Startpagina

VABI verovert Europa met z’n 4 afdelingen

Reeds meer dan 20 jaar doet VABI aan internationalisering met de afdeling landbouw, maar sinds dit schooljaar krijgen ook alle andere afdelingen de kans om op buitenlandse stage te gaan, dus ook dierenzorg, biotechniek en tuinbouw. Dit schooljaar sturen we meer dan 50 laatstejaars naar diverse Europese bestemmingen.

Leestijd : 4 min

We werken onder de vlag van Erasmus+ en alle geselecteerde leerlingen kunnen hierdoor kostenloos op stage gaan. We werken binnen twee concepten: leerlingen landbouw krijgen de kans om twee weken naar Nederland of Frankrijk te gaan bij een landbouwer, andere leerlingen volgen drie weken ‘les’ aan een Europese landbouwschool over een innovatief onderwerp binnen hun vakdomein. Hiervoor werken we samen met zo’n 15 scholen in gans Europa. De lessen spelen zich niet af binnen de vier klasmuren, maar met veel bezoeken, praktijk, … en dit uiteraard in het Engels met studenten uit alle uithoeken van Europa.

Onderwerpen zijn: Biologische landbouw in Oostenrijk, Agromarketing in Nederland, Ruwvoederproductie in Nederland, Sledehonden in Zweden, Reptielen in Nederland, Hoogproductief melkvee in Denemarken, IPM in Denemarken, … Kortom, genoeg keuze aan onderwerpen. De lijst groeit trouwens elk jaar. Nieuw dit schooljaar is de “Bosbouwstage” in Estland voor leerlingen uit de afdeling tuinbouw. We mogen gerust spreken van een trendbreuk: VABI trekt duidelijk de kaart van internationalisering en zet het ook letterlijk en figuurlijk op de (Europese) kaart. We laten twee leerlingen aan het woord die dit jaar op buitenlandse stage geweest zijn.

Stage ‘Hoogproductief melkvee’ in Denemarken

Rina David (7TSO Melkvee, Luik) ging in maart drie weken naar Denemarken. “Tijdens de cursus "Management of the High Yielding Dairy Cow" in Gråsten hebben we heel veel bijgeleerd. Verschillende onderwerpen kwamen aan bod, zoals fokkerij, reproductie, voeding, droogzetting, klauwverzorging, dierenwelzijn enz... We zaten natuurlijk niet de hele dag in de klas. Bij de school hoort een groot landbouwbedrijf met onder andere een modern melkveebedrijf. Alles wat we in de klas leerden werd in de praktijk bekeken. Dit was heel interessant en een aangename manier van les krijgen.”

Er kwamen ook verschillende sprekers langs, zoals een vertegenwoordiger van een KI-centrum, een lokale veearts, enz.… “Tijdens de laatste week liepen we een paar dagen stage op een Deens melkveebedrijf. We waren met een internationale groep van 16 leerlingen uit Finland, Oostenrijk, Nederland en België. Dit gaf ons de mogelijkheid om met nieuwe mensen uit de sector kennis te maken. Met velen van hen heb ik nu nog steeds contact via sociale media.”

Ze besluit: “Het was heel interessant om te vergelijken hoe men een melkveebedrijf in de andere landen uitbaat. De accommodatie op de school was super. In het weekend maakten we uitstappen zodat we een ruimere blik op Denemarken kregen. Ik ben heel dankbaar voor de kans die ik kreeg en de ervaringen die ik mocht opdoen.”

Bosbouwstage in Estland

Wouter Leys (6TSO Tuinbouw, Houthulst) ging op bosbouwstage met vijf andere leerlingen naar Estland. “Op vrijdag 23 maart zijn we geland in de hoofdstad Tallinn. 's Zondags trokken we met ons busje door het bevroren landschap naar Luua waar de enige bosbouwschool van Estland gelegen is. Meer dan de helft van Estland is bosgrond en daarvan is 3.500 hectare in het bezit van de school,” vertelt hij.

“De eerste dag kregen we een rondleiding doorheen de mooie infrastructuur en volgden we theorie met de nadruk op veiligheid. Dinsdag leerden ze ons in bomen klimmen. Eerst met touwen en in de namiddag met spikes. Het was heel moeilijk om de touwen in de hoge bomen te krijgen, maar eens de touwen in de bomen hingen, verliep het klimmen vlot. Met de spikes was het een stuk lastiger dan met de touwen, omdat je echt je voeten in de boom moest duwen en soms kon uitglijden. Maar het was een zeer leerrijke dag,” gaat Wouter verder.

De volgende dagen werd hen allerlei veltechnieken getoond. “Elke dag gingen we naar een ander bos. Eerst gingen we naar een jong bos waar vooral berken stonden voor de papierfabriek. De hoogste waren er 15 meter. De volgende dag gingen we naar een ouder bos waar we berken en sparren mochten vellen van meer dan 30 meter hoog. In België zouden we dit niet kunnen doen, omdat we niet de bossen en het materiaal hebben dat ze in Luua hebben. De bosbouwschool van Luua is eigenlijk een bosbouwbedrijf met forwarders, harvesters en een houtzagerij.”

In Estland zijn veel bossen beschermd. “Men vertelde ons over de discussie tussen ecologisten en bosbouwers die nu volop woedt. In het weekend bezochten we het nationale park Soomaa, waar de bevers de bomen vellen en spechten en elanden de schors van de bomen pikken en schrapen. Er zitten ook wolven, beren en lynxen. Een groot deel van de ondergrond van het park is turf. Eens de dooi inzet, kan je er letterlijk door de grond zakken.”

En ook over de terugweg kon Wouter wat vertellen: “Op de terugweg naar Tallinn zagen we hoe de sneeuw overal begon te smelten. De bevroren rivieren en watervallen, waar we op gelopen hadden, begonnen te ontdooien. De ooievaars zaten op hun nesten en de berkenbossen begonnen te verkleuren. Weldra zouden in Luua de grote bosbouwmachines uit het bos komen voor het grote onderhoud.”

Leerkrachten P. Vanhoutte, K. Nuytten

Lees ook in

Meer artikelen bekijken