Startpagina Varkens

Insectenkweker ontpopt zich tot bulkproducent

Overzeese ggo-soja ligt onder vuur. Ook bij de duurzaamheid van vismeel worden intussen heel wat vraagtekens gezet. Insecten daarentegen kan je kweken op afval, dicht bij het vee hier. Hun voedingswaarde is groot. Zijn insecten het voeder van de toekomst voor ons vee?

Leestijd : 7 min

Zoals u kon lezen in een eerder artikel, naar aanleiding van de jaarvergadering van Ovocom, staat de voederindustrie op dit moment nog sceptisch ten opzichte van insecten als bulkingrediënt in het voeder. “Het probleem zit hem in de opschaling”, klonk het toen, “en in de wetgeving”. Nu, die wetgeving verandert binnenkort. En opschaling? Daarmee zijn Johan Jacobs, stichter en CEO van insectenfabriek Millibeter, en zijn team druk bezig.

Wat doet Millibeter?

“Met behulp van insecten zetten wij reststromen om in nieuwe grondstoffen. Onze beestjes mesten we af met plantenresten die het Feed Chain Alliance (FCA) label van Ovocom dragen. Later kunnen daar ook andere reststromen bijkomen, dat hangt af van de wetgeving. Uit de biomassa van de volgroeide larven halen we eiwitten, vet en chitine, drie producten waar een grote vraag naar is. Onze eiwitten zullen in eerste instantie vismeel vervangen, maar we hebben ook ander veevoeder in het vizier.”

Wat kan je doen met insectenvet en chitine?

“Onze vetten hebben hetzelfde vetzuurprofiel als kokosolie, dat goede antimicrobiële eigenschappen toont bij gespeende biggen. Kokosolie kun je bezwaarlijk een lokaal product noemen. Onze vetten wel. Chitine zit in het harnas van onze insecten. We halen die eruit met technologie die wij ontwikkeld en gepatenteerd hebben. De stof bestaat uit probiotische vezels, die bij kippen, vissen en varkens een goed effect op de darm hebben.”

Millibeter verwerkt de larven van de zwarte soldatenvlieg (l) tot chitine, eiwithydrolysaat en vet (vlnr).
Millibeter verwerkt de larven van de zwarte soldatenvlieg (l) tot chitine, eiwithydrolysaat en vet (vlnr). - DC

Wat voor insecten kweken jullie?

“We hebben al geëxperimenteerd met meelwormen, sprinkhanen, echte wormen enzoverder, maar de larven van de zwarte soldatenvlieg ( Hermetia illucens ) gaan we als eerste op industriële schaal kweken. Deze soort brengt geen ziektes over: niet naar de mens, maar ook niet naar dieren. Het is een tropische soort, die specifieke omstandigheden vraagt om zich voort te planten: een temperatuur van 28 °C en 80 % luchtvochtigheid. Bijgevolg kunnen ze niet zomaar overleven in onze contreien. Dat is goed, want insecten ontsnappen altijd.”

Hoe gebeurt de opschaling?

“Enkele maanden geleden zijn we verhuisd naar de Open Manufacturing Campus in Turnhout. Deze loods heeft een oppervlakte van 1.000 m². Hier staan de kweekcellen, waar de vliegen paren en eitjes produceren, en twee ruimtes om de larven af te mesten. Daarin produceren we 1 ton larven per dag. In de productiehal hiernaast beschikken we over 3.000 m². Daar komt de commerciële opkweek. Als we die in gebruik nemen verhoogt de productiecapaciteit met een factor 15. Op dit moment gebruiken we de twee kleinere ruimtes om genoeg startmateriaal te hebben om de sprong naar de grote productiehal te maken. Daarna zullen ze vooral dienen voor onderzoek en ontwikkeling.”

Waarom is die opschaling zo belangrijk?

“We kiezen bewust voor volumemarkten. De vraag naar veevoeder is quasi oneindig, maar je kan pas op die markt beginnen met de nodige volumes. Je moet zorgen dat je op industriële schaal kan leveren. Alles daaronder is niet interessant, dat is voorspel. Je moet richting vrachtwagens per week of zelfs per dag gaan. Zeker in een sector als landbouw moeten veel actoren met drie cijfers na de komma rekenen. Die hebben geen marge voor idealisme. Je moet zien dat je een beter product brengt aan dezelfde of een betere prijs, en dan zal iedereen dat willen kopen.”

Bevindt voeder gemaakt van insecten zich dan niet in de niche?

“Zelfs een nicheproduct in een gigantische markt als die van veevoeder is grootschalig. Wereldwijd gaat er een miljoen ton vismeel naar de varkensteelt, hoofdzakelijk voor speenvarkens. Stel dat we ons alleen daarop richten, in België. Dat kunnen we waarmaken. Het duurt niet lang meer voor we competitief zijn op de vismeelmarkt.”

‘Fly-Master’ Johan Jacobs is oprichter, 
bedrijfsleider en bezieler van insectenproducent Millibeter.
‘Fly-Master’ Johan Jacobs is oprichter, bedrijfsleider en bezieler van insectenproducent Millibeter. - DC

Hoe ziet de markt voor insecten als veevoeder eruit vandaag?

“Intussen is iedereen ervan overtuigd dat het een goed idee is. Er is voldoende wetenschappelijk bewijs en de wetgeving evolueert in dezelfde richting. De onzekerheden van in 2012 zijn voorbij. Iedereen weet: dit gaat gebeuren, op grote schaal. De vraag is: wie gaat het doen? In België hebben we geen directe concurrenten, internationaal wel. In Nederland zijn er twee producenten, in Frankrijk vier of vijf. AgriProtein in Zuid-Afrika is de grootste.”

Mateusz Rawski van het Poolse insectenbedrijf HiProMine stelt dat de markt explodeert wanneer de nieuwe Europese regelgeving er komt. Wat kan al, en wat kan er binnenkort?

“Wat nu al mogelijk is, is voldoende om onze business op gang te trekken. De eiwitfractie mag als ingrediënt in huisdiervoeding en visvoer in aquacultuur dienen. De Europese Commissie gaf sterk de indruk dat dat vanaf volgend jaar ook kan voor kippen. Voor varkens zie ik het ook snel in orde komen. De rundveehouderij zal het langst moeten wachten.”

DSC_1168

Hoe zit het met de vetfractie?

“Onze vetten mogen nu al in voer voor kippen en varkens. Zelfs voor rundvee zijn ze toegelaten geloof ik, maar met die deelsector werken we nog niet nauw samen. Daarnaast zijn er ook veel technische toepassingen voor larvenvet. We hebben er al zeep mee gemaakt. Je kan het gebruiken voor zowat alles waar nu kokosolie voor wordt gebruikt. Het is een pak duurzamer, kokosolie is net als palmolie een plantagegewas. Wij kweken onze insecten lokaal, op een kleine oppervlakte. Maar goed, voorlopig produceren we niet genoeg om een grote verwerker te bevoorraden.”

Waarom focust Millibeter op die afzonderlijke componenten? Op dit moment mag je toch al volledige gedroogde larven voederen aan vissen, kippen en varkens?

“Inderdaad. De wetgeving is redelijk onlogisch. We geloven echt in het afzonderlijk aanbieden van eiwit, vet en chitine aan de voederleveranciers. De veevoederbusiness is heel gesofisticeerd: ze heeft specifieke formuleringen voor speenvarkens, mestvarkens van een bepaalde leeftijd ... Een complex ingrediënt als volledige larven kan je niet zomaar inpassen in je receptuur. Ons extractieproces laat een precieze toevoeging van elke component toe. Daarnaast maakt de chitine in de larven het eiwit minder goed verteerbaar. Nu houden we een eiwitisolaat over met 75 % eiwitgehalte en een zeer hoge verteerbaarheid voor dieren.”

Welke afvalstromen verwerken jullie?

“Op dit moment zijn dat plantaardige stromen die FCA-goedgekeurd zijn uit de landbouw of de voedingsnijverheid. We doen ook testen met reststromen die commercieel gezien nog niet verwerkt mogen worden: vlees-, vis- en mestafval. Ook daar zit er beweging in de regelgeving.”

Waarom zouden voederfabrikanten jullie producten moeten opnemen in hun recepten?

“Los van de duurzaamheidsproblematiek zijn er twee grote problemen met vismeel. Het eerste is de sterke prijsschommelingen. Een half jaar geleden betaalde je € 1.900 voor een ton, nu 1.000. Onze productiekost en verkoopsprijs zijn stabiel. Verder is het aanbod aan vismeel niet onbeperkt.”

DSC_1167

De hoofdvraag is of en waarom varkenshouders het beste overschakelen op insectenvoeder?

“Eigenlijk willen we de gezondheidseffecten van onze producten niet extra in de verf zetten, maar landbouwers gaan dat wel merken. Uit tests komt naar voor dat dieren minder stress en minder diarree hebben. Een veehouder merkt dat.”

Wie zijn jullie klanten?

“Op dit moment verkopen we onze producten nog niet. Na de opschaling zullen onze eerste klanten kleine Belgische aquacultuurspelers zijn. Wat we wel al verkopen is onze technologie. We geven ze in licentie aan fabrieken in het verre buitenland: Indonesië, Rusland, Latijns-Amerika ... Het is een ander businessmodel, maar we willen het combineren met grootschalige productie.”

De opschaling van start-up tot industriële speler gaat zelden zonder slag of stoot. Hoe zit dat bij jullie?

“Vijfenhalf jaar geleden ben ik met mijn eigen spaarcentjes aan Millibeter begonnen. Via IWT (nu Vlaio) kreeg ik wat ondersteuning van de overheid, en de voorbije jaren hebben vrienden en bevriende ondernemers geld ter beschikking gesteld. Maar voor deze stap vooruit hebben we ettelijke miljoenen nodig. Dit is echte landbouweconomie, geen internet start-up of een nieuwe app. Het gaat om tastbare investeringen. Het kost minstens € 4 miljoen om een fabriek van een deftige grootte te bouwen. Met een productiecapaciteit van een ton larven per dag zijn we immers niet prijscompetitief met vismeel (1.350 € / ton) of kokosolie (1.250 € / ton). Over een jaar maken we in de nieuwe fabriek 4 ton droog product per dag. Technisch gezien is alles perfect in orde voor de opschaling. Nu moeten investeerders de stap zetten.”

DSC_1180

Op de jaarvergadering van Ovocom lieten leden van voederassociatie Bemefa zich laatdunkend uit over insecten in voeder. Wat krijgt u voor feedback uit de sector?

“Ten eerste is de veevoedersector een conservatieve sector. Ten tweede is het een volumemarkt, en produceren we nog te kleine volumes. Bemefa zou 1.000 ton per dag nodig hebben. De sector wil sojameel vervangen. Wij praten nooit over de vervanging van soja. Vismeel en kokosolie kunnen we vervangen, maar het is heel moeilijk om concurrentieel te zijn met soja. Een derde argument is dat we nog niet prijscompetitief zijn. Nu, we hebben zwaar ingezet op automatisatie van de kweek, en weten dat we op grote schaal wél met de prijzen van vismeel en kokosolie kunnen concurreren.”

U ziet de toekomst van Millibeter, en bij uitbreiding de insectenvoedersector, rooskleurig in?

“In Nederland zijn er al bedrijven aan het wachten op insectenproducten. Protix start er een tweede fabriek. Wanneer de leden van Bemefa het licht zien, gaan we ze dan van genoeg product kunnen vooorzien? Wij werken samen met VDS, een klein veevoederbedrijf in Deerlijk. Ook het Oost-Vlaamse Lambers-Segers is daar al jaren mee bezig. Zij zullen de eerste zijn die met ons product een waardig, afgewerkt product op de markt kunnen brengen. Wie later komt aankloppen, zal langer moeten wachten.”

DC

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken