Startpagina Wetgeving

Vlaanderen en Nederland willen meer samenwerken

Vlaanderen en Nederland trekken in de Europese politiek nog te weinig met elkaar op. Dat concludeerden de landbouwministers, respectievelijk Joke Schauvliege en Carola Schouten na een eerste uitgebreide ontmoeting in Den Bosch. “Wat betreft het nieuwe GLB, liggen de standpunten dichtbij elkaar”, aldus Schauvliege.

Leestijd : 5 min

Afgelopen week toog Vlaams landbouwminister Joke Schauvliege naar Nederland voor direct overleg met haar nog vrij kort geleden aangetreden Nederlandse ambtgenoot, Carola Schouten. Schauvliege liet zich informeren over het Nederlandse pachtstelsel, omdat Vlaanderen op zoek is naar aanpassing van de huidige pachtwetgeving. De korte conclusie: het Nederlandse stelsel is nog verre van perfect te noemen.

In Vlaanderen is het probleem dat de huidige wetgeving de rechten van pachters ‘betonneert’, met als gevolg dat landeigenaars steeds minder bereid zijn grond in pacht uit te geven. De toegang tot grond wordt dus een probleem, en dan nog het meeste voor jonge landbouwers die nog een areaal moeten opbouwen. Waar de blik in Wallonië uitgaat naar het Franse pachtstelsel, poogde Schauvliege in Nederland inspiratie op te doen.

In Nederland is de tweeslachtigheid van de pachtregel volgens critici het grootste probleem. De reguliere pachtvorm biedt de boer net als in Vlaanderen veel bescherming. Daar tegenover staat een volledig geliberaliseerde pacht, die vooral zijn uitwerking vindt in korte looptijden. Het gevolg is dat bedrijfsgrootten fluctueren en bedrijven moeilijker financierbaar worden omdat een solide basis onder de onderneming ontbreekt.

Ondernemers kunnen zich binnen de geliberaliseerde pacht niet gemakkelijk op de langere termijn richten, wat betreft financieringen in een duurzame, productieve grondgebonden landbouw. Het Nederlandse systeem kent dus ook risico’s, zo gaf Schouten toe. “Ons pachtsysteem is nog niet af.” Voor Vlaanderen is pacht relatief ook belangrijker. In Nederland wordt maar 40% van de gronden gepacht, en dan nog vaak van de overheid.

Schauvliege denkt wat betreft aanpassing van het Vlaamse pachtstelsel nu onder meer aan het fiscaal aantrekkelijker maken van verpachting.

GLB

Daarnaast spraken de ministers vooral over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de pulskorvisserij. Het laatste wordt mogelijk op EU-niveau verboden. Dat is vervelend voor de circa 10 Belgische vissersboten die met stroomstootjes in netten platvis tong en schol vangen, maar een nog groter probleem voor Nederland omdat hier meer dan 80 met de nog deels experimentele technologie werken.

Wat betreft het GLB benadrukten Schauvliege en Schouten na afloop van hun onderhoud het in elk geval eens te zijn over ‘externe convergentie’. Het is dure taal voor het verschuiven van GLB-gelden van de ‘oude’, vooral rijkere West-Europese lidstaten van de EU, naar de later toegetreden en armere Oost-Europese lidstaten. Externe convergentie was na langdurige onderhandelingen onderdeel van de laatste herziening van het GLB.

Voor de GLB-periode van 2014-2020 is afgesproken dat lidstaten waar de gemiddelde betaling (in euro per hectare) op dat moment minder dan 90 % van het EU-gemiddelde bedraagt, hun betaling geleidelijk zien stijgen. De stijging komt neer op een derde van het verschil tussen het oude percentage en 90 % van het EU-gemiddelde. Bovendien werd afgesproken dat elke lidstaat tegen 2019 een minimumpercentage krijgt.

De bedragen voor de andere lidstaten die meer dan het gemiddelde ontvangen, werden evenredig worden aangepast. Zowel Schauvliege als Schouten vinden dat voor een dergelijk mechanisme in een nieuw GLB geen plaats is, omdat het te schadelijk uitpakt voor de eigen landbouw. Beide landen zijn er ook voor dat de lidstaten meer ruimte krijgen voor het smeden van plannen om EU-doelen te halen.

Landbouwbegroting

Wat betreft het GLB zitten Vlaanderen en Nederland vrijwel op één lijn, zei Schauvliege desgevraagd, maar er zijn nuances. De Europese Commissie heeft voorgesteld de EU-begroting te doen krimpen. Dat is volgens de Commissie nodig omdat het Verenigd Koninkrijk als grote nettobetaler volgend jaar de EU verlaat. De enige andere weg is dat de lidstaten meer gaan afdragen, maar dit is onder meer in Nederland niet populair.

Het Nederlandse kabinet is uiteindelijk een voorstander van een kleinere meerjarige begroting en onderschrijft dat het landbouwbudget dan ook krimpt. De Belgische federale minister Denis Ducarme verklaarde eerder mordicus tegen een kleiner landbouwbudget te zijn. België dreigt volgens hem immers €400 miljoen tot €600 miljoen te moeten inleveren in de periode van 2021 tot 2027. België sloot zich aan bij een coalitie van in totaal 7 EU-lidstaten – waarvan Frankrijk en Spanje de grootste zijn.

Schauvliege klinkt echter minder beslist. “Als de landbouwbegroting op peil kan worden gehouden, zou dat mooi zijn”, aldus de politica. Maar ‘Vlaanderen’ vindt niet dat de begroting coûte que coûte op peil moet blijven. “Als de totale meerjarige begroting minder groot zal zijn, dan moeten keuzes worden gemaakt.” Ze laat doorschemeren het belangrijker te vinden dat het geld dat voor het GLB beschikbaar blijft, beter wordt besteedt.

Veldwerk

Schauvliege bezocht Nederland met een delegatie vertegenwoordigers van de Vlaamse landbouw waaronder Boerenbond-voorzitter Sonja De Becker, voorzitter Hendrik Vandamme van het Algemeen Boerensyndicaat en voorzitter Johan Colpaert van de brancheorganisatie van de mechanisatiewereld Fedagrim. Na een onderhoud met Nederlandse gezagdragers en topambtenaren, ging de delegatie het veld in.

Eerst op het programma stond een bezoek bij het proefbedrijf Vredepeel niet ver van de Belgische grens. Onderwerp: het Zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn dat Nederland heeft ingesteld om de nitraatemissie te beperken. Rijenbemesting bij mais wordt bijvoorbeeld volgens de nieuwe richtlijn in Nederland in 2021 verplicht op zand en löss, maar is praktisch volgens ‘Vredepeel’ nog niet mogelijk als je behoorlijke opbrengsten nastreeft.

Het proefbedrijf is onderdeel van Wageningen UR en telt 13 werknemers onder wie 5 onderzoekers. Het onderzoek richt zich vooral op open teelten op droogtegevoelige zandgrond. De onderzoekers wezen op het verschil tussen de praktijk en theorie. Een boer kan een goede maatregel toch slecht uitvoeren.

Zo hingen nogal wat boeren de eg achter de zaaimachine bij het inzaaien van mais. Daarmee voldeden ze aan het eggen na de inzaai, maar de bedoeling was dat de eg gebruikt zou worden tegen het eerst opkomende onkruid om zo een spuitbeurt te besparen.

Warme sanering

De delegatie bracht tevens een bezoek aan varkenshouderij Verhees in Someren, niet ver van Eindhoven. De onderneming telt circa 9.000 vleesvarkens en 1.000 zeugen. De vleesvarkens worden gehouden in plateaustallen, die volgens de onderneming beter zijn voor het dierenwelzijn omdat ze een speelelement vormen. Vanaf het spenen worden twee tomen bij elkaar gevoegd: beren en gelten gemengd. De groep gaat daarna over naar één hok met 24 plaatsen in de vleesvarkensstal. Als twee tomen samen meer dan 24 biggen tellen, wordt het overtal verkocht.

De minister bezocht het bedrijf omdat de varkenshouderij in Vlaanderen structureel versterkt moet worden, waarbij sommige bedrijven beter verplaatst of gesaneerd kunnen worden, en anderen uitgebreid en gemoderniseerd. Het bedrijf van Verhees kwam door verplaatsing in 2012 op de huidige locatie terecht. Het bedrijf profiteerde van de beleidsregeling Verplaatsing Intensieve Veehouderijen van de provincie Noord-Brabant. Het oude zeugenbedrijf werd gesloopt en een oud vleesvarkensbedrijf verpacht. De verplaatsing plus vergoeidng maakte dat een milieuprobleem op de oude locatie werd opgelost, en de varkenshouders op een andere plek grootschaliger en moderner verder konden.

De broers Bart en Theo Verhees die de onderneming samen met 3 medewerkers runnen, werken volgens het Specific Pathogen Free-systeem, dat het bedrijf vrij van specifieke ziektekiemen moet houden. Het bedrijf werkt ook aan mestverwerking. Schauvliege zei het een mooi voorbeeld te vinden van een moderne, grootschalige varkenshouderij. “Het beleid is zeker interessant maar of voor bedrijven met deze omvang in Vlaanderen ruimte is... het is niet zo evident omdat in Nederland door de ruimtelijke ordening meer open ruimte is.”

JCB

Lees ook in Wetgeving

Toekomst grondgebruik onder de loep in het Vlaams parlement

Actueel Tegen 1 juli – maar ze vreest zelf dat het wel wat later kan zijn – hoopt Vlaams minister voor Leefmilieu Demir dat er een eerste rapportering op tafel ligt over hoe een heldere toekomstvisie voor het grondgebruik in Vlaanderen er moet uitzien. Zoals inmiddels geweten, zal de Vlaamse overheid tot 1 oktober terughoudend zijn wat gewijzigde bestemmingen van landbouwgrond aangaat.
Meer artikelen bekijken