Startpagina Mechanisatie

Ymke, Gina en Jolien studeren af als landbouwmechanieker

Ze groeiden op tussen de machines en spenderen elke vrije dag aan meewerken op het loon- of grondwerkbedrijf van hun ouders. Hun passie leidde hen naar een opleiding landbouwmechanisatie. Dat ze daar ook hun job van zullen maken, is evident, toch? Ymke, Gina en Jolien twijfelen geen moment: “Ik blijf in de sector waar ik van hou.”

Leestijd : 6 min

Op de campus Geel van de Thomas More hogeschool studeren Ymke, Gina en Jolien. Nog even, want op het einde van het schooljaar zwaaien ze af. Op het eerste zicht kunnen de drie jongedames niet méér van elkaar verschillen. De ene praat op een serene, gemoedelijke manier, terwijl een andere uitbundig babbelt. Een derde geeft een stuggere indruk, maar lanceert hier en daar perfect getimede, gevatte opmerkingen. Wat ze delen is een diepe passie voor machines.

Gina is de dochter van een grondwerker uit de buurt van Wijnegem. Jolien groeide op tussen Aalst en Zottegem, op het loonwerkersbedrijf van haar ouders. Ook Ymke is een loonwerkersdochter, maar dan eentje uit Kerkhove, in de Vlaamse Ardennen. De drie meisjes studeren binnenkort samen af in de richting Landbouwmechanisatie, één van de opties die de bachelor Agro- en Biotechnologie voorziet. Landbouwleven peilde naar hun ervaringen, hun verleden en hun toekomstplannen.

Waarom hebben jullie gekozen voor de bachelor landbouwmechanisatie?

Gina: “Dit is dé richting voor mechanica in de landbouw. Automechanica was voor mij geen optie. Een tractor kun je toch niet vergelijken met een auto? De dingen die op een auto staan, hebben eerst jaren op een tractor gestaan.”

“Toen ik vroeger met de tractor reed, en er mankeerde iets aan, dan moest ik terug. Nu kan ik het zelf oplossen”, verklaart Ymke haar keuze.
“Toen ik vroeger met de tractor reed, en er mankeerde iets aan, dan moest ik terug. Nu kan ik het zelf oplossen”, verklaart Ymke haar keuze. - DC

Jolien: “Ik wilde sowieso landbouwmechanisatie doen. Daarom dacht ik aan een 7de jaar. Tegelijk wilde ik heel graag een bachelordiploma. Via vrienden in Agro- en Biotechnologie hoorde ik dan van deze afstudeerrichting. Voor mij is dit de perfecte combinatie.”

Ymke: “Toen ik vroeger met de tractor reed, en er mankeerde iets aan, dan moest ik terug. Nu kan ik het zelf oplossen, of tenminste goed uitleggen, zonder dat er iemand tot bij mij moet komen.”

Waar komt die interesse in landbouwmechanisatie vandaan?

Ymke: “Als je je jeugd doorbrengt op een loonwerkersbedrijf komt dat vanzelf. Met de tractor rijden, buiten helpen tijdens het seizoen maar ook bijspringen met het bureauwerk... Ik deed het allemaal.”

Gina: “Mijn vader is grondwerker, ik heb niet anders geweten dan dat ik tussen de machines zat. Je krijgt al snel een goede achtergrond zo.”

Jolien: “Het was de normaalste zaak van de wereld om thuis te helpen op het loonwerkbedrijf. Rijden met de tractor, machines helpen klaarzetten, smeren... Plus, ik ben opgegroeid op het platteland. ‘s Zomers gaan we altijd naar Trekker Trek. Vroeger deed ik weleens mee, nu komt dat er niet meer van.”

Hoe reageerde jullie omgeving op jullie studiekeuze?

Jolien: “Bij mij waren ze niet verrast. Al van jongsaf ben ik gefascineerd door onze machines. Eerst hadden we tractors van Renault, nu is dat Claas geworden. Ik ben een echt Claas-meisje. En pikdorsers, vroeger was ik daar zot van. Nu heb ik het meer voor balenpersen.”

Ymke: “Toen ik in het derde middelbaar overstapte naar industriële wetenschappen snapten ze dat niet. Is ‘t voor de mannekes?, vroegen ze.” Ze schudt meewarig het hoofd. “Die twee jaar moderne was pure tijdverspilling voor mij. Ik wist wat ik wou en ik heb er nog geen spijt van.”

“Wat mijn ouders verraste, was niet wat, maar dat ik wou voortstuderen”, lacht Gina, laastejaarsstudent Landbouwmechanisatie.
“Wat mijn ouders verraste, was niet wat, maar dat ik wou voortstuderen”, lacht Gina, laastejaarsstudent Landbouwmechanisatie. - DC

Gina: “Waar mijn ouders versteld van stonden was dat ik verder wilde leren. Ik heb nooit graag gestudeerd, maar in ’t laatste middelbaar was het heel plezant op school. De campus hier leerde ik kennen door mijn tractorrijbewijs, en toen hoorde ik over de bachelor Landbouwmechanisatie. Ik dacht meteen: dat zou ik nog willen. Toen vielen mijn ouders echt als een kassei uit de lucht.”

Wat zijn jullie lievelingsvakken?

Jolien: “Tectua! Nieuwigheden over machines, de verschillen tussen de merken bespreken. En ‘Onderhoudstechnieken’. Dat bestaat uit een deel theorie en een deel praktijk. De theorie, bijvoorbeeld over GPS-technologie, krijgen we van externe personen.” Gina: “Dat is altijd interessant, iemand van een extern bedrijf. We zijn op bedrijfsbezoek geweest bij precisie-aardappelteler Jacob Van den Borne. Die deed een hele uitleg over zijn machines, en waarom hij anders werkt dan andere aardappelboeren.”

Welke onderdelen vinden jullie lastig?

Ymke: “RZL (Religie, Zingeving en Levensbeschouwing). Dat vind ik niet echt nuttig, en we krijgen er veel opdrachten voor.

Jolien: “Ik vind het soms jammer dat er zoveel dierkunde, plantkunde en microbiologie tussen zit. Teelten, met rijafstand en zo, ik snap dat we dat krijgen, maar hoe de plant zich ontwikkelt? Dat vind ik te ver gaan. Maar ik besef goed dat het een meerwaarde is om zowel agro- en biotechnologie als landbouwmechanisatie op je diploma te hebben staan.”

Hoe gaan jullie medestudenten om met jullie?

Gina: “Heel goed! Het grappige is dat wij drie de enigen zijn die van een loon- of grondwerkbedrijf komen. De anderen hebben wel loonwerkers in de familie, of onder hun vrienden, of ze komen van een landbouwbedrijf. Soms trekken studenten uit andere richtingen wel een raar gezicht wanneer je zegt dat je landbouwmechanisatie studeert”, grijnst ze.

Ymke: “Onze klasgenoten zijn positief en vriendelijk. De leerkrachten vroegen in het begin wel eens of dat een beetje ging, tussen al die jongens. Ja hoor. Ik heb nooit problemen gehad.”

Hoe zijn jullie ervaringen op stage geweest?

Gina: “De eerste dag kwam ik iets te laat toe in de refter. Oei, wa smijten ze hier nu binnen?, hoorde ik. Dat was een heel groot bedrijf, met meer dan 100 werknemers. Het duurde dus wel even voor iedereen me kende en accepteerde. Maar daarna kon ik overal terecht. Behalve bij één kerel, maar die kon niemand uitstaan, dus dat was geen probleem.”

Ymke: “We zijn thuis klant bij het bedrijf waar ik stage deed. Vroeger ging ik daar zelf om stukken. Toen ik arriveerde voor mijn stage vroegen ze meteen: Ah, Ymke, wat moet je hebben? En ik maar schudden van nee, nee, ik doe hier stage. Maar ze waren het snel gewend, hoor. Nu vragen ze wanneer ik terugkom. Ik heb wel het gevoel dat ze graag nog eens een meisje zouden hebben als stagiair.”

“Ik ben een Claas-meisje, maar tijdens mijn stage was ik verplicht eens met een ander merk bezig te zijn”, vertelt afstuderend landbouwmechanieker Jolien.
“Ik ben een Claas-meisje, maar tijdens mijn stage was ik verplicht eens met een ander merk bezig te zijn”, vertelt afstuderend landbouwmechanieker Jolien. - DC

Jolien: “Wanneer kom je nog eens binnen, dat vragen de ‘collega’s’ aan mij ook als ik ze hoor. Nochtans hoorde ik achteraf dat ze er ook niet helemaal gerust op waren toen ik pas begon.” Ze koos voor een sprong in het onbekende, bij een dealer in tractoren van New Holland. “Ik kreeg de raad om niet te kiezen voor een bedrijf waar we thuis klant van zijn. Zo was ik verplicht om me eens bezig te houden met een ander merk dan wat ik van thuis gewend ben. Ik heb er vanalles gedaan: tweedehands verkoop, magazijn, werkplaats... Ik heb me er goed geamuseerd.”

Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?

Ymke: “Ik wil graag mee in de zaak thuis. Mijn broer is er al in gestapt. Ik neem al een stukje bureauwerk voor mijn rekening, en ik rijd met de machines. Verder begin ik volgend jaar aan de Specifieke Lerarenopleiding, zodat ik zelf ook les mag geven. Als je als vrouwelijke leerkracht iets technisch geeft, komen er hopelijk meer meisjes op af.”

Gina: “Ik wil ook mee in de zaak stappen thuis, al moet ik daar nog eens hard over nadenken. Maar werken in een mechanisatiebedrijf, bij een dealer bijvoorbeeld, zou ik ook graag doen.”

Jolien heeft al een aanbieding op zak, al lonkt het familiebedrijf ook naar haar: “Dat is iets om later te bekijken. Waar het voor mij om draait is dat ik in de landbouwmechanisatie blijf. Daarom ben ik zo tevreden met mijn studie. Ik blijf in de sector waar ik van hou, wat wil je nog meer?”

DC

Lees ook in Mechanisatie

Meer artikelen bekijken