Startpagina Melkvee

Belgische onrust over plannen voor volumebeperkingen FrieslandCampina

FrieslandCampina Nederland wil bij te veel melk in haar fabrieken de grote groeiers onder haar leden tien cent per liter minder betalen. Voor de Belgische leveraars - die doorgaans geen lid zijn - bestaan er dergelijke plannen niet, maar wil men ‘afspraken maken.’ De zenuwachtigheid bij de Belgische leveraars over de richting van die ‘afspraken’ is groot.

Leestijd : 4 min

Die zenuwachtigheid heeft haar wortels in het recente verleden. Eind 2015 maakte de Nederlandse coöperatie bekend dat het 450 Vlaamse melkveehouders aan de deur zette. Zij kregen een vergoeding op voorwaarde dat ze zich bij Milcobel aansloten. De 440 blijvers kregen drie jaar afnamegarantie. Die garantie loopt eind dit jaar af.

Toevloed stopt niet

De onderliggende oorzaak van die sanering uit 2015 was de toevloed in melk die FrieslandCampina (vooral in Nederland, maar ook in België) te verwerken kreeg na de afschaffing van het melkquotum eeder dat jaar. Ook vandaag speelt die toenemende melkplas FrieslandCampina parten.

Nederland kreeg een systeem van productiebeperkingen opgelegd via de fosfaatrechten. Dat betekende dat Nederlandse rundveehouders in totaal 100.000 koeien moesten afstoten. Alleen blijkt in 2018 dat dit maar heel beperkt effect heeft gehad op de hoeveelheid melk die richting de fabriek ging. “We hebben gezien dat in Nederland het aanbod afgelopen jaar met 0,5 % gedaald is, maar dat het nu weer stijgende is. De verwachte afname is er niet gekomen”, aldus FrieslandCampina woordvoerder Jan-Willem ter Avest.

Zoals een melkquotum

FrieslandCampina komt nu met plannen om de groei in melkproductie bij haar leden te kunnen bijsturen. Het stelt aan haar coöperatieleden plannen voor om de groei in volume af te stemmen op de verwachte groei in de markt. “Dat zou concreet inhouden dat als wij voorspellen dat de markt met bijvoorbeeld 1,5 % groeit het komend jaar, leden ook zoveel mogen groeien. Groeien alle leden samengeteld meer dan die 1,5 %, dan zouden we naar de individuele boer kijken en 10 cent per liter op de melkprijs afhouden. Dat geld kunnen we dan gebruiken om de opbrengst van die surplusmelk in lijn te brengen met de opbrengst uit andere melk”, legde Ter Avest uit aan Landbouwleven. Eningszins in lijn met het Europese melkquotum tot 2015 kunnen individuele melkveehouders onder dit voorgestelde systeem in theorie onbeperkt groeien, op voorwaarde dat de verzamelde melkproductie onder de vooropgestelde groeinorm blijft.

Prijsverwatering voorkomen

De argumentatie achter die vorm van productiebeperking - FrieslandCampina spreekt liever van ‘gebalanceerde marktgerichte groei’ - is duidelijk. Melk die ‘te veel’ is voor de markt, moet eerder laagwaardig als magermelkpoeder of foliekaas worden verkocht, en zorgt voor een verwatering van de prijs voor alle boeren. Of het voorstel van de FrieslandCampina-directie er komt, hangt af van het overleg in de ledenrondes. In het najaar komt de leiding van FrieslandCampina met een definitief voorstel en in december wordt een besluit genomen.

Wat met de Belgen?

Opvallend is dat in het voorstel enkel gesproken wordt van leden-leveraars. In ons land telt FrieslandCampina slechts 27 leden-leveraars, maar een goede 400 leveranciers die geen lid zijn. Mocht het voorstel het halen zoals het nu op tafel ligt, zou dit in theorie kunnen betekenen dat - bij een blijvende forse groei - een Nederlandse leveraar/coöperant (en dus mede-eigenaar) een beduidend lagere melkprijs zou kunnen krijgen dan een Belgische niet-coöperant leveraar. Dat scenario lijkt erg onwaarschijnlijk. Vraag is dus wat Vlaanderens tweede grootste melkophaler voor haar Belgische leveraars in gedachten heeft, mochten de Nederlandse plannen werkelijkheid worden.

Nieuwe afspraken

Ook in het najaar van 2015 (en eerder in 2013 met de deal met Limelco) klonk het al dat FrieslandCampina de in België opgehaalde hoeveelheid melk in evenwicht wilde brengen met het volume in België vermarkte melk. Met het aflopen van de afnamegarantie eind dit jaar, zal die oefening ongetwijfeld weer gemaakt worden.

FrieslandCampina stelt naar duurzame relaties met haar Belgische leveraars te streven. Woordvoerder Ter Avest wilde niet vooruitlopen op de besprekingen en afspraken die het met Belgische leveraars wil maken. “Maar dat zal gebeuren in een gesprek. Wel hebben we aangegeven dat we in België een toenemende behoefte zien aan weidemelk en AA-melk. We informeren de leveraars over de ontwikkelingen die wij zien. Het is mogelijk dat dit onderdeel gaat uitmaken van de nieuwe afspraken, maar dat moet nog besproken worden”, zo klinkt het. Uit onderzoek van FrieslandCampina België blijkt dat 80% van de Belgen het belangrijk vindt dat hun melk afkomstig is van koeien die in de weide grazen, en 70% is zelfs bereid om meer te betalen voor weidemelk

Hoeveel liter

Vast staat dat FrieslandCampina - meer dan bijvoorbeeld Milcobel - gelooft in gediversifieerde melkstromen. Zo wil het in 2019 komen met een nieuwe Top-Zuivellijn, die de klant meerwaarde moet bieden op het vlak van dierenwelzijn, klimaat en biodiversiteit. Daarnaast heeft het bedrijf ook biologische melk in het gamma, Landliebe melk, en Noord-Hollandse kaas onder geografische oorsprongsbenadering. “Wij geloven hier sterk in, en daar halen we ook onze meerprijs uit”, klinkt het overtuigd.

Vraag is, mocht het voor België willen inzetten op AA-melk en weidegangmelk, of het nog evenveel Belgische leveranciers nodig heeft/wil dan nu. “We hebben altijd goede relaties gehad met onze leveranciers, en zijn altijd gegaan voor langdurige afspraken. En zelfs in periodes zoals eind 2015 zijn we met een alternatief gekomen.”

Bij Dairycam, de producentenorganisatie die Belgische leveraars van FrieslandCampina groepeert, zijn ze er in ieder geval niet gerust in. “We vrezen niet voor het volledig terugrekken van FrieslandCampina uit de Belgische markt, maar we vrezen wel dat er nog leveraars zullen sneuvelen. Er is heel veel onrust onder de leden. We weten dat ze bij FrieslandCampina met iets bezig zijn, maar we weten nog niet met wat. De centrale vraag is hoeveel Belgische melk ze nog zullen denken nodig te hebben.”

IDC

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken