Startpagina Actueel

Nieuwe ‘boerkozen’ kweken lokaal voor Brussel

Wordt het Pajottenland weer de groentetuin van Brussel? Acht studenten van de Universiteit Gent onderzochten in hun masterscriptie hoe korte ketenproducten de bewoners in en rond Brussel kunnen voeden. Vraag, aanbod en een aantal middelen zijn er al, maar er is nood aan professionele aanpak en coördinatie.

Leestijd : 4 min

Op een halfuurtje rijden van Brussel kom je terecht in het Pajottenland, een streek met veel landbouwbedrijven. Volgens Frank Nevens van de Universiteit Gent kunnen de landbouwers die nabijheid veel beter gebruiken via korte keteninitiatieven. Hij ziet in de hoofdstad een afzetmarkt van meer dan een miljoen eters voor de Pajottenlanders, en liet dit onderzoeken door een aantal studenten.

Boerkozen

In de 19e eeuw waren in het Pajottenland vele boerkozen actief, tuinders die verschillende groenten kweekten om ze in Brussel te verkopen. Nu zijn ze een uitstervend ras: na de oorlog deed schaalvergroting zijn intrede in de landbouw, waardoor de concurrentie steeg en de weg van de Brusselse markt niet langer winstgevend was.

Nevens ziet in de huidige trend van de korte keten mogelijkheden om die relatie te herstellen. Hij lanceerde samen met acht van zijn studenten een onderzoeksproject. “We wilden achterhalen hoe westadsverbonden korte ketenlandbouw - nu nog een niche - kunnen laten evolueren tot een volwaardig, alternatief, naast het gangbare, meer industriële en globale systeem”, vat Nevens samen. De studenten gingen op gesprek bij verschillende landbouwers in het Pajottenland die biologisch of duurzaam willen werken, om te achterhalen wat volgens hen de kansen en knelpunten zijn om hun producten weer lokaal te verkopen.

Vraag, aanbod en infrastructuur

“Uit het onderzoek bleek dat veel factoren al aanwezig zijn om het korte ketenverhaal in en rond Brussel te doen slagen”, aldus Nevens. “Zoals veel andere steden wil Brussel inzetten op lokaal geproduceerde voeding op grotere schaal, bijvoorbeeld door Brusselse scholen, rusthuizen en horeca te stimuleren om hun maaltijden met lokale producten samen te stellen. Maar ook individuele consumenten willen in toenemende mate weten waar hun eten vandaan komt. De vraag naar lokale voeding is er dus zeker.”

En het aanbod is er ook: het onderzoek toonde aan dat de landbouwers in het Pajottenland die nu inzetten op duurzaamheid, dat vooral doen vanuit een sterke intrinsieke motivatie. Ze willen zich graag inzetten voor hun passie of vinden plezier in het contact met klanten, maar willen dan liefst geen tijd verliezen in administratie, transport of marketing. “Dat kan ik niet goed en ik doe het niet graag. Ik verlies er tijd mee die ik eigenlijk op het veld zou moeten spenderen,” zo klinkt het bij meerdere landbouwers.

Zelfs de infrastructuur is aanwezig: via spoorlijn 123 en de Ninoofsesteenweg zouden groenten en fruit vanuit het Pajottenland rechtstreeks naar Brussel vervoerd kunnen worden. “Een beetje zoals de vroegere boerentram”, merkt Nevens op.

Nood aan samenwerkingsplatform

Wat wel nog ontbreekt, is ondersteuning in al die taken waar een landbouwer niet per se door gepassioneerd is, maar die wel nodig zijn om een individueel bedrijf en een coherent korte-ketencircuit van formaat succesvol te maken zoals administratie, marketing en transport.

“Ik heb veel plezier aan mijn werk, en ik vind het dan ook niet erg om hard te werken. Maar als ik na een lange dag op het veld ook nog eens achter mijn bureau moet kruipen om mails te sturen naar mijn klanten, mijn logistiek én mijn administratie te regelen, is dat er al snel te veel aan”, klinkt het bij menig landbouwer die activiteiten in de korte keten ontplooit. Er is nood aan een regionaal overleg- en samenwerkingsplatform, concludeert Nevens.

Initiatieven in Herne en Pamel

De studenten bestudeerden niet enkel de problemen en kansen van korte-ketenlandbouw in het Pajottenland, maar bouwden ook mee aan enkele initiatieven.

Voedselhub Herne

In Herne zijn enkele bewoners gestart met het ontwerpen van een lokale ‘voedselhub’: een soort lokaalmarkt waar iedereen terecht zal kunnen voor groenten, zuivel, fruit en vlees van lokale boeren. Ook een bakker maakt deel uit van de voedselhub. Die maakt brood met bloem van lokaal geteelde en gemalen granen. Onder begeleiding van een echte bakker zal dit brood gebakken en verkocht worden door jonge mensen met een mentale beperking.

Bovendien moet de voedselhub een ontmoetingsplek worden waar bezoekers zich kunnen verdiepen in allerlei aspecten rond voeding, zoals workshops over bakken en koken of groenten en fruit kweken. De studenten peilden naar de slaagkansen van het initiatief en hielpen de geëngageerde burgers bij een businessplan voor de bakkerij en de hub.

Voedselhub Pamel

In Pamel geeft de provincie Vlaams-Brabant gronden in concessie voor biologische landbouw. Een deel van de gebouwen en serres op het terrein zijn ook vrijgekomen en de provincie overweegt ook daar de mogelijkheid van een ‘voedselhub’: een logistiek knooppunt waar men producten van verschillende telers kan samenbrengen en op efficiënte wijze naar Brussel vervoeren.

De studenten bestudeerden het potentieel van zo’n hub en stelden ook een aantal extra functies voor: consumenten informeren, collega-landbouwers inspireren, markten verkennen (met name Brussel) en vraag en aanbod op grote schaal op elkaar afstemmen.

Voor meer info, contacteerinfo.crelanleerstoel@ugent.be.

Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent

Lees ook in Actueel

Milde melkaanvoer in Europa

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
Meer artikelen bekijken