Startpagina Economie

Zuivelvervangers stellen industrie voor dilemma

Zuivelbedrijven die denken dat de plantaardige concurrentie vanzelf zal afzwakken, komen volgens een nieuw Rabobank-rapport bedrogen uit. Integendeel: de sector zal blijven groeien en zuivelbedrijven kunnen beter op de trein springen of hun traditionele productenlijn aanpassen aan de moderne consument.

Leestijd : 4 min

D e markt voor zuivelvervangers is vandaag nog betrekkelijk klein. Euromonitor schat dat wereldwijd in 2017 voor  $18 miljard werd omgezet met alternatieven voor melk. De zuivelmarkt zelf wordt door Euromonitor ingeschat op een omzet van ^$600 miljard. Daarmee maken zuivelvervangers slechts 3% van de totale categorie uit. Het gaat meestal om sojaproducten, maar toenemend om producten op basis van amandelen.

De markt voor zuivelvervangers groeit echter wel sneller. In het jaar 2022 kan de markt al gegroeid zijn naar $22 miljard, wat neer komt op 5% per jaar. De vraag naar zuivel zal naar verwachting jaarlijks met gemiddeld 2,5% toenemen. Volgens het rapport ‘Dare not to Dairy’ van Rabobank ligt de oorzaak in percepties van consumenten wat betreft gezondheid, veranderende levensstijl en simpelweg nieuwsgierigheid.

De grootste groep consumenten van zuivelvrije drankjes bestaat uit millennials en leden van de nog recentere Generatie Z. Hun motivatie te zoeken naar alternatieven voor zuivel: gezondheid maar ook dierenwelzijn en het milieu – dat laatste omdat veehouderij relatief veel aan broeikasgassen zou uitstoten. In België is de veehouderij goed voor circa 5% van de totale uitstoot van broeikasgassen.

Lactose-intolerantie

Lactose-intolerantie draagt zeker in Azië ook bij aan de trend. Volgens het wetenschappelijke American Journal of Clinical Nutrition heeft circa 80% van de Aziaten lactose-intolerantie. In Westerse landen ligt dit percentage ergens tussen 5% en 10% en is de mate van intolerantie doorgaans minder ernstig. Verkeerde percepties van intolerantie, allergieën enz. hebben ook een effect.

Het aantal Amerikanen dat een glutenvrij dieet aanhoudt, is sinds 2009 verdrievoudigd. Tegelijk komt een belangrijke auto-immuunziekte, die aan glutenallergie wordt gelinkt, nog even vaak voor. Slechts zo’n 1 tot 2% van de totale populatie kan echt beter gluten mijden.

De smaak en prijs zijn voor de grootste groep consumenten van zuivelvervangers geen doorslaggevende factoren. Daarbij wordt opgemerkt dat voor consumenten bij de keuze voor producten de keuze van gelijken en ‘influencers’ online van groter belang zijn dan professioneel advies.

Volgens het rapport moeten vooral producenten van vloeibare melkproducten op hun tellen passen. Het is een markt waar omzetten in de VS en in West-Europa in de periode van 2012 tot en met 2017 volgens Euromonitor daalden met respectievelijk gemiddeld 3% en 5%. Deze cijfers tonen dus ook aan dat andere dan vloeibare zuivelproducten in verkoop wel degelijk hard blijven groeien.

Winstgevende categorie

Rabobank citeert onderzoek naar bedrijfsprestaties. Hieruit blijkt dat het rendement op tewerkgesteld kapitaal bij melkvervangers 6% hoger ligt dan bij conventionele zuivel. In het algemeen geldt volgens de analyse van Rabobank dat bedrijven die vol hebben geïnvesteerd in de categorie voor zuivelvervangers, hiervan profiteren.

Als voorbeeld noemt analist Tom Bailey General Mills. De onderneming investeerde $18 miljoen in een bedrijf dat van noten yoghurt en kaas maakt: Kite Hill. Sinds 2015 groeide de omzet van dit bedrijf met 400%. De Amerikaanse verkopen van Yoplait, een Franse yoghurtmaker dat deels van General Mills is, daalde met 12% per jaar.

Steeds vaker wordt in Azië – waar de zuivelconsumptie beperkt is door lactose-intolerantie – geïnvesteerd. Zo tekende ’s werelds grootste voedingsconcern Nestlé in 2002 in het Chinese Yinlu, dat zuivelvervangers maakt van pinda. Het Chinese bedrijf Yili zette op haar beurt in 2013 een lijn met walnotenzuivel in de markt.

Daarnaast zijn meer en meer start-ups actief in de sector. Start-ups die miljoenen wisten los te krijgen van investeerders zijn onder meer No Cow, Miyoko’s Kitchen en Califia Farms. De vraag is of ze op zichzelf succesvol zullen blijven, of uiteindelijk opgaan in een groter concern.

Sommige zuivelbedrijven zijn actief op zoek. Zo lanceerde de Canadese zuivelcoöperatie Agropur een innovatie-wedstrijd voor start-ups.

De markt voor alternatieven wordt in Europa ondertussen nog wel gedomineerd door traditionele zuivelspelers.

Soja of iets anders?

Zuivelalternatieven worden in de VS voor het grootste deel gebruikt in combinatie met ontbijtgranen, smoothies , koffiemelk en proteïneshakes. In de EU zijn ontbijtgranen relatief minder populair. Wereldwijd is het meest gebruikte ingrediënt nog altijd soja, gevolgd door amandelen en vruchtwater van kokosnoten. Minder gebruikte ingrediënten zijn haver, cashewnoten, rijst en walnoten.

In de VS is soja goed voor een beperkt marktaandeel van circa 13%, aldus Euromonitor. In Azië is soja goed voor ruim 40% marktaandeel terwijl in West-Europa sprake is van een marktaandeel van ruim 60%. In de VS en West-Europa is het marktaandeel van soja gedaald. Volgens de Rabobank-rapporteurs vecht soja tegen een verslechterd imago. Niet alleen wordt de sojateelt geassocieerd met ontbossing in Brazilië. Het product zou bovendien minder gezond zijn dan vaak aangenomen.

Belangrijk voordeel van soja is wel dat het als enige alternatief van dierlijke melk wel een redelijk hoog proteïnegehalte heeft. Zuivelvervangers in het algemeen bevatten wel minder vet dan hun concurrenten van dierlijke oorsprong. Vet is bezig met een comeback : boter concurreert de margarines de laatste paar jaar weer weg.

Toch denkt Bailey dat de markt voor zuivelvervangers zal blijven groeien en dat zuivelproducenten moeten ingrijpen. Niet per se door een lijn plantaardige producten op te zetten, al is product-diversificatie zeker niet verkeerd. De trend bewijst ook dat bedrijven beter moeten luisteren naar wat de consument wil, en daar hun lijn gangbare zuivelproducten op aanpassen. Productinnovatie dus in plaats van een focus op kostenleiderschap.

JCB

Lees ook in Economie

Lijnzaadsector trekt aan alarmbel over importtarieven op Russische landbouwproducten

Economie De sector van lijnzaadverwerkende bedrijven -in België vooral familiebedrijven- trekt aan de alarmbel rond het voorstel van de Europese Commissie om de invoertarieven voor graan, oliezaden en afgeleide producten uit Rusland en Wit-Rusland te verhogen. "Dat betekent een zware klap voor het voortbestaan van de Europese bedrijven die lijnzaad verwerken", klinkt het in een persbericht van Liprobel, de organisatie die de belangen van producenten van plantaardige oliën en vetten behartigt.
Meer artikelen bekijken