Startpagina Akkerbouw

Precisielandbouw tegen nematoden

Tijdens het ‘walk-in seminar’ van 28 november bespreken Marc Sneyders van Bayer en Nicole Viaene van ILVO de mogelijkheden van precisielandbouw in de praktijk. Het is mogelijk om door middel van precisielandbouw te bepalen waar nematoden voorkomen op het perceel.

Leestijd : 5 min

Marc Sneyders van Bayer is verantwoordelijk voor Coördinatie en Organisatie van de activiteiten die Bayer ontwikkelt om de producten op de markt te houden en te optimaliseren. “Daarom houden we ons bezig met de communicatie naar de telers toe voor het gebruik van de producten, dat er geen problemen zijn met mens, dier en milieu. Het tweede luik is communicatie naar alle belanghebbenden binnen en buiten de sector. Dit zijn onder andere het beleid, politici, milieuorganisaties, de voedingsindustrie... Zij beïnvloeden namelijk de sector. Ten slotte houdt het derde luik precisielandbouw in. Het betreft dan digitale landbouw en smart farming om productgebruik te optimaliseren.

Bij precisielandbouw wordt alles zeer exact gemeten. Bij smartfarming gaan we een stap verder en worden al die elementen gecombineerd: we weten wat wanneer op welke plaats wordt gedaan. Op het veld wordt de samenstelling van onder andere de bodem gemeten, maar ook die van gewassen. Dit kan van kortbij, via drones of satellieten. Zo kom je te weten wat op het veld aan de hand is. Daarnaast kunnen we meer en meer de opbrengst meten tijdens oogst zelf. Al die gegevens wordt dan in kaarten gegoten. Die kan men terugkoppelen met veldobservaties en bodemscans. Hierop kunnen de adviezen geformuleerd worden. Een teler kan zo dan weten hoeveel product waar en wanneer moet worden gebruikt. Het is nodig om aangepast aan de plaats in het veld te behandelen. Technologie laat in de toekomst eventueel toe robots te gebruiken.”

Naar een duurzame landbouw

Hoe de technologie toe te passen, is nog onbekend. In ieder geval moet het juiste product op de juiste plaats behandeld worden met de juiste dosis. Dat betekent dat we meer produceren met beperkte verliezen, een betere rentabiliteit, minder invloed op het milieu, traceerbaarheid, transparantie in communicatie naar de voedselketen, opbrengststabiliteit, een versterking van de concurrentiepositie van de landbouw... Een duurzamere landbouw is het doel: milieu, economie en maatschappij moe ten er voordeel uithalen. “Er wordt dus gestreefd naar een win-win-situatie”, aldus Marc Sneyders

In praktijk in Huldenberg

Hoe ver staan we al met de praktische toepassing van de landbouw? “In Huldenberg is er een bedrijf waar demonstraties worden gedaan en waar we in contact komen met verschillende partijen die in gans de sector werken. Zo is er de samenwerking met privé en publiek, UGent, en andere zoals Agrometius. Zij leveren toestellen om uit te proberen en te testen. Zo wordt gps- technologie ingezet. Er is berekend dat bij 1.500 ha bespuitingen in een boerderij dit 50 ha per jaar minder overlappingen geeft. Naar zaden, bemesting en bespuitingen betekent dat een besparing van 4.500 euro per jaar. Dus de gps wordt snel terugverdiend in een goed gemiddeld akkerbouwbedrijf.” Volgende stap op het bedrijf is het gebruik van de Veris-bodemscan. Deze meet onder andere de pH. Zo merk je bijvoorbeeld dat pH geoptimaliseerd kan worden door op verschillende plaatsen verschillende hoeveelheden te bekalken. Aardappelen zijn gevoelig aan kalk (te veel of te weinig), dus het is best niet uniform bekalken. De bodem zelf is van kapitaal belang. Daar begint alles. Laatste jaren is de bodem wat verwaarloosd, en was er niet genoeg aandacht voor de bodemgezondheid: machines en percelen worden groter, telers moeten sneller vooruit…

“We proberen ook verder te gaan en naar de gewassen te kijken, en dus die ook te scannen op gewasgezondheid. Je kan dan de biomassa meten; maar het is nu ook mogelijk om ziektes waar te nemen. Dat blijft nog een grote vraag, maar het is bijvoorbeeld al wel mogelijk voor loofdoding in aardappelen. Hier wordt dan gekeken naar hoe sterk het gewas staat. Volle dosissen worden gebruikt bij sterke gewassen, zwakke of afgestorven planten krijgen een lage of geen dosis. Op de spuitkaart zijn de verschillen merkbaar: van 100% tot 60% van de dosis. Het is dus mogelijk om 30% te besparen en dus minder impact te hebben op het milieu.”

Economische rendabiliteit

Het is nodig om economisch rendabel te denken. Zo kan het zijn dat een landbouwer voor een deel van het perceel winst heeft, maar voor een ander deel verlies. Dan zou de teler eventueel beter bepaalde delen nog wel verzorgen, maar andere delen niet meer om economisch rendabel te kunnen zijn. De opbrengstkaart komt vaak overeen met de bodemscan. Op basis hiervan is het misschien mogelijk om de input aan te passen: het is soms beter om op delen in het veld waar de hoeveelheid oogst niet gehaald wordt, de input aan te passen.

Aaltjes opsporen...

Aardappelcysten zijn quarantaineorganismen. Ze komen verspreid voor in Vlaanderen. Het probleem is dat je ze niet kan herkennen op veld, en pas weet hebt over hun aanwezigheid bij zichtbare valplekken, en dan is het te laat. Er wordt dan gesproken over aardappelmoeheid.

Ga je monsters nemen, dan bemerk je aardappelcysten of andere nematoden. In juni herken je aardappelcysten als kleine bleke bolletjes (dat zijn de vrouwtjes), maar een maand later worden die bruin en hard. Hieruit komen de eitjes. De teler kan monsters nemen, maar ook FAVV of de Bodemkundige Dienst van België kan dit doen. Ze gebruiken hiervoor een grondboor op verschillende plaatsen in het veld. Dit gebeurt volgens de lijnen van het veld of in zigzagpatronen. In het algemeen is dit een arbeidsintensieve bedoening. De monsters kunnen dan naar een analyselabo gestuurd worden, zoals dat van het ILVO.

... met gps op de tractor

Nicole Viaene van het ILVO vertelt: “Bij de aardappeloogst komt er veel grond mee. Gemiddeld is dit berekend op 1,3 ton per ha. Het is mogelijk dat in die grond, de restaarde, cysten zitten. De restaarde wordt op de zeefband afgezeefd, blijft op de sorteerband liggen, gaat terug naar het veld of wordt met de kar vervoerd naar verwerkingsbedrijven.

De analyse van restaarde voor cysten tijdens de oogst is een even goede methode als grond bemonsteren in het veld. De teler kan met behulp van een gps-systeem op de tractor traceren van waar in het veld de kar komt. Hierbij kan bij het binnenkomen van de kar, de teler een monster nemen van de grond die van de sorteerband valt. Het resultaat van dat monster kan dan gelinkt worden met de plaats van de kar in het veld. Dit is gemakkelijker en kost minder tijd dan over het veld te lopen en dan monsters te nemen. Dan weet de teler drie jaar na de oogst of er cysten in het veld zitten en waar. Zo kan de teler op die plaatsen maatregelen nemen, zoals resistente rassen zetten. Het monster kan onderzocht worden door de Bodemkundige Dienst van België of het ILVO.”

M.V.

Lees ook in Akkerbouw

Moeilijke onkruiden in maïs bestrijden

Maïs In de maïsteelt worden we steeds vaker geconfronteerd met enkele onkruiden de alsmaar moeilijker te bestrijden zijn. De inzet van specifieke producten of middelencombinaties is dan nodig.
Meer artikelen bekijken