Alles groeit aan recordtempo

D oor de goede weersomstandigheden zijn ook de nutriënten ten volle beschikbaar voor het gewas door mineralisatie.

Aardappelen

De aardappelen kennen een ongelooflijk snelle loofgroei. Tijdig behandelen tegen plaag en coloradokever is nu zeker nodig. We kenden reeds meerdere dagen zeer geschikte omstandigheden om de schimmel zich te laten ontwikkelen. En op die plaatsen waar er overvloedige buien vielen, is het gewas duidelijk gevoeliger en zien we de eerste plaag.

Gelukkig stonden vele percelen nog in de begin van de opkomst bij de zeer zwoele omstandigheden van week 24 mei tot 3 juni. Anders was de plaagdruk nu al enorm geweest.

In aardappelvelden wordt ook zonnebrand vastgesteld.

Bieten

In het oosten van het land is de onkruid bestrijding in de bieten afgewerkt. In het westen zitten we op de meeste percelen ook in deze fase.

Maïs

De maïs groeit in een recordtempo. De onkruidbestrijding verloopt zoals het hoort. Doordat het nu wel overal al wat regende na de zaai zullen alle schema’s voldoen.

Vorig jaar leerden we dat 10 liter water per vierkante meter voldoende kan zijn om schema’s te doen lukken. Enkel indien we die hoeveelheden niet halen, hebben onze onkruidbestrijdingsschema’s het lastig.

Geen neerslag tussen zaai en behandeling of kort na de behandeling betekent geen 100% resultaat.

Enkel behandelen na een fikse bui van 15 l of meer maakt dat maïs gevoelig staat voor herbiciden en je behandelt dus het best niet kort erna. Verbandingsverschijnselen groeien snel uit bij maïs

In de onkruidbestrijding bij maïs kan men vele kanten op. Afhankelijk van te verwachten onkruiddruk of grootte van het onkruid kan men dan nog eens met dosissen spelen. Ook de teeltrotatie speelt een rol. Voor veetelers met gras en maïs ziet deze er anders uit dan voor vollegrondsgroentetelers waar maïs ter afwisseling staat. Deze laatste wensen kraaknette percelen maïs terwijl veetelers een stuk minder kritisch zijn.

Toch merken we op dat diegene die de goedkopere schema’s gebruiken ook sneller probleemonkruiden kennen zoals doorlevenden en grotere concurrentie van zomergrassen.

Weet dat je in maïs de kans krijgt om veel problemen te veroorzaken of net te vermijden. Met een prijsverschil van 40-50 euro per hectare tussen een goedkoop schema en een duurder schema als uitersten moet men zich de vraag stellen of dit het risico waard is.

Uiteraard spelen weersomstandigheden ook een grote rol bij de keuze en zullen de bodemmiddelen dit jaar veel gemakkelijker hun werk kunnen doen dan bijvoorbeeld vorig jaar toen het in het onkruidbestrijdingsseizoen van maïs extreem droog was.

Wortelen

De eerste gezaaide wortelpercelen kennen een slechte opkomst. Bij alle percelen die na 10 mei gezaaid werden zien we een duidelijk betere opkomst en de velden gezaaid vanaf 15-20 mei staan grotendeels perfect. Dit is uiteraard afhankelijk van de hoeveelheid neerslag die er op het perceel viel.

Het is typisch voor ondiep gezaaide fijnere zaden dat deze zeker regen nodig hebben voor een perfecte kieming. Ook de onkruidbestrijding in deze omstandigheden is veel makkelijker.

De vooropkomstbehandelingen die een 10-tal liter water krijgen, werken perfect. In andere omstandigheden is tijdig starten met meerdere passages van aangepaste schema’s de enige oplossing.

Zeker nu de sterkste contactherbicide (Linuron) verdween, is een vochtige grond de belangrijkste factor. De vooropkomst starten met voldoende hoge dosissen is belangrijk.

De combinatie Challenge met Defi wordt het best in naopkomst niet te vroeg gemaakt wegens kans op verbranding.

Witloof

Bij het witloof is de opkomst vergelijkbaar, alle witloof gezaaid na 15-20 mei staat zeer gelijkvormig.

Pas indien er een volledige opkomst is, kan met het nieuwere Boa in combinatie met andere middelen aan de slag gegaan worden.

Kolen

In kolen merken we in alle vroege plantingen (voor 5-10 mei) een enorme druk van koolvlieglarven, en dit in alle koolsoorten.

Ondanks de correcte toepassing van spinosad (Tracer, Boomerang, Conserve) en chloorpyrifos granulaat tijdens het planten kunnen we het op meerdere percelen niet houden. Aangieten is hier de laatste reddingsboei.

De grote vraag is dan ook hoe we in de toekomst als we het zonder het onder druk staande chloorpyrifos moeten redden? Verschuift de teelt naar minder intensieve teeltgebieden? Krijgen we een nieuwe molecule die deze strijd wint? Je merkt veel vraagtekens. Indien we ze niet opgelost krijgen, zal bij deze teelt zeker het risico stijgen op misoogsten. Dit risico zal volledig bij de teler liggen.

Ook koolmot zagen we reeds op een aantal percelen en ook witte vlieg in de grensstreek Vlaanderen-Frankrijk. Hier zijn er al percelen met eiafleg en aanwezigheid van volwassen witte vliegen.

Lieven Van Ceunebroeck