Startpagina Aardappelen

‘Kansen voor Nederlands-Belgische samenwerking’

Volgens Dick Hylkema van de Nederlandse aardappelorganisatie NAO is voor een sterkere aardappelketen meer samenwerking nodig tussen telers en verwerkers, maar ook tussen Nederland en België.

Leestijd : 3 min

Nederland en België zijn beide sterke aardappellanden, en zouden meer met elkaar moeten optrekken op het wereldwijde speelveld. Dat zei directeur Dick Hylkema van de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO) tijdens de PCA Studiedag Aardappelen. “Koppel jullie goede smaak aan ons talent voor marketing, en je hebt een sterke combinatie.”

Hylkema was door het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) uitgenodigd om te spreken over hoe de aardappelsector in Nederland samenwerkt. De NAO telt 10 werknemers. De organisatie telt 170 leden, vrijwel de hele sector van producenten tot handelshuizen en van de pootgoedsector tot de consumptiesector.

Hij begon te benadrukken dat het belang van samenwerking volgens hem is toegenomen. Een deel van de verklaring ligt in de keten, in de opkomst van het grootwinkelbedrijf en de verwerkende industrie. Op sectorniveau speelt in Nederland ook de afschaffing van de product- en bedrijfschappen per 2015. Binnen de schappen maakte de sector allerlei afspraken en werd via heffingen geld opgehaald voor precompetitief onderzoek en generieke promotie.

Door de afschaffing is een groot gat ontstaan ten aanzien van innovatie en promotie, een probleem dat de NAO probeert te helpen oplossen met een Stichting NAO Projecten. Momenteel lopen binnen dat kader twee onderzoeken. Het eerste onderzoek betreft het Ketenproject Verbetering Pootgoed Kwaliteit. De aanleiding was groeiende onrust over de kwaliteit van het pootgoed na seizoen 2015/2016.

Binnen het onderzoek wordt onderzocht welke factoren tijdens de teelt en bewaring van invloed op de vitaliteit zijn. De deelnemers en financiers zijn HZPC, Meijer HZPC, Meijer Potato, Agrico, McCain, Aviko, Lamb Weston, Farm Frites, Nedato en Kleinjan. Vijftig pootgoedpartijen naar 150 consumptietelers worden gevolgd door dataloggers. Het gaat om de rassen Agria, Challenger, Fontane en Lady Anna.

Het onderzoek loopt nog niet en dus zijn er geen uitkomsten. Onder de voorlopige bevindingen is de conclusie dat de communicatie verbeterd kan worden. Daarnaast werd weinig verrassend geconcludeerd dat in seizoen 2015/2016 het weer ongunstig was, wat drukte op de kwaliteit van het pootgoed. Een seizoen later was het weer wel gunstig. Ook blijkt dat de wijze waarop glyfosaat wordt aangewend, een belangrijke rol kan spelen.“Doe het tot 1 januari en zorg dat je groenbemester helemaal verteerd is”, aldus Hylkema. In een aantal gevallen bleek het pootgoed ook niet op de juiste temperatuur bewaard en werden CIPC-resten gevonden, wat impliceert dat de bewaring niet voldoende schoon plaats heeft gevonden.

Het tweede project betreft Holland Innovative Potato. Bij dit project zijn Avebe, Aviko, Bejo Zaden, Farm Frites, HZPC, Lamb Weston, McCain, Meijer Potato, Solynta en Pepsico betrokken. Doel is de verbetering van de opbrengst, kwaliteit en stabiliteit en efficiency in de aardappelketen. In eerste aanleg is 4,5 miljoen voor het project beschikbaar, waarvan de helft is ingebracht door publieke en de andere helft met private middelen.

Wat Hylkema betreft houdt samenwerking binnen de aardappelsector niet op bij landsgrenzen. Hij riep op tot meer toenadering tussen Nederland en België, twee aardappellanden die de komende jaren hopen te profiteren van forse groei in bijvoorbeeld Azië en het Midden-Oosten.

JCB

Lees ook in Aardappelen

Meerdere factoren bepalen de bemestingskeuze in aardappelen

Aardappelen Tijdens een recente studiedag van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij aanhoorden we Jan Bries van de Bodemkundige Dienst van België (BDB). Hij gaf toelichting over de bemesting in aardappelen. “Er moeten keuzes gemaakt worden in functie van heel wat factoren”, klonk het bij hem.
Meer artikelen bekijken