Startpagina Actueel

Hoe Wageningen UR opstond uit de dood

De Nederlandse Wageningen UR staat internationaal aan de top op het gebied van agrarisch onderwijs en onderzoek.

Leestijd : 5 min

Op de ranglijsten van belangrijkste landbouwuniversiteiten wereldwijd scoort de universiteit steevast een top drie notering. Haar belangrijkste universitaire concurrenten: de University of California in Davis en Cornell University. In één lijst, die van de National Taiwan University, staat ze op 1, en Gent op 6. Wat betreft (toegepast) onderzoek spiegelt ze zich aan het Franse INRA en Braziliaanse EMBRAPA. Een knappe prestatie voor een universiteit en onderzoekscentrum dat gelegen is in een groot uitgevallen dorp in de bossen in het oosten van Nederland, ver weg van de dichtbevolkte Randstad.

Ongeveer een derde van de 38.000 inwoners van de plaats is student of werkt aan de universiteit en het gelieerde onderzoekscentrum. Net als Leuven wordt de plaats dus gedefinieerd door de universiteit, waardoor in de Nederlandse landbouw vaak gewoon over ‘Wageningen’ wordt gesproken in plaats van Wageningen UR. Personen die aan Wageningen UR zijn afgestudeerd, ‘Wageningers’, domineren de topplaatsen in het management van de grote ondernemingen in de Nederlandse agribusiness, de coöperatiebesturen en het landbouwministerie. De invloed breidt uit naarmate de studentenaantallen groeien. Op dit moment studeren circa 11.000 mannen en vrouwen aan Wageningen UR. In 2003 telde Wageningen UR nog 4.500 studenten.

Internationaal

De universiteit richt zich ook steeds meer op het buitenland, met enkel nog Engelstalige master-studies. Van de bachelor-studenten was in 2016 3% niet afkomstig uit Nederland. In de Master-fase was liefst 40% afkomstig uit het buitenland. De helft van de 2.198 internationale studenten kwam uit de EU of aanpalende landen. De grootste groep buitenlandse studenten kwam uit China (383), Indonesië (263) en Duitsland (235).

In 2017 stonden 88 Belgen ingeschreven, waarvan 64 voor de Master-fase. Het aantal is gegroeid – het waren er lang een stuk of 50 – maar toch niet indrukwekkend. Voor studenten uit België is Wageningen UR relatief ver weg. De campus van Wageningen UR ligt op ongeveer 110 km van de grens. Daar komt bij dat België zelf met de Katholieke Universiteit Leuven één van de beste algemene universiteiten van de EU heeft, en de Universiteit Gent een internationaal zeer sterke reputatie heeft op het gebied van biotechnologie. Het was in Gent dat de basis werd gelegd voor genetisch gemodificeerde gewassen.

De vooraanstaande positie van Wageningen UR is een verhaal van wederopstanding. De universiteit werd in 1986 ‘gepromoveerd’ van Landbouwhogeschool tot Landbouwuniversiteit. Het aantal studenten daalde echter en de overheid zette in op een fusie met de universiteit in Utrecht of Nijmegen. De Universiteit van Utrecht had reeds een goede reputatie wat betreft haar faculteit diergeneeskunde. Het voorgestelde voordeel van een dergelijke fusie: gedeelde overhead-kosten maar ook een bredere blik, met naast landbouwstudies ook studies als chemie, geneeskunde en recht.

Mede door ingrijpen van minister Cees Veerman, een akkerbouwer die ooit in Wageningen doctoreerde, werd uiteindelijk een andere koers ingeslagen. De Landbouwuniversiteit ging samen met de Dienst Landbouwonderzoek en het Praktijkonderzoek. Wageningen UR was geboren. De universiteit verbreedde haar aandachtsveld van landbouw naar ‘levenswetenschappen’, fuseerde met de DLO’s (toegepast onderzoek) en zocht nadrukkelijk het buitenland op.

Nieuwe campus

Vanaf 2007 richtte Wageningen UR een gloednieuwe campus in, met nieuwe gebouwen en inrichting. Op de campus werd ook de agrarische hogeschool STOAS gevestigd. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina bouwde er een R&D-centrum, waar meer dan 300 mensen werken. Ook voedingsmiddelenconcern Unilever bouwt haar wereldwijde innovatiecentrum voor voeding in Wageningen.

Andere voedingsbedrijven die zich al dan niet met een klein observatiekantoor hebben gevestigd in Wageningen, zijn bijvoorbeeld de Chinese zuivelgigant Mengniu en de Japanse sojasauzenmaker Kikkoman. Niet iedereen kiest voor Wageningen UR. De universiteit verloor de strijd om een groot onderzoekscentrum van het Franse voedingsbedrijf Danone van Utrecht. Volgens de Fransen is Utrecht en het nabije Amsterdam aantrekkelijker voor internationaal toptalent – en vanuit Utrecht is Wageningen nog steeds dichtbij.

‘Wageningen’ viert haar 100-jarige bestaan met extra lezingen, symposia en een lobby richting de overheid voor meer geld voor onderzoek en onderwijs. Wageningen UR is volgens bestuursvoorzitter Louise Fresco – voorheen bestuurder van onder meer Unilever en de wereldvoedselorganisatie FAO – weliswaar wereldtop, maar de rest van de wereld zit mede door naar het buitenland terugkerende Wageningers niet stil. Vooral vanuit China ziet Fresco de concurrentie toenemen. Dat is volgens Fresco geen reden om het buitenland af te sluiten voor ‘Nederlandse’ kennis. Hoe meer kennis gedeeld wordt, hoe meer mensen daar weer nieuwe wetenschappelijke wegen mee kunnen verkennen.

Bedrijfsleven

Het is wel een reden om te blijven investeren. In plaats daarvan draait de Nederlandse overheid al enige tijd de duimschroeven aan. De universiteiten moeten wat de overheid betreft naar Amerikaans voorbeeld een groter deel van hun onderzoek zonder overheidsgeld financieren. Dat betekent meer banden met het bedrijfsleven en dat moet worden ingezet op spin-offs waarmee onderzoek te gelde kan worden gemaakt. Meer banden met het bedrijfsleven is een risicovolle onderneming; nu al klinkt vanuit een deel van de organisatie dat Wageningen UR geen speelbal moet zijn van grote concerns.

Toen de Wageningse plattelandssocioloog Jan-Douwe van der Ploeg met pensioen ging, waarschuwde hij de universiteit: staar je niet blind op het geld van de grote ondernemingen en zet niet onverdroten in op grootschalige, hoogtechnologische landbouw als oplossing voor het wereldvoedselvraagstuk. Van der Ploeg werkte onder meer in Colombia, Guinée Bissau, Ivoorkust, Peru en Ghana. Zijn ervaring leerde hem dat het juist eenvoudige, vaak maatschappelijke veranderingen zijn die landbouwontwikkeling mogelijk maken - zoals het organiseren van coöperaties, bekampen van corruptie en vrouwenrechten.

Onderzoeker Michel Haring van de Universiteit van Amsterdam is al jarenlang een belangrijke criticaster van Wageningen UR. De universiteit zou met haar blik op praktische toepassing nalaten onderzoek te doen naar een onderwerp, alleen maar omdat het een onderzoeker interesseert. Juist uit die schijnbaar nutteloze oefeningen komt vaak interessante kennis voort, vindt Haring.

Spin-offs

Wat betreft spin-offs kan Wageningen UR leren van Vlaanderen, want uit een doorlichting van de overheid bleek dat nauwelijks spin-offs uit ‘Wageningen’ voortkomen. Wageningen UR wijt dat juist aan haar kracht: het samenwerken met bedrijven, in plaats van het willen zijn van een bedrijf. Ondertussen is op de campus wel een apart gebouw ingericht waar spin-offs en startups tegen kostprijs ruimte kunnen huren.

Het gebrek aan succes met spin-offs vormt een contrast met technische universiteiten in Delft, Enschede en Eindhoven, en Vlaanderen, waar mede dankzij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB)spin-offs vanuit universiteiten worden gelanceerd. Zo werd met inbreng van het VIB Alphea.bio gestart.

De onderzoekers beginnen met middelen tegen schimmelziektes in granen en willen binnen drie jaar ten minste één marktrijp product voor graantelers presenteren. De spin-off wist bij een eerste ronde langs investeerders € 7,7 miljoen op te halen en kreeg nog eens een Vlaamse innovatie-subsidie van € 1,3 miljoen.

Wageningen UR geeft toe dat de hoeveelheid nieuwe bedrijven tegenvalt in het licht van de Nederlandse technische universiteiten en Vlaanderen. De raad van bestuur stelde daartoe in maart van 2017 een directeur ‘waardecreatie’ aan. De komende jaren moet de directeur, Sebastiaan Berendse, het aantal spin-offs vergroten. De universiteit benadrukt daarbij dat ze met haar banden met het bedrijfsleven ook veel kennis tot waarde brengt. Maar ruimte voor verbetering, die is er zeker.

JCB

Lees ook in Actueel

Landsbond Pluimvee vecht ministerieel besluit over kalkoenen aan

Pluimvee De Landsbond Pluimvee, de sectororganisatie voor pluimveehouders, heeft na overleg met de Vlaamse kalkoenenhouders, een verzoekschrift neergelegd bij de Raad van State tot vernietiging van het ministerieel besluit van 22 december 2023 van de Vlaamse regering tot vaststelling van de minimumvoorschriften voor de bescherming van kalkoenen.
Meer artikelen bekijken