Startpagina Paarden

Paard(en) houden op een relatief klein perceel

Vroeger hoorde men maar al te vaak dat paarden meerdere hectare nodig hadden. Een regelmatige oversteek richting onze Noorderburen leerde ons vrij snel dat het ook anders kon.

Leestijd : 3 min

In het Nederlandse ‘buitengebied’ zijn kleine paardenboerderijen schering en inslag. En wel onder de vorm van een huis op het platteland omringd door enkele stallingen met een paard (of twee) dichtbij huis. Ze bepalen er het straatbeeld op het platteland tussen de grote professionele landbouw- en –paardenbedrijven. Onze Noorderburen kenden deze woningen trouwens een elegante naam toe: woonboerderijen.

Paard aan huis

Heel herkenbaar is dit, ook op het Vlaamse platteland. De vroegere, leefbare landbouwbedrijfjes werden immers de paardenboerderijtjes van vandaag. Tal van mensen willen landelijk wonen en daarbij horen dan ook ontegensprekelijk dieren. En als er een lapje grond bij hoort, komt de droom van een eigen paard pas echt in zicht. Want de aantrekkingskracht tussen mens en paard doorstond de tand des tijds.

In de Brakelse deelgemeente Everbeek bijvoorbeeld, kwamen er op enkele jaren tijd niet minder dan een tiental gezinnen met paarden wonen. Dergelijke woningen annex stallen, zijn zelfs niet langer weg te denken uit het landschap van de Vlaamse Ardennen. Zonder subsidie van welke aard dan ook, kozen deze eigenaars resoluut voor de verbouwing van een hoevetje annex paardenstal.

In de vroegere boomgaard, die gelukkig veelal bij de boerderij bleef horen, lopen nu een of twee paarden. Of een warmbloed en een kleine pony. Een ‘alleenstaand’ paard kreeg als buur enkele schapen of geitjes. Nog andere paarden stellen het prima alleen. Onze gedomesticeerde paarden die geen weet hebben van kuddedrang, hebben zich immers reeds lang verzoend met een leven, waar ze alle aandacht en zorg van hun eigenaar maar al te graag incasseren. En ja, de boerenromantiek van vroeger werd paardenromantiek en waarom ook niet?

En de hectaren dan?

Tal van deze woonboerderijen moeten het dus stellen met de omringende grond. Geluksvogels kunnen misschien bogen op een hectare, maar in de meeste ‘Vlaamse’ gevallen is het bijbehorende perceel tussen de 30 en de 70a groot. Toegegeven, 30 are is wat weinig en met 70 are klaart u de paardenklus al beter.

Als een hobbymatige paardenhouder op een perceel van 70 are een paard wil houden lukt dat best. Op voorwaarde dat hij beschikt over gezond boerenverstand en niet over grootheidswaanzin.

Een perceel van 70 are kan makkelijk opgedeeld worden in een zanduitloop en een ruime weide verdeeld in twee percelen. Terwijl op het ene perceel een snede hooi groeit (zie foto), graast de viervoeter het eerste perceel lentegras kort. Eens het hooi geoogst wordt de tweede stikstofgift van het seizoen gegeven en krijgt het gras de tijd om te groeien.

In de warmste zomermaanden beschikt koning paard dan regelmatig over enkele uren weidegang met sappig jong gras. Vooropgesteld dat hij een deel van dag doorbrengt in de uitloop, waar hij beschikt over vers water, hooi en onderdak.

Makkelijk bij te houden is

Er zijn tal van voordelen aan ‘beperkte begrazing’. Natuurlijk kan een paard zich niet voeden zoals het hoort op een perceeltje van pakweg 30 are. Dit paard dient het jaar rond te worden bijgevoederd, weliswaar met een minimum aan krachtvoer en hooi à volonté als het om een hobbypaard gaat. En hiervoor dient dan ook het nodige management voor aankoop en stockage te worden voorzien.

Wat de weidegang betreft is hier geen vuiltje aan de lucht. Een klein perceel met afwisselende beweiding laat zelfs een perfect weidemanagement toe. Meststof strooien en onkruidbestrijding kunnen makkelijk worden ingepland. Indien mogelijk kan dit zelfs manueel. Een ronde met de rugsproeier is dan zelfs perfect haalbaar. Ook het verwijderen van mest op de weide is snel gebeurd, net als een ronde met de bosmaaier, eens het gras te hoog wordt aan de buitenzijde van de weide.

Voor bepaalde klussen zoals het weghalen van de mesthoop of het bloten of maaien van de weide, moet het wel mogelijk zijn toegang te krijgen tot een tractor, wiellader en aanhangwagen.

Een paard dat beschikt over beperkte weidegang is al even ‘makkelijk bij te houden’ als zijn weide. Het dier is stukken beter in de hand dan de paarden die in groep op een grote weide hun zomer doorbrengen. Eigenlijk ziet men de voordelen van dergelijke kleine paardenhouderij pas in, als men een veulen fokt bij een ‘alleenstaande merrie.’ Maar dat is dan weer en ander verhaal!

In een volgend artikel hebben we het over de zanduitloop en de opslag van hooi en voordroog op een kleine paardenboerderij.

Patricia Parrein

Foto: PhP

Lees ook in Paarden

Meer artikelen bekijken