Startpagina Aardappelen

Alternaria beredeneerd aanpakken

In de teelt van aardappelen wordt het leeuwendeel van de fungiciden ingezet om twee ziekten onder controle te houden: in de eerste plaats Phythopthora infestans, dé aardappelziekte en zeer te duchten als vijand van het gewas, en daarnaast ook Alternaria - een schimmel die eerder in de fase van afrijping kan toeslaan.

Leestijd : 4 min

Er zijn wel gelijkenissen tussen beide ziekten, en ook gemeenschappelijke fungiciden, maar ze vergen toch een andere aanpak. Voor allebei geldt echter dat preventie, kennis en actuele informatie daarin steeds centraal moeten staan.

De specifieke gewasbeschermingsmiddelen, gericht op een preventieve bestrijding van Alternaria, vragen voldoende inzicht in de ziekte om ze volgens de regels van een geïntegreerde gewasbescherming te kunnen inzetten.

Het weer… en meer

Alternaria solani is een schimmel met een vergelijkbare levenscyclus als Phytophthora. Voldoende vocht en relatief hoge temperaturen zijn belangrijk in de ontwikkeling van de ziekte.

Op het blad worden donkerbruine vlekken gevormd met concentrische ringen. In deze vlekken ontwikkelen zich sporen die vooral met de wind, maar ook door opspatten bij regen, kunnen worden verspreid. Vooral op het einde van het groeiseizoen kan de ziekte sterk uitbreiden, als het gewas aan het afrijpen is. Snelle groei van vlekken kan zelfs leiden tot een vervroegd afsterven van het gewas. Infectie van knollen gebeurt nagenoeg uitsluitend via wonden die bij oogst en inschuren worden veroorzaakt, bv. bij onvoldoende velvaste knollen. Ingezonken, droge plekken op de knol verschijnen meestal pas na enkele maanden bewaring, maar kunnen een partij onverkoopbaar maken.

Voor de beginaantasting zijn voldoende initiële sporen nodig. Sporen van Alternaria overleven op gewasresten en organisch materiaal, zodat de voorgeschiedenis van het perceel eveneens van belang is. Een ruimere rotatie van aardappelen leidt tot een lagere ziektedruk op het perceel.

Afrijpingsziekte

Naast de weersomstandigheden speelt de toestand van het gewas een belangrijke rol. In een normaal groeiend aardappelgewas, dat nog niet aan afrijping toe is, krijgen aantastingen van Alternaria in ons klimaat weinig kansen. Deze ‘fysiologische weerstand’ van het gewas neemt echter sterk af tijdens de afrijping, en in deze fase is een epidemische ontwikkeling van de ziekte mogelijk.

Resistentiemanagement

Bij de inzet van specifieke Alternaria-fungiciden zal vooral aandacht moeten gegeven worden aan resistentiemanagement. Monitoring van A. solani in Vlaanderen toont immers aan dat tot 70% van de isolaten (2016) een mutatie hebben die leidt tot een sterk verminderde gevoeligheid voor o.a. strobilurines (azoxystrobine, pyraclostrobine, ..) en fungiciden met een gelijkaardige werkingswijze (famoxadone, fenamidone). Ook bij SDHI-fungiciden (boscalid) leiden bepaalde mutaties tot een minder goede bestrijding. Bovendien neemt dit aandeel mutante isolaten toe in de loop van het seizoen. Afwisselen van middelen met een verschillende werkingswijze, en aanvullen met bv. mancozeb in het schema, zijn echt noodzakelijk om nog een goed resultaat te kunnen boeken.

Enkele besluiten

• Alternaria (veroorzaakt door A. solani) is voornamelijk een ziekte van de afrijpingsfase

• Eerdere ‘alternaria-achtige’ vlekken hebben veelal een andere oorzaak, of geven geen aanleiding tot een epidemische ontwikkeling zolang de afrijping niet volop aan de gang is - de fysiologische weerstand van het gewas is minstens zo belangrijk als de juiste weersomstandigheden

• Het gemiddeld niveau van aantasting op de meeste percelen en de meeste jaren is (zeer) laag en heeft geen invloed op opbrengst en sortering

• Een specifieke behandeling tegen Alternaria is pas zinvol na einde bloei van het aardappelgewas

• Er zijn heel veel mutaties aanwezig bij de schimmel, met als gevolg een sterk verminderde gevoeligheid voor strobilurine- en gelijkaardige fungiciden

Adviezen

Om deze ziekte met meer kennis van zaken preventief aan te pakken, werd een ziektemodel ontwikkeld waarin – naast weersgegevens – ook gewasfactoren een rol spelen, zoals afrijping of stress, en rotatie. Dit model berekent en voorspelt de infectiekansen voor de schimmel, en het aantal vlekken dat gevormd kan worden tijdens het seizoen in onbeschermd gewas.

Op basis van dit ziektemodel, en terugblikkend op de talrijke waarnemingen in de voorbije vijf seizoenen, zouden geen of één (2013) tot hooguit drie of vier bespuitingen (2014) geadviseerd worden, en dit vanaf ten vroegste 21 juli (in 2014) of 30 augustus (in 2013) – gemiddeld zowat half augustus.

Dit zijn specifieke alternaria-behandelingen, waarbij we ervan uitgaan dat deze hun effect bereiken, of m.a.w. dat we te maken hebben met niet-resistente Alternaria-isolaten.

We weten echter dat de kans daarop eerder klein is.

• Een strategie om deze resistenties niet verder te doen toenemen is dus noodzaak geworden:

- toevoegen van bv. mancozeb (min. 1,5 kg /ha) aan middelen met gekende resistentievorming

- afwisselen van middelen met een verschillende werkingswijze

- respecteren van het maximum aantal toegelaten bespuitingen, erkende dosis en interval

Wat betreft de afwisseling van werkingswijze kunnen drie groepen onderscheiden worden:

1. Breedwerkend, zeer lage kans op resistentievorming, goede werking:

mancozeb, maneb (+ de plaagmiddelen waar deze actieve stoffen in voorkomen); Unikat Pro

2. Specifiek tegen Alternaria, geen resistentie gekend maar wel kwetsbaar voor de ontwikkeling ervan (bij eenzijdig gebruik!), zeer goede werking:

actieve stof difenoconazool (Carial Star e.a., Narita)

3. Specifiek tegen Alternaria, uitstekende werking maar grote kans op minder resultaat door het optreden van mutaties met sterk verminderde gevoeligheid:

Amistar, Terminett, Cabrio Duo. Ook het plaagmiddel Tanos heeft deze werkingswijze.

Pieter Vanhaverbeke, PCA

Lees ook in Aardappelen

Pootafstand bepalen in functie van ras en kaliber

Aardappelen Met een nieuw aardappelteeltseizoen voor de deur moet alle aandacht gaan naar een goede voorbereiding en naar de meest optimale teelttechniek in de beste omstandigheden. Heb daarom voldoende aandacht voor de juiste pootafstand in functie van het ras en kaliber, bemerkt het PCA.
Meer artikelen bekijken