meer bruikbare gewasbeschermingsmiddelen correct terug te brengen. Het werkt goed en bewijst elk jaar zijn nut.

Naast de actieve stof en de verpakkingen wordt er gewerkt aan de formuleringen.

Inderdaad, en dat is niet alleen ter bescherming van het milieu. De meeste producten zijn geformuleerd om risico op blootstelling bij aanmaak van de oplossing te verlagen, bijvoorbeeld vloeibaar of granulaten, wat veiliger is in gebruik. Daarnaast zitten er in sommige formuleringen zelf beveiligingsmechanismen in, zoals bitterstoffen, braak- en geurmiddelen. Zo beseffen gebruikers dat het om een product gaat waar ze voorzichtig mee moeten zijn.

En ten slotte de persoonlijke bescherming, hoe belangrijk is dat in de landbouw?

Allereerst moet de persoonlijke bescherming aangepast zijn aan het type product dat je gebruikt. Bij een product met een doodshoofdsymbool beveilig je je uiteraard beter dan bij het gebruik van een product zonder classificatie. Het is een kwestie van je gezond verstand te gebruiken en het etiket goed te lezen. Het is goed dat de symbolen Europees en zelfs wereldwijd gestandaardiseerd zijn. Dat maakt het makkelijker werken met de producten over de landen heen. Een van de grootste problemen blijft natuurlijk het veiligheidsbesef van de gebruiker, zoals de landbouwer. In een fabriek wordt het verplicht: ga je slordig om met of weiger je beschermkledij, dan kan je – om het cru te zeggen – vertrekken. Landbouwers zijn op zichzelf, moeten onder tijdsdruk werken en gemotiveerd zijn om beschermingskledij aan te doen.

Kan je in het algemeen zeggen dat de landbouwer zich bewust is van de gevaren?

Ja, de landbouwers zijn er zich veel meer van bewust dan 20 jaar geleden. Dat is belangrijk want dat is de start van veilig werken. Er gebeuren ook veel minder ongevallen.

Hoe wordt de landbouwer gestimuleerd om persoonlijke bescherming te dragen?

Ergonomie en efficiënt werken gaan hand in hand: als iets aangenaam zit en comfortabel werkt, dan heeft de gebruiker ook meer de neiging om dat te dragen. Vroeger was veel beveiligingsmateriaal moeilijk om dragen, en niet handig. Dat stimuleert het dragen niet. Om eens een voorbeeld te geven: de hedendaagse veiligheidsschoenen. Vroeger was dat lomp en zwaar schoeisel dat niet goed paste, maar dat is enorm verbeterd door onderzoek. Een hedendaagse veiligheidsschoen met een stalen tip voor beveiliging zit goed, licht en comfortabel. Dan hebben mensen minder problemen om veiligheidsschoenen een hele dag aan te doen. Hetzelfde geldt voor werkhandschoenen. Met een gewone rubberen handschoen is het moeilijk om een hele dag te werken, maar nu bestaan er ergonomische handschoenen die aan de voorkant een laag hebben die de grip garanderen en beschermen tegen blootstelling aan product, en aan de rugkant een ademende laag. Ze sluiten ook beter aan, waardoor ze aangenamer zitten.

En geloof je dat iedereen het etiket met bijhorende symbolen begrijpt?

De particulier vaak niet, die heeft er heel veel problemen mee. Het doodshoofdsymbool zal hij wel begrijpen, maar zo zijn er nog maar heel weinig middelen voor particulier gebruik en al helemaal niet meer voor gebruik als gewasbeschermingsmiddel. De professionele gebruiker moet een fytolicentie hebben en heeft dus vormingsplicht. Het begrijpen van het etiket is één van de onderwerpen die aan bod komen bij de vormingen. Een landbouwer heeft een P2 nodig, waardoor ze geschoold zijn over veiligheidspraktijken rond gewasbescherming. Die kennis zou er dus moeten zijn, maar ik geloof dat de meeste landbouwers in theorie wel weten waarmee ze bezig zijn.

Maar een landbouwer kan toch kiezen welke vormingen die volgt?

Dat is waar, en daar lopen nog discussies rond. Het zou goed zijn dat de vorming gefractioneerd wordt, en dat iedereen het ganse palet volgt, waaronder veiligheid. Je moet echter weten dat de opstart van zo’n systeem een gigantische operatie is: er moet organisatorisch heel wat geregeld worden. Misschien zullen we in de toekomst modulair werken, zodat de veiligheidsmodule geïntegreerd kan worden. Maatschappelijk merken we in het algemeen dat mensen geloven dat chemie gevaarlijk is, en dat geeft als positief neveneffect dat ze gemotiveerd zijn om zich te beschermen. Bij particulieren is het etiket van de gewasbeschermingsmiddelen een van de meest gelezen etiketten van de chemische producten, waaronder ook de geneesmiddelen. In België leest bijna 80% van de particulieren het etiket van gewasbeschermingsmiddelen. Vanwege de strenge toelatingscriteria zijn de producten die nu nog voor de particulier ter beschikking staan, veiliger dan veel producten voor alledaags gebruik. De sector investeert ook zeer sterk in ondersteuning van veilig gebruik door die particulier via het internetplatform handigindetuin.be en een call center via het gratis nummer 0800 62 604.

Is er op het gebied van toepassing veel verbeterd?

Ja, de industrie is hiermee constant bezig. De laatste vernieuwing is de Easyconnect. Dit is een gesloten vulsysteem waarbij de gebruiker niet meer in contact kan komen met het vloeibare gewasbeschermingsmiddel. Dat is een inspanning van heel de gewasbeschermingsindustrie. Machinetechnisch is er ook heel wat veranderd: we werken met modernere spuittoestellen met driftreducerende doppen. Die zorgen ervoor dat het product enkel op het perceel van toepassing terechtkomt en dus niet op andere percelen, en niet op de buitenkant van de machine of tractor, wat veiliger is voor de operator. Op het vlak van reinigen is er ook wel wat geëvolueerd. Landbouwers kunnen werken met circulaire spuitbomen, zodat de operator de machine volledig intern kan reinigen. Dat betekent minder manuele handelingen voor de operator, waardoor er minder kans is op blootstelling. Als landbouwers de verpakking van de gewasbeschermingsmiddelen willen reinigen, kan dat met de busreiniger die geïntegreerd is op het spuittoestel. Vroeger moesten mensen er water in gieten en het manueel mengen, nu zijn het dus gemechaniseerde en vaak ook al geautomatiseerde systemen.

Machinetechnisch is er ook heel wat veranderd: we werken met modernere spuittoestellen met driftreducerende doppen.
Machinetechnisch is er ook heel wat veranderd: we werken met modernere spuittoestellen met driftreducerende doppen. - Foto: MV

Wat met landbouwers die enkel oudere machines gebruiken?

Machines gaan lang mee, dus we zitten met een relatief verouderd machinepark ten opzichte van de nieuwste modellen. De beveiliging van de operator zit echter mee in de Europese machinerichtlijn. Europa legt minimumeisen op aan bijvoorbeeld spuittoestellen als het gaat om beveiliging van de operator. Na 15 jaar is een machine afgeschreven, en dan moet je een nieuwe kopen. Die hebben dan ook de nieuwere snufjes naar beveiliging toe.

Zijn de meeste fytolokalen in orde? gebeurt er voldoende controle?

Dat is enorm geëvolueerd, en valt mee onder het Vlarem. Het wordt onder andere gecontroleerd door het voedselagentschap. Ook hier zijn de eisen streng en zijn er veel stappen vooruitgezet. De opslag moet droog en vorstvrij zijn, en er moeten opvangvoorzieningen zijn bij lekken. Het fytolokaal is een belangrijk aandachtspunt, omdat daar alle geconcentreerde producten opgeslagen staan. Bij het bereiden van de producten moet de professionele gebruiker dus ook goed opletten. Die moet aandachtig zijn door zich voldoende te beschermen volgens het etiket. Dat vraagt voorbereiding, maar dus ook een inspanning van de industrie om het hun zo gemakkelijk en duidelijk mogelijk te maken. Bij de amateurgebruikers is dat risico grotendeels weg, omdat die werken met voorverdunde producten of andere verpakkingen die ‘klaar voor gebruik’ zijn.

Hoe stimuleren Phytofar en dus de gewasbeschermingsbedrijven een veilig gebruik?

De industrie geeft ondersteuning op individuele producten en benadrukt dat er veilig mee gewerkt moet worden. Zo moet aangegeven worden dat er handschoenen gedragen moeten worden als men met behandeld zaad werkt. Sommige bedrijven geven ook direct de handschoenen of ander beschermingsmateriaal mee, doen campagnes rond veilig en goed gebruik of houden kenniswedstrijden. Andere bedrijven zetten dan weer in op een eigen lijn van beschermingskledij. Er zijn heel veel voorbeelden. Phytofar zelf doet ook acties. Zo deelden we enkele jaren geleden 30.000 handschoenen uit onder landbouwers. Onlangs nog stelden we de site phytotrans.be open voor landbouwers. Dat is een tool voor elke professionele gebruiker. Die kan er online de actuele veiligheidsbladen van alle erkende gewasbeschermingsmiddelen raadplegen.

Marlies Vleugels

Lees ook in Preventie in land- en tuinbouw

Wees waakzaam voor het sluipende gevaar van mestgassen

RULA Elk jaar vallen er op landbouwbedrijven slachtoffers door mestgassen. Deze venijnige gassen zijn onzichtbaar en ook onze neus is hier niet te vertrouwen. Het feit dat ze explosief en/of bedwelmend zijn, maakt van hen een levensbedreigende cocktail. Er zijn dus meer dan redenen genoeg om alert te zijn bij werkzaamheden in en om een stal of mestopslag. Naast landbouwers en hun familieleden worden ook de toegesnelde hulpverleners met deze gevaren geconfronteerd.
Meer artikelen bekijken