Startpagina Aardappelen

Plaatsspecifiek bemesten in aardappel voor een gezonder milieu

Inspelend op het dossier precisielandbouw en de artikels over aardappelen, aanhoorden we Bart Debussche over de bemestingsproblematiek. Over de jaren heen zijn de bemestingsnormen voor stikstof en voor fosfor een heel eind teruggeschroefd. Daarnaast blijven pH, organische stof, en kalium cruciaal voor een goede oogst. Precisielandbouw kan soelaas brengen.

Leestijd : 5 min

Het lijkt zo makkelijk, maar dat is het niet. Er is al een hele weg afgelegd om tot een goede bemesting in de aardappelteelt te komen, maar er wordt nog steeds aan de weg getimmerd. Het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) bouwt samen met het Departement van Landbouw en Visserij, Inagro, de Bodemkundige Dienst van België (BDB) en andere organisaties verder aan de aardappelteelt die België op de wereldkaart heeft gezet. Hoe de aardappelteler verder moet bemesten samen met opkomende technieken, leest u in dit artikel.

N-bemestingsnormen

In 1991 is het eerste Mestdecreet ontstaan. Sinds toen is het decreet al enkele keren serieus aangepast. We zitten in het laatste jaar van het Mestactieplan 5 (MAP5), en MAP6 staat al voor de deur. Er is dan ook een hele evolutie merkbaar in de N-bemestingsnormen: in 1995 was de norm voor de totale hoeveelheid stikstof nog 400 kg/ ha, terwijl die in 2001 nog 280 kg/ha bedroeg. Tot nu is die norm dezelfde gebleven. Voor dierlijke stikstof is de norm 170 kg/ha.

Verder is er een goede tendens bij het aantal rode MAP-meetpunten, met andere woorden de meetpunten met overschrijdingen boven 50 mg nitraat per liter oppervlaktewater. Terwijl 53 % van de meetpunten die grens overschreden in 1999, is dat nog 20 % in 2016 (terwijl het doel 16 % was in 2014). Het doel is om in 2018 aan 5 % te geraken.

Aardappelen hebben het ook lastig om te voldoen aan de nitraatresidunorm in het najaar. Uit analyses in het najaar van 2015 bleek 71% van de bemonsterde percelen een hoger nitraatresidu dan 90 kg nitraatstikstof te hebben. Dit is een pijnpunt en ook een uitdaging voor de toekomst. Het komt er dus op neer om aandacht te spenderen aan de bemestingstechnieken.

N-bemestingsadviezen

Als het op stikstof aankomt, is een N-profielanalyse aangewezen, omdat er in 2016 een brede spreiding was in de totale geadviseerde N-dosis. Voor Bintje en Fontane kende 80 % van de percelen een N-bemestingsadvies dat tussen de 150 en 225 kg N per ha lag. De N-profielanalyse is zeker nodig bij een bodem met een iets zwaardere textuur en wanneer er een voorvrucht met stikstofrijk residu of groenbedekker aan voorafgaat.

P-bemestingsnormen

Ook voor fosfor is er een dalende tendens voor de bemestingsnormen. Terwijl in 1996 de norm 150 kg/ha was, is die nu 55 kg/ha, wat één derde van de norm is op 20 jaar tijd.

De evolutie van orthofosfaat in het MAP-meetnet sinds 2000-2001 is niet zo duidelijk als bij stikstof, wat het gevolg is van het vroegere mestbeleid dat te weinig aandacht schonk aan fosfaat. Slechts bij 8 % van de meetplaatsen is er een significante daling en bij 25 % is er een significante stijging merkbaar. Bij alle andere meetplaatsen is geen trend vastgesteld. De gemiddelde concentratie orthofosfaat in 2016 is 0,4 mg per liter oppervlaktewater. Dit is ver boven de milieukwaliteitsnorm, die varieert van 0,07 tot 0,14 mg orthofosfaat per liter. 77 % van de MAP-meetpunten in de periode 2015-2016 overschrijdt de milieukwaliteitsnorm. Dit legt een behoorlijke druk op de fosfor-bemestingsnormen.

Te weinig kalk en organische stof

Parameters zoals de pH, het koolstof- en kaliumgehalte en de stikstofadviezen spelen een rol bij bodemvruchtbaarheid. In de periode 2012-2015 heeft 60 % van de perceelbodems een te lage pH, terwijl dat tijdens de vorige jaren nog 40 % bedroeg. Gevolg is een slechtere oogst. Bekalking van de percelen blijft cruciaal.

Wat nog opgemerkt werd door de Bodemkundige Dienst van België (BDB) is dat in de periode 2012-2015 40 % van de perceelbodems een te laag koolstofgehalte had. Organische stoffen zijn fundamenteel voor een gezonde vruchtbare bodem omdat die onder andere zorgt voor de stabiliteit van het bodemaggregaat, het infiltreren en het vasthouden van water, het leveren en vasthouden van nutriënten ... In MAP5 wordt daarom aandacht besteed aan bodemkwaliteit.

Te veel kalium

Terwijl van het ene element te weinig in de bodem zit, is dat niet altijd het geval voor het andere. In de periode 2012-2015 bevatte 60 % van de perceelbodems een te veel aan kalium. Het is ook het meest fluctuerende element binnen de bodemvruchtbaarheid. Geografisch gezien is er een belangrijke spreiding merkbaar, gaande van te weinig naar een te hoog kaliumgehalte. Bij gronden met een hoog kaliumgehalte, kan de reserve actief worden gebruikt en volstaat een kalibemesting lager dan de export door de teelt.

Naar precieze technieken

Vroeger, maar ook nu wordt de bemesting ingevuld met organische mest, zoals drijfmest of stalmest, en kunstmeststoffen. Bij aardappelen is de kans op nutriëntenverlies groot, en dan vooral voor stikstof.

Het toepassen van de bufferzones van 1 m is één van de maartregelen die strikter toegepast moeten worden. Verder zal men ook rechtstreekse verliezen van chemische meststoffen kunnen beperken door ten eerste aan kantstrooien te doen, maar ook precisielandbouw wordt onoverkomelijk. Precisielandbouw laat nauwkeurig bemesten toe door overlapping te vermijden en een juiste dosering toe te passen. Met behulp van sensoren, camerabeelden, bodemscans, NIRS, ... kan data verzameld worden en dit laat toe om plaatsspecifiek te gaan behandelen.

Bodembeheer

Ten slotte is het belangrijk om stil te staan bij bodemcompactie. Algemeen compacteert de bodem als de druk op de bodem groter is dan de bodemweerstand. Het is dus steeds belangrijk om bij het berijden van een veld voor de juiste bandenspanning te kiezen. Ook erosie kan tegengegaan worden: de huidige wetgeving laat verschillende maatregelen toe, zoals aardappeldrempels en het gebruik van bodembedekkers.

VLIF innovatiesteun

Om vooruitgang te kunnen boeken is innovatie noodzakelijk. Er zijn verschillende goede ideeën, maar die kunnen niet verwezenlijkt worden zonder enige steun. Daarom is er de voorbije jaren een oproep projectsteun innovatie van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) geweest. Land- en tuinbouwers kunnen innovatieve investeringsprojecten indienen waarbij naast de investeringskosten ook relevante onderzoekkosten gesteund worden.

De steun bedraagt 40% van de volledige subsidiabele investeringskost, met een minimale investeringskost van 25.000 euro. De maximale subsidie die je kan krijgen bedraagt 200.000 euro, wat betekent dat de maximale subsidiabele kost 500.000 euro is. Meer informatie over deze VLIF-steun, vindt u op lv.vlaanderen.be.

EIP innovatiesteun

Naast het VLIF, stimuleert ook het Europees Innovatie Partnerschap (EIP) innovatie. De interactie tussen onderzoek en praktijk wordt bevorderd door samen te zitten in operationele groepen. Zo bestaat het EIP ‘Productiviteit en duurzaamheid van de landbouw’, dat de productiviteit en efficiëntie van de landbouw bevordert en erop toeziet dat de natuurlijke hulpbronnen duurzaam worden beheerd.

In de operationele groep zitten landbouwers en onderzoekers samen, maar ook adviseurs, ngo’s en de agribusiness kunnen een plaats hebben. Er wordt gewerkt aan innovatieve oplossingen voor problemen of aan nieuwe kansen. De resultaten ervan zullen dan worden verspreid.

Operationele groepen voor de bodem

In 2016 werden vijf operationele groepen gestart. Twee werken rond de gezondheid van de bodem. De eerste ‘Controlled Traffic Farming’ handelt over het gebruik van ‘vaste rijpaden’ tegen bodemverdichting. Hiervoor werkt Inagro samen met 8 partners tussen 1 september 2016 tot 31 december 2017. Bij de tweede, ‘SOCROSense’ (dat komt van ‘soil and crop sensing technologies’) werkt het Proefstation voor de Groenteteelt samen met 13 partners tussen 15 september 2016 en 14 september 2018. Zij zullen werken rond bodem- en gewassensoren en GPS-technologie. Natuurlijk kunnen ook nieuwe oproepen gedaan worden voor het oprichten van operationele groepen. Meer info op www.lv.vlaanderen.be.

MV

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken