Startpagina Wetgeving

Positie van de langstlevende echtgenoot gewijzigd

Door een recente wet van 22 juli 2018 heeft de wetgever de positie van de langstlevende echtgenoot gewijzigd. Meer in het bijzonder werden een aantal wijzigingen aan het erfrecht van de langstlevende echtgenoot doorgevoerd.

Leestijd : 3 min

Deze wijzigingen zijn op 1 september 2018 reeds in werking getreden. Wij lichten de wijzigingen en hun consequenties voor u toe.

Voorrang op verre familie

Een eerste nieuwheid betreft de voorrang die de langstlevende echtgenoot krijgt op verre familie. In tegenstelling tot vroeger zal de langstlevende echtgenoot alles erven als de overige wettelijke erfgenamen in de vierde graad of verder staan van de overledene.

Deze wijziging versterkt dus de positie van de langstlevende echtgenoot. Uiteraard staat het de erflater nog altijd vrij om zijn verre familieleden vanaf de vierde graad te begunstigen, maar voortaan zal hij dat moeten doen door middel van een testament. Doet de erflater immers niets dan zal alles toekomen aan de langstlevende echtgenoot als er geen familieleden zijn tot en met de derde graad.

Kinderen uit de vorige relatie

Artikel 1388 van het Burgerlijk Wetboek staat de echtgenoten toe maatregelen te nemen in elkaars nalatenschap, als er kinderen uit een vorige relatie zijn. Ze mogen met name voorzien dat ze de nalatenschap van de andere echtgenoot niet zullen erven. Dit wordt in de praktijk het Valkeniersbeding genoemd. Een dergelijke overeenkomst kon de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad niet ontnemen. Met andere woorden kon iemand op voorhand nooit afstand doen van het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad. De langstlevende echtgenoot erfde altijd het vruchtgebruik op de woning en de huisraad ook als hij dat niet wilde en deze zaken liever liet toekomen aan de kinderen uit de vorige relatie van zijn overleden partner.

Deze wettelijke beperking van de vrijheid tussen echtgenoten om wederzijds overeenkomsten te sluiten die rekening houden met de kinderen uit de vorige relaties werd nu aangepast. Onder de nieuwe wet is het voor de echtgenoten wel mogelijk om het recht op het vruchtgebruik op te heffen maar wel met een beperking. De langstlevende echtgenoot behoudt wel een bewoningsrecht op de gezinswoning en de huisraad gedurende de eerste zes maanden na het overlijden van de eerst overledene.

Gelijke behandeling ongeacht huwelijkscontract

Tot slot werd het onderscheid in het erfrecht in functie van het gekozen huwelijksvermogensstelsel weggewerkt.

Vroeger erfden de onder het wettelijke stelsel gehuwde echtgenoten de volle eigendom van het deel in het gemeenschappelijk vermogen en het vruchtgebruik van het eigen vermogen, indien zij samen met andere erfgenamen dan gemeenschappelijke afstammelingen tot de nalatenschap kwamen. Onder een huwelijkscontract van scheiding van goederen, ontvangt de langstlevende echtgenoot enkel het vruchtgebruik van de eigen goederen van de nalatenschap.

De wet van 22 juli 2018 verandert deze verschillende behandeling en voorziet voortaan dat de langstlevende de volle eigendom verkrijgt van het vermogen, dat men samen heeft verkregen gedurende het huwelijk, in geval van samenloop met bloedverwanten in de zijlijn of broers, zussen of afstammelingen ervan. Deze wijziging heeft als gevolg dat langstlevende echtgenoot het gemeenschappelijk of onverdeeld vermogen in het geheel zal verkrijgen, ongeacht het gekozen huwelijksvermogensstelsel.

1 september 2018

De wet is op 1 september 2018 in werking getreden wat betekent dat de erfrechtelijke gevolgen van deze wijzigingen van toepassing zullen zijn op ieder overlijden na deze datum. De regels kunnen niet worden toegepast op nalatenschappen die openvielen door een overlijden voor 1 september 2018, ook niet wanneer deze nalatenschappen nog niet vereffend en verdeeld zouden zijn.

Niet akkoord?

De wijziging van de wettelijke erfregels heeft voor sommige mensen voor gevolg dat zij niet akkoord zijn met de uitwerking van de nieuwe wettelijke regels. In dat geval moet men zelf initiatief nemen om na te gaan of er via een testament of schenking toch nog het gewenst eindresultaat kan behalen. Soms kan ook een wijziging aan het huwelijksstelsel een uitweg bieden. Voor al deze zaken doet men best beroep op een notaris. Deontologisch gezien is het eerste advies van de notaris normaliter kosteloos.

Lees ook in Wetgeving

Toekomst grondgebruik onder de loep in het Vlaams parlement

Actueel Tegen 1 juli – maar ze vreest zelf dat het wel wat later kan zijn – hoopt Vlaams minister voor Leefmilieu Demir dat er een eerste rapportering op tafel ligt over hoe een heldere toekomstvisie voor het grondgebruik in Vlaanderen er moet uitzien. Zoals inmiddels geweten, zal de Vlaamse overheid tot 1 oktober terughoudend zijn wat gewijzigde bestemmingen van landbouwgrond aangaat.
Meer artikelen bekijken