Waakzaamheid geboden
Sinds deze week is de Belgische politiek met DierAnimal een dierenpartij rijker. De partij heeft als belangrijkste doel dierrechten verankerd te zien worden in de Belgische grondwet.
In Nederland kwam de Partij voor de Dieren met een soortgelijke agenda het parlement binnen, met twee zetels. De partij won aan populariteit en wist bij de verkiezingen van 2017 5 van de in totaal 150 zetels te bemachtigen.
Voor wie zenuwachtig wordt: enige relativering is op zijn plaats. De Partij voor de Dieren bemachtigde maar 3,2% van de stemmen in Nederland, terwijl in België een kiesdrempel geldt van 5%.
De Partij voor de Dieren wist bovendien weinig concreets te bereiken, al zwengelde het wel diverse debatten met succes aan. De partij wist onder meer een meerderheid van de Tweede Kamer achter een motie te scharen die oproept tot verplichte weidegang voor koeien. Andere debatten die de partij aanzwengelde: een strenger hitteprotocol voor diertransporten, strengere straffen voor dierenbeulen en maatregelen tegen stalbranden.
DierAnimal zegt niet tegen boeren te zijn, maar ze te willen helpen naar een duurzamere toekomst, waarbij dan ook een beter inkomen hoort. Maar uiteindelijk staan dierenactivisten voor een forse inkrimping van de veestapel en velen van hen zelfs voor een vegetarische toekomst. Dit zou leiden tot een miljardenverlies voor de Vlaamse landbouw, kost duizenden banen en leidt tot een verschuiving van de vleesproductie naar landen waar het dierenwelzijn nog ver te zoeken is.
Een partij gericht op dierrechten is deels een uiting van veranderd denken over dieren en in die zin legitiem en in potentie nuttig om ook de soms conservatieve landbouw scherp te houden. Maar de landbouw moet eerst en vooral waakzaam zijn en voorkomen dat DierAnimal gespeend van de harde feiten belangrijke debatten over de veehouderij gaat overheersen. JCB
