Isoglucose wint aan marktaandeel in EU
De productie van isoglucose lag binnen de EU lang aan banden. Nu het suikerquotum vervallen is, kan het product volgens Rabobank aan belang winnen.
Binnen de EU verdringt isoglucose in toenemende mate suiker, al lijkt de productie bescheiden in omvang te blijven. Op dit moment is isoglucose in calorieën gemeten goed voor een marktaandeel van 4 procent op de zoetstoffenmarkt van de EU. Nu het productiequotum voor isoglucose sinds kort is vervallen, kan het product een flink groter marktaandeel gaan innemen. Dat schrijft grondstoffenanalist Ruud Schers van de onderzoeksafdeling van Rabobank, één van de grootste kredietverleners van de wereldwijde agribusiness.
Het precieze marktaandeel dat isoglucose – ook wel fructosesiroop genoemd – gaat innemen, laat zich volgens Schers moeilijk becijferen. Ook het tempo waarin suiker zal worden verdrongen, is volgens hem lastig te zeggen. Beide hangen af van de ontwikkeling van graanprijzen – isoglucose komt voort uit graanzetmeel, de marges die zetmeelproducenten maken, het aanbod van suiker wereldwijd en in Europa en de wensen van de consument. In elk land kan de situatie weer anders zijn.
Feit is dat in de VS en Mexico fructosesiroop gewonnen uit granen en dan vooral mais een marktaandeel heeft van tussen 25 en 40 procent. In China bedraagt het marktaandeel 10 procent. In de EU werd de zoetstoffenmarkt decennialang in belangrijke mate bepaalt door quota. De EU koos voor handelsliberalisering en dus is de productie recent vrijgegeven. Tot 1 oktober gold voor de jaarlijkse productie van bietsuiker een quotum van 13,5 miljoen ton per jaar. De productie van isoglucose was tot hetzelfde moment beperkt tot 720.000 ton per jaar. Het isoglucose-quotum was vergeven aan België, Duitsland, Spanje, Italië, Polen, Hongarije, Bulgarije, Slowakije en Portugal.
De producten worden in principe nooit samen gebruikt, waardoor het gebruik van het één het ander uitsluit. Isoglucose is een vloeibaar product waardoor het vooral wordt gebruikt in vloeibare tot semi-vloeibare producten, zoals frisdrank en ijs.
In Oost-Europa is dit al gebruikelijker dan in West-Europa, omdat deze landen pas later lid zijn geworden van de EU en dus met quota te maken kregen. Isoglucose werd lang in verband gebracht met obesitas maar volgens de belangenorganisatie van de zetmeelindustrie, Starch Europem is dit onterecht. In de VS daalt de consumptie van het product terwijl overgewicht een groeiend probleem blijft.
