Startpagina Akkerbouw

Onkruiden in de naopkomst aanpakken in de maïsteelt

Vorige week brachten we een eerste bijdrage over de aanpak van de onkruiden in de maïsteelt. Toen stonden we stil bij de nieuwigheden voor dit seizoen en de ervaringen die we in 2017 opdeden.

Leestijd : 9 min

Ook de onkruidbestrijding in vooropkomst en de wettelijke beperkingen rond de inzet van terbuthylazine kwamen vorige week aan bod. In deze bijdrage focussen we op de onkruidbestrijding in na-opkomst.

Naopkomst tegen eenjarige onkruiden (zonder hanepoot, naaldaar of vingergras)

Bij aanwezigheid van éénjarige dicotyle onkruiden is een vroege behandeling in het stadium 4-5 bladeren voldoende met de combinatie Calaris 1l + Dual Gold 0,7 l of Successor 1,2 l of Frontier Elite 0,75 l. Deze middelencombinatie is geschikt als de klassieke grassen zoals duist, straatgras of windhalm nog niet ontwikkeld zijn op het moment van de bespuiting.

Andere oplossingen kunnen eveneens efficiënt zijn: Mesotrion (70 gr a.s.) + Gardo Gold 2l, sulcotrion (225 gr a.s.) of Laudis 1,5 à 1,6 l in combinatie met Aspect T 1,5 à 1,6 l (afhankelijk van het stadium van de onkruiden). Akris ingezet aan 2l in voornoemde schema’s zorgt voor extra bodemwerking.

Indien courante grassen aanwezig zijn kunnen deze bestreden worden door 0,4 à 0,5 l Samson Extra 60 OD toe te voegen of Monsoon Active TCmax 0,75 l. Deze middelen zorgen voor toegevoegde efficiëntie als Bingelkruid met meer dan vier bladeren aanwezig is en mesotrion en sulcotrion worden gebruikt.

Callisto of Laudis zorgen voor een toegenomen werking ten opzichte van Zeus (of Sulcogan) als Papegaaienkruid aanwezig is en bestreden moet worden. Sulcotrion en tembotrion zijn een beetje ‘zachter’ als de planten een vertraagde groei kennen door koude weersomstandigheden. Zeus kan gemakkelijk met verschillende partners gemengd worden. Hij werkt wel iets trager dan Callisto en Laudis. Zij hebben het voordeel iets sneller te werken op onkruiden die iets verder ontwikkeld zijn. Hun werking is finaal zeer volledig op klassieke éénjarige dicotylen, maar Laudis heeft de minste nawerking. Dit stelt echter niet altijd een probleem als de bodemomstandigheden voldoende vocht bieden om een succesvolle inzet van de bodemmiddelen te hebben. Laudis aan doseringen van 1,5 à 1,6 l is altijd iets duurder dan de andere twee voornoemde producten op basis van sulcotrion en mesotrion.

Landbouwers die de onkruidbestrijding willen aanpakken zonder toevoeging van terbuthylazine, moeten vroeger behandelen, bij voorkeur rond het 3-4 bladstadium van de maïs. Tevens moeten ze heel aandachtig zijn voor de waargenomen aanwezige onkruidflora op het perceel.

Aanwezigheid van duist, straatgras, windhalm, bingelkruid, varkensgras, zwaluwtong of kamille, vergen de inzet van een extra middel aan het basisschema. Onyx aan 0,5 l/ha versterkt de werking van de actieve stoffen mesotrion en sulcotrion door sneller te werken en de efficiëntie te verhogen op onkruiden die maar matig gevoelig zijn. Opgepast, we moeten oplettend zijn voor welke spuitschema’s we samenstellen. Om fytotoxiciteit te vermijden mogen zo Monsoon Active 0,75 l en Xinca 0,25 l niet samen met Laudis OD gemengd worden.

Kamille bestrijden

Kamille kan soms moeilijk te bestrijden zijn. Zeker als het vermeerderd is door niet te ploegen. In de na-opkomst kan kamille bestreden worden als ze kleiner zijn dan 10 cm door de klassieke, gebruikte schema’s (Calaris 1,25l + Dual Gold 0,6 l, Laudis 1,75 l + Aspect T 1,75l).

In geval van stevig ontwikkelde kamille worden de beste resultaten bekomen door de toevoeging van 0,25 l Xinca of 20 gr Peak aan de klassieke schema’s die gebaseerd zijn op Callisto of Calaris. Xinca moet echter vermeden worden in schema’s met Laudis OD, omwille van het risico op verbranding in ongunstige omstandigheden. Peak (75% prosulfuron) is eveneens heel efficiënt bij een dosering van 20 gr/ha. Inzet kan in het stadium van twee tot negen bladeren van de maïs. De werkingssnelheid van Peak ligt echter lager. Nagano 1l/ha of Auxo 1,25 l/ha bevat bromoxynil en kan zich in deze context ook heel nuttig bewijzen.

Dicotylen, hanepoot en naaldaar (geen vingergras)

In omstandigheden waar we een flora van éénjarige onkruiden samen met hanepoot en naaldaar terugvinden zijn er diverse middelencombinaties mogelijk. Actieve stoffen zoals nicosulfuron (Samson extra 60 OD); thiencarbazone + foramsulfuron (Monsoon active), tembotrion (Laudis) kunnen ingezet worden voor de aanpak van deze gierstgrassen.

Mesotrione of sulcotrion hebben een breed werkingsspectrum én nawerking waardoor ze veelal de basis vormen voor de bestrijding van dicotyle onkruiden in de na-opkomst. Laudis kan ook deze rol spelen. Voornoemde actieve stoffen zijn zeer bruikbaar tegen melganzevoet en uitstaande melde die minder goed bestreden worden door bodemmiddelen (met uitzondering van pendimetahline).

Bij gebruik van sulcotrione of mesotrion moeten hanepoot en naaldaar bestreden worden door contactwerking van een nicosulfuron of Monsoon active. Hun werking is doorgaans langzaam maar efficiënt tegen deze twee grassen. We dienen er waakzaam voor te zijn dat we behandelen bij voldoende luchtvochtigheid (toepassing ’s avonds of ’s ochtends vroeg) als we doorheen een droge periode gaan.

Gezien de beperkte nawerking dienen we aan de behandeling 2l Gardo gold of Aspect T 1,6l of Akris 2l toe te voegen. Deze versterken de contactwerking door de aanbreng van terbuthylazine. Dit alles zorgt voor een efficiënte nawerking op eenjarige grassen.

Het optimale stadium voor een efficiënte behandeling waarbij de aanwezige onkruiden bestreden worden en er voldoende nawerking is, situeert zich tussen het stadium van 4e à 5e zichtbare blad (de vroege na-opkomst dus) als het spuitschema terbuthylazine bevat. De verst ontwikkelde hanepoten en naaldaren hebben dan het stadium bereikt van drie bladeren tot begin strekking.

Zonder terbuthylazine in de spuitmiddelencombinatie moet er iets vroeger ingegrepen worden op minder ver ontwikkelde onkruiden én dient de dosis van de bodemmiddelen verhoogd te worden.

In dezelfde omstandigheden kunnen Samson Extra 60 OD en Monsoon Active efficiënt ingezet worden, en zelfs toegepast worden op hanepoot en naaldaar dat iets verder is ontwikkeld. Deze twee producten kunnen gespoten worden tot het zevende zichtbare bladstadium van de maïs. Als de maïs een groeivertraging meemaakt door te koude weersomstandigheden wordt de combinatie Zeus (of Sulcogan) + nicosulfuron verkozen voor de combinatie Callisto of Calaris + Samson Extra 60 OD.

Laudis 1,75 à 2l + Aspect T 1,6l kan eveneens zeer goede resultaten geven bij de bestrijding van éénjarige onkruiden, hanepoot en naaldaar. De prijs is vergelijkbaar met die van een drieledige spuitcombinatie.

De aanbevolen schema’s, zonder terbuthylazine, kunnen aangevuld worden met mengpartners in functie van welke moeilijke onkruiden aanwezig zijn. Bij aanwezigheid van varkensgras wordt de voorkeur gegeven aan Monsoon Active ten opzichte van nicosulfuron.

De vroege naopkomst is het ideale moment om de onkruiden in de maïsteelt aan te pakken.
De vroege naopkomst is het ideale moment om de onkruiden in de maïsteelt aan te pakken. - M.deN.

Laudis, de oplossing op vingergras

Percelen waar we vingergras op terugvinden zijn minder talrijk dan percelen waar we naaldaar en hanepoot op terug vinden. Toch zijn er jaar na jaar meer percelen en ook meer regio’s waar we het probleem aantreffen. Het noorden van ons land is het meest betrokken. We vinden er zelfs gladvingergras en occasioneel ook bloedgierst terug. Dit ook op percelen in het westen van Henegouwen, ten noordoosten van Luik en in het Brabantse. Lichte zandgronden uit de Jurasstreek zijn het meest betrokken. Hun opkomst is doorgaans later dan deze van de andere grassen.

Sinds het verbod op de verkoop van Clio Elite en Arietta is de combinatie van Laudis (tembotrione + isoxadifen ethyl) met een antigrassenmiddel dat nawerking biedt (zoals Aspect T, Akris of Gardo Gold) de enige referentie-oplossing tegen een complexe flora van éénjarige grassen met glad vingergras, bloedgierst, kransnaaldaar, groene naaldaar en hanepoot vanaf het eerste zichtbare bladstadium tot het begin van de uitstoeling.

Wil men zeker zijn van een goed resultaat naar de bestrijding van glad vingergras, dan is een vroege behandeling zeer belangrijk. Er mag niet later dan bij de uitstoeling behandeld worden!

Kale gierst en Zuid-Afrikaanse gierst

Kale gierst en Zuid-Afrikaanse gierst vinden we vooral in Vlaamse zandgronden terug en in de Kempen. Maar sinds enkele jaren ook in Waalse regio’s zoals het land van Herve en Waals Brabant.

Een bespuiting met Laudis 2l à 2,25l + Aspect T 2l of Akris 2l heeft zijn schitterende werking op deze grassen reeds bevestigd. In vooropkomst en met vochtige bodemomstandigheden kan een volledige bestrijding bekomen worden als ook een bodemmiddel wordt ingezet zoals Frontier Elite 1,4l of Akris 2,25l. Op basis van proeven de voorbije twee jaar zorgde ook de combinatie van Adengo 0,33l in vooropkomst en Laudis 2l + Frontier Elite 1l (+ Samson extra 60 OD 0,5l) in het 1 tot 3-bladstadium van de grassen voor een totale controle over Zuid-Afrikaanse gierst.

Kortom, het succes van een na-opkomst behandeling tegen deze ‘nieuwe grassen’ wordt maar verzekerd als een bespuiting in omstandigheden met een bevredigende vochtigheid kan plaats vinden én in een zeer vroeg ontwikkelingsstadium van de onkruiden (maximum 2 à 3 bladstadium tot 1 cm uitstoeling). Eens dit stadium voorbij wordt de onkruidbeheersing veel problematischer.

Doorlevende onkruiden

Haagwinde

De grote moeilijkheid in de bestrijding van haagwinde is de verspreide opkomst van dit onkruid én de moeilijkheid om het wortelstel ervan in de diepte te raken.

Callam samengesteld uit tritosulfuron 12,5% en dicamba 60% is zeer efficiënt tegen haagwinde aan een dosering van 0,4 l/ha. In geval van een zware druk kan de dosis gefractioneerd worden in een eerste gift van 0,25 kg gevolgd met een correctie tien dagen later met 0,15 kg voor het beste resultaat. Callam kan gemengd worden met de meeste courante middelen.

Casper samengesteld uit dicamba 50% en prosulfuron 5% is efficient voor de bestrijding van haagwinde en laat ook het jaar erna maar weinig kieming van haagwinde meer zien. De erkende dosis bedraagt 300 gr/ha toegepast in één of twee behandelingen (eerst 200 gr, later nog eens 100 gr).

Banvel ingezet aan een dosering van 0,4l is een compromis tussen selectiviteit ten aanzien van de teelt en efficiëntie. In geval van een zware druk van haagwinde wordt Banvel in de praktijk ingezet aan een dosering van 0,4l gevolgd door een correctie met Peak 20 gr/ha. Banvel kan gecombineerd worden met de meest gangbare actieve stoffen. Aan een dosering van 0,25l vernietigt Banvel zwaluwtong, kleefkruid en muur.

Ook Kart (fluroxypyr 100 g/l + florasulam 1 g/l) kan ingezet worden in de strijd tegen haagwinde. De efficiëntie van Kart aan een dosering van 0,7l is vergelijkbaar met deze van Banvel. Een correctie 7 à 10 dagen later met Kart 0,5l + Peak 10 gr/ha kan steeds nog nodig zijn bij late kiemers van haagwinde. De selectiviteit van deze behandeling is zeer goed. Tevens is er een complementaire actie naar de bestrijding van herderstasje, kruiskruid, zwaluwtong en vogelmuur. Voornoemde producten kunnen tevens met andere partners gemengd worden.

Kweek en fioringras

Er zit wel degelijk een verschil tussen kweek en fioringras. Kweek heeft een oortje onderaan het blad. Een behandeling met glyfosaat is een goede oplossing als de omstandigheden goed zitten en het toelaten voor of na ploegen.

Na zaai kan een toepassing van Samson extra 60 OD bij een dosering van 0,75l. Best wordt gecombineerd met Zeus 0,75 l + Gardo Gold 2 l (of Aspect T 1,6 l).

In een complexe flora zal een mengsel van Monsoon Active 1l met Callisto 0,75 l en Aspect T 1,6 l (Gardo Gold 2l) eveneens een goede bestrijding van kweek laten zien.

Aardappelopslag

Aardappelopslag kan het best bestreden worden wanneer de verst ontwikkelde aardappelplanten 10 à 15 cm zijn door een bespuiting met Callisto 1 à 1,25l plus partner in functie van de aanwezige flora. Het mengsel met Callisto 1l + Aspect T 2l + (Starane Forte 0,4l of Starane 0,7 l of Banvel 0,4 l) laat eveneens een goede bestrijding van aardappelopslag zien. Deze behandelingen zijn wel onvoldoende tegen de latere opkomst van aardappelknollen.

Opslag van witloof en cichorei

De grote moeilijkheid bij de bestrijding van witloof- of cichorei-opslag is de gespreide kieming in de tijd doordat de wortels ook gespreid zitten op verschillende diepte in de bodem. Een gefractioneerde toepassing met eerst Casper 0,2 kg dan Casper 0,1 kg + Trend 0,1% en Banvel 0,4l dan Peak 0,02 kg + Trend 0,1% laat excellente resultaten toe. De bestrijding is zeer goed op reeds aanwezige witloofopslag tijdens de bespuiting, maar ook op deze die kiemen na de behandeling.

Knolcyperus bestrijden

Alvorens knolcyperus chemisch te bestrijden, dienen diverse preventieve methoden gerespecteerd te worden. De tractor en werktuigen kunnen de knolletjes verspreiden tussen percelen. Het is dus essentieel om de machines goed te reinigen als een ‘besmet’ perceel is bewerkt. Verspreid knolcyperus ook niet door besmette grond van het ene perceel naar het andere te brengen. Sommige ‘aardappel- of groentecontracten’ vereisen dat het perceel vrij is van knolcyperus. Besmette bietenpercelen werden reeds geweigerd door de suikerfabriek.

Een landbouwer die een perceel heeft dat besmet is met knolcyperus moet vermijden om hier een teelt op te zetten die geneigd is om grond af te voeren zoals: aardappelen, bieten, cichorei, wortelgroenten, bollenteelt, …

Knolcyperus bevindt zich op verschillende dieptes in de grond. De opkomst ervan zit dan ook verspreid in de tijd en de chemische strijd ertegen moet zich dan ook opsplitsen in twee behandelingen. De eerste behandeling gebeurt wanneer de knolcyperus een lengte heeft van 5 à 15 cm in het 5e à 6e bladstadium van de maïs. Een bestrijding van 99% wordt bereikt met een eerste behandeling bestaande uit Zeus 1l + Onyx 0,75 l of Osorno 0,5 l + Zeus 0,5 l + Onyx 0,75 l gevolgd door een tweede behandeling twee weken later met Osorno 1l + Onyx 0,75 l.

Een behandeling in vooropkomst kan ook met bijvoorbeeld Dual Gold 1,6l. Dit draagt sterk bij aan een goed resultaat. Hierna kan een correctie uitgevoerd worden met Callisto 1l + Onyx 0,75l. Deze tweede behandeling kan de knolcyperus bestrijden die is gekiemd na de eerste toepassing.

TD naar G. Foucart,

F. Renard, J-P Mazy et

M. Mary CIPF, UCL –

Louvain-la-Neuve

Lees ook in Akkerbouw

Bruine roest breidt uit in wintertarwe

Granen Waarnemingen in graanpercelen tonen een zekere uitbreiding van bruine roest, zo meldt het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG). Septoria blijft uiteraard aanwezig en zal door het buiige weer verder moeten opgevolgd worden. Ook de gevoelige variëteiten voor gele roest moeten in het oog worden gehouden.
Meer artikelen bekijken