Startpagina Actueel

Wat levert de Finse bosbouw op?

Het grootste exportproduct dat de Finnen verbouwen is ... hout. Niet minder dan drie kwart van het Finse grondgebied is ingenomen door bossen. Traditioneel zijn de landbouwers in Finland ook boseigenaars. Bosbouw zorgt er voor een belangrijke tweede bron van inkomsten.

Leestijd : 5 min

Slechts zo’n 7  % van de Finse landoppervlakte is landbouwgrond. Bossen daarentegen nemen maar liefst drie kwart van de beschikbare grond in. De Finnen laten hun bossen dan ook niet onbenut. Ze winnen er hout, dat ze massaal exporteren, maar ook wilde bessen en eetbare paddestoelen.

Jaarlijkse houtproductie

In 2014 exporteerde de Finse bosbouwindustrie voor bijna 15 miljard euro, goed voor meer dan een vijfde van de totale Finse export. Ter vergelijking: de landbouwsector haalde net geen 0,7 miljard euro, terwijl de voedingssector voor ongeveer het dubbele van de landbouw exporteerde.

Elk jaar komt er zo’n 110 miljoen m³ hout bij in de Finse bossen, een cijfer dat in de toekomst nog zal vermeerderen. Daarvan wordt jaarlijks tussen de 55 en 70 miljoen m³ geoogst. Netto blijven de bossen dus aangroeien. Het beste hout gaat naar de zagerijen, daarnaast is ook de papierindustrie een belangrijke afnemer. Het minst waardevolle materiaal vindt ten slotte afzet als biobrandstof.

Demonstratie van de houtoogst

In een bos in Järvenpää, zo’n 40 km ten noorden van hoofdstad Helsinki, geeft loonwerker Kari Virtanen een demonstratie met de 8H GT Harvester van Logset. De arm, die tot 11 m ver reikt, grijpt de stam van de boom vast. Een kettingzaag springt tevoorschijn, en al gauw houdt de arm de afgezaagde boom vast zoals een kind een madeliefje. Daarop laat de heer Virtanen de boom gecontroleerd landen op de grond. De stam beweegt doorheen de grijper en blijft kaalgetrimd achter.

Wanneer de heer Virtanen de lengte geschikt acht springt de kettingzaag weer tevoorschijn. Wat overblijft zijn twee tot drie propere balken. Die komen later terecht op de keurige stapels aan de rand van de weg, klaar om opgehaald te worden door de houtverwerkers. Bekijk het filmpje op Facebook, of op onze website www.landbouwleven.be .

Hoeveel geld groeit er aan de bomen?

Het Finse houtbedrijf UPM haalt de stammen op aan de kant van de weg. Ze werken via contracten van 20 jaar met Ilkka Brotherus, de eigenaar van dit bos. “We geven de voorkeur aan samenwerking op lange termijn”, klinkt het. Hij ontvangt 50 EUR/m³ hout van zagerijkwaliteit, en 20 EUR/m³ pulphout. De restjes gebruikt hij als houtsnippers om zijn huis te verwarmen.

De ‘harvester’ verwerkt elke geoogste boom tot propere balken. Die wachten aan de rand van de weg op transport naar de houtverwerkers.
De ‘harvester’ verwerkt elke geoogste boom tot propere balken. Die wachten aan de rand van de weg op transport naar de houtverwerkers.

De familie Brotherus beschikt in totaal over 3.400 ha bos en 300 ha landbouwgrond. “Per jaar groeit het met ongeveer 7 m³/ha aan. Deze dunningsronde zal 160-170 m³/ha opleveren. Op lange termijn durf ik te spreken over 5  % return on investment”, schat de heer Brotherus. “Maar het is niet alleen business. We houden van de natuur, plukken bessen, wandelen... Dit bos is bovendien al vijf generaties lang in handen van de familie.”

Onderhoud?

De familie Brotherus draagt dan ook veel zorg voor haar bos. “Kwaliteitsvol hout produceren vraagt wel wat werk. Wij besteden dit via de plaatselijke vereniging van boseigenaars uit aan de heer Virtanen. Hij gaat zorgvuldig te werk, weet zeer goed welke bomen eruit moeten en houdt rekening met onze wensen. Een ander zou misschien sneller werken, maar met hem zijn we er zeker van dat het resultaat ons bevalt.”

Kari Virtanen kapt zo’n 700 m³ hout per week. Daarvoor gebruikt hij een 8H GT Harvester van Logset. Die weegt 19 ton, een gewicht dat wordt verdeeld over 6 wielen. De machine verbruikt 10 tot 11 L/u, en moet zo’n 3.000 uur per jaar werken. De 400.000 EUR die de harvester kostte plant de heer Virtanen af te schrijven op 5 à 6 jaar. Hij is blij met de evolutie in de machinebouw: “De laatste 40 jaar is de hydrauliek sterk verbeterd.”

Productiecyclus

De heer Virtanen beschrijft de productiecyclus voor dennenbossen in het zuiden van Finland: “Na de uiteindelijke kaalslag worden de bossen heraangeplant. 2.000 planten per hectare is daarbij de streefwaarde. Voor het jonge bos voor de eerste keer gedund wordt met een harvester moet je er gewoonlijk eerst twee keer doorgaan om met de hand ongewenste ondergroei te verwijderen.”

Tapio Nikkanen van Logset en ‘bosloonwerker’ Kari Virtanen wisselen ervaringen uit.
Tapio Nikkanen van Logset en ‘bosloonwerker’ Kari Virtanen wisselen ervaringen uit.

“Dit bos is 40 jaar oud. Hier laat ik 700 dennen per hectare over. Binnen 15 jaar doe ik nog een dunningsronde waarbij er 500 dennen per hectare overblijven. Die twee oogsten zijn doorgaans goed voor 50 à 100 m³ elk. Wanneer de bomen 70-80 jaar oud zijn, is het tijd voor de laatste en grootste oogst: 350-500 m³, al heb ik ook recordoogsten tot 800 m³ meegemaakt”, deelt de heer Virtanen mee.

‘Allemansrecht’

Tijdens de demonstratie duikt een koppel op, gewapend met regenjassen en mandjes. Ze plukken bessen en paddestoelen in het bos. Fins landbouwjournaliste Rita Mustoonen legt uit dat iedereen vrij van het bos gebruik mag maken, zolang daar het nodige respect tegenover staat. Zelfs kamperen kan, mits je al je afval meeneemt en niemand hindert. Dat heet het ‘Allemansrecht’, en is typisch voor de Scandinavische landen.

Volgens het Scandinavische ‘Allemansrecht’ mag iedereen vrij plukken in de bossen. Deze lingonbessen zijn erg populair.
Volgens het Scandinavische ‘Allemansrecht’ mag iedereen vrij plukken in de bossen. Deze lingonbessen zijn erg populair.

Volgens de statistieken haalden de Finnen in het jaar 2015 7,2 miljoen kg bosbessen en 9,6 miljoen kg lingon- of vossenbessen uit hun bossen. Sommige voedselverzamelaars worden wel erg creatief, en laten een groep seizoensarbeiders uit lageloonlanden tijdens de zomer op de bossen los om de gegeerde bessen te plukken. Verder verorberden de Finnen in totaal zo’n 167 ton wilde paddestoelen in 2015. In datzelfde jaar haalden de Finnen ook nog 250.200 hazen, 39.488 elanden en 29.063 rendieren en herten van het bos naar het bord.

SMEAR II

Maar niet alleen de maag heeft baat bij de Finse bosbouw. Het hoofd krijgt ook wat. De Universiteit van Helsinki opende in 1910 het Hyytiälä Forestry Field Station. Na een eerder trage start ging het veldonderzoek er pas echt aan het rollen met de uitbouw van het SMEAR II station in 1995. Dat geheel van gesofisticeerde apparatuur meet alles wat te maken heeft met de wisselwerking tussen atmosfeer en bos.

Het bos rond wetenschappelijk meetstation SMEAR II staat barstensvol meetapparatuur.
Het bos rond wetenschappelijk meetstation SMEAR II staat barstensvol meetapparatuur.

“Op dit stukje bos van 0,2 ha vind je het meeste sensors per m² ter wereld terug”, lacht onderzoeker Janne Levula. Het levert de onderzoekers alvast uitgebreide datasets op. Elk jaar verschijnen er ongeveer 70 wetenschappelijke artikels dankzij de metingen van het SMEAR II station. Zo zijn Finse wetenschappers al heel wat te weten gekomen over broeikasgassen en luchtvervuiling.

Jezelf beregenen

Het interessantste wat de heer Levula in die twintig jaar heeft gezien? “Wanneer de bomen hun huidmondjes openen om CO2 op te nemen, laten ze ook iets los: speciale vluchtige stoffen. Die oxideren aan de lucht tot heel kleine deeltjes. Ze gaan samenklitten en vormen kernen waar waterdamp rond condenseert. Zo beïnvloeden ze de vorming van wolken en uiteindelijk ... regen.”

De Finse bossen zorgen dus eigenlijk zelf dat ze water krijgen? “Ze laten het in principe regenen”, knikt de heer Levula instemmend. “Dit soort noordelijke bossen is heel veerkrachtig. Het is onmogelijk kapot te krijgen. In Finland zal er altijd bos zijn”, besluit hij.

D.C.

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken