Startpagina Varkens

Eindelijk inzicht in echte waarde eindbeer

Geen enkele zeugenhouder moet overtuigd worden van het feit dat ‘genetica’ belangrijk is voor de technische prestaties van een zeugenbedrijf, maar de waarde van de eindbeer wordt onderschat. Via de website httpos://testwerking.ilvo.be kan je nu een deel van de beren in alle aspecten én in alle onafhankelijkhied vergelijken. Dit zijn weliswaar voornamelijk VPF-beren, maar daar zou wel eens sneller dan sommigen wensen verandering in kunnen komen...

Leestijd : 5 min

Welk sperma wil je? “Het goedkoopste.” Het is een dialoog die heel vaak aan de telefoon met een ki-station weerklinkt. Nochtans kan goedkoop ook duurkoop zijn. Vlaams onderzoek toonde aan dat de juiste beer de varkenshouder tot 10 euro extra marge per vleesvarken kan opleveren. Alleen is de vraag waarmee varkenshouders worstelen vaak: hoe weet je welke beer de beste is. Als we genetica-organisaties mogen geloven, zijn immers alle beren topberen.

Onafhankelijk ILVO

Een testwerking die beren uit verschillende ‘huizen’ met elkaar vergeleek, ontbrak. Tot ABS, Boerenbond, de Federatie Belgisch Vlees (Febev) en IVB (Interprofessioneel Vereniging voor het Belgisch vlees) via een interprofessioneel akkoord ILVO de opdracht gaven om de testwerking te coördineren.

Door dit door een onafhankelijke instantie te laten doen, krijgt de varkenshouder de mogelijkheid om beren correct met elkaar te vergelijken. Varkenshouders betalen er ook voor:  € 0,0175 per te classificeren varken dat geslacht wordt in een slachthuis in Vlaanderen.

Gegevens verzamelen

Het ILVO verzamelt data van in de hele keten (zie figuur op de volgende pagina). “Wat varkenshouderijen betreft gaat het om gewone varkenshouders, die niets veranderen aan hun bedrijfsvoering. Zo castreert het ene bedrijf, terwijl de andere de beren intact laat. De genetica is ook verschillend. Maar we kunnen die gegevens statistisch perfect vergelijkbaar maken”, aldus Alice Van den Broeke, die op ILVO de testwerking coördineert. Ook seizoenseffecten wordten er uit gefilterd.

Gegevens uit de kraamstal, biggenbatterij, vleesvarkensstal en slachthuis komen in een database die het ILVO ontwikkelde, waarin alle binnenkomende gegevens aan de juiste eindbeer worden gekoppeld.

De parameters van de verschillende eindberen zijn voor iedereen raadpleegbaar en vergelijkbaar op https://testwerking.ilvo.be. Momenteel is de tool functioneel voor de kraamstalgegevens en het vleespercentage van de nakomelingen. Later, vermoedelijk in september, worden daar ook dagelijkse groei en voederconversie aan toegevoegd.

Tot in detail

De onlinetoepassing bestaat uit verschillende tabbladen. In het ‘overzicht alle beren’ kan je alle geteste beren met elkaar vergelijken over de verschillende parameters heen. Via een schuifknop kan je zelf bepalen hoe belangrijk je bepaalde factoren vindt.

Vervolgens kan je uit de keuzelijst maximaal vier eindberen gedetailleerder bekijken. Je kan ook sorteren op ki-centra en op type eindbeer. Via ‘Vergelijk Beren’ kan je zelfs zien wat de variatie was ten opzichte van het gemiddelde. Een korte foutenvlag geeft aan dat de geteste worpen of vleesvarkens weinig varieerden voor de betreffende parameter. Alle gedetailleerde informatie per eindbeer is ook nog beschikbaar in tabelvorm op het tabblad ‘Beerinfo.’

Groot belang

Het belang van een goede beerkeuze voor de rendabaliteit van een bedrijf kan moeilijk overschat worden. “De eindbeerkeuze komt op regelmatige basis terug. Het is een kans om als varkenshouder bij te sturen en met relatief weinig inspanning het saldo op te krikken”, aldus ILVO-onderzoeker Frederik Leen. “Binnen éénzelfde bedrijf is een verschil van 200 gram voederconversie tussen verschillende eindberen makkelijk te vinden”, zo klinkt het. Ook vonden onderzoekers van KU Leuven en het ILVO verschillen tot 75 gram in dagelijkse groei en 2 % in vleespercentage. “Financieel gaat het om enkele euro’s per vleesvarken aan voederkosten dat je kan uitsparen. Dat geeft vanzelfsprekend een groot effect op het saldo.”

Leen denkt evenwel niet dat iedereen nu massaal dezelfde ‘allerbeste’ beer gaat nemen. “Ieder bedrijf is anders, heeft eigen knelpunten. Bedrijven kunnen specifiek kijken voor het verbeteren van kwaliteit, groei of een betere karkasqualificatie.”

Een onderwerp

Varkenshouder Bart De Baerdemaker uit Mollem (Vlaams Brabant) is in ieder geval enthousiast. “Verschillen in de genetica van de beer laten zich op meerdere vlakken zien. Nu we met verschillende oormerken per beer werken, zien we dat goed op bijvoorbeeld het vlak van agressiviteit.” De Baerdemaker levert varkens voor Colruyt, en hecht als gevolg daarvan een bijzondere aandacht aan uniform afleveren. “Ik denk dat een werkinstrument zoals dit een enorm hulpmiddel kan zijn voor de varkenshouder”, zo besloot hij.

Ook Francis en Marleen Hanssens-Messely hoeven niet overtuigd te worden. Zij zijn één van de twee praktijkbedrijven waar gegevens over de verschillende beren nauwgezet worden ingegeven. “Als varkensboer krijg je erfbetreders die een zeugenlijn of voeder komen presenteren over de vloer. Maar over de berenlijn wordt er meestal niet gesproken. Met de onafhankelijke test, wordt er onder varkenshouders meer gesproken over de beerkeuze; dat is op zich al een meerwaarde.”

De test getest

Ook Domien Cornette van het gelijknamige ki-station zag wel het voordeel. “Nu krijgen we die info in droge excel-tabellen. Als het aantal beren groter wordt, zie ik dit wel te gebruiken. Nu hebben we info uit testen van fokkerijorganisaties. We hopen dat de testen uit fokkerijorganisatie zelf dezelfde zijn als wat we hier zien. Daar is het nu nog even te vroeg voor.”

Grote ogen

Vanuit de boerenorganisaties waren de reacties positief. Al konden ze natuurlijk niet om dat éne - voorlopig - zwakke punt. Ruim meer dan 90 % van de afgeteste beren betreft beren uit Vlaamse Piétrainfokkerij (VPF). Er worden daarbuiten nog enkele beren van Rattlerow-Seghers en Belgian Piétrain (AWE) getest. De grote afwezige is BelPi Genetics, en in mindere mate German Piétrain en de Franse Piétrain (Nucleus). Zij houden momenteel de boot af. “We moeten gaan naar een soort Test-Aankoop van beren; die vragen ook niet vooraf aan fabrikanten of ze iets mogen testen”, bepleitte Paul Cerpentier van ABS.

Ook Wouter Wytynck (Boerenbond) bemerkte nog ‘koudwatervrees’ bij andere berengenetica-leveranciers. Volgens het Departement Landbouw & Visserij zou er geen wettelijke reden zijn die het ILVO kan verbieden om beren van andere leveranciers te testen. De stuurgroep zal hier binnenkort een beslissing over nemen. Wordt zonder enige twijfel vervolgd.

Wytynck prees het unieke karakter van de testwerking. “In het buitenland kijken ze met grote ogen naar wat wij realiseren. Het continu evalueren van beren is uniek.” Hij maakte de vergelijking met de maïsrassenlijst: een systeem waarbij producten objectief met elkaar vergeleken worden, maar waar ieder commerciële partij toch zijn eigen klemtonen kan leggen. “De concurrentie zal geneticaleveranciers zonder twijfel triggeren om beter te worden. Varkenshouders, en met hen de hele keten erachter, zullen profiteren.

IDC

Lees ook in Varkens

Mobiele buitenstal verhoogt dierenwelzijn bij biologische varkens

Varkens Mobiele buitenstallen zien we in Vlaanderen doorgaans vooral voor vlees- of legkippen. Dankzij een nieuw stalsysteem kunnen nu ook zeugen met hun biggen buiten op de weide rondlopen. De biologische varkenshouderij De Vleterbeek uit Poperinge is volgens BioForum de eerste met zo’n mobiele buitenstal.
Meer artikelen bekijken