Startpagina Tuin

Een appelboom voor elke tuin

Een tuin is pas echt een tuin als er ook enkele bomen groeien. Een fruitboom is dan vaak een goede optie. Ze bloeien niet alleen rijk en opvallend, ze zijn er ook in allerlei groeivormen: van leibomen tot terrasplant en van laagstam tot hoogstam. Een appelboom is vaak de beste keuze, omdat die niet zo kieskeurig is qua bodemeisen en groeiplaats.

Leestijd : 5 min

Appels waren eeuwenlang het fruit bij uitstek voor de gewone man. Een appelboom stelt niet zo heel veel eisen aan zijn groeiomgeving en de vruchten van sommige rassen konden maandenlang bewaard worden. De appelteelt was op zijn hoogtepunt in de 18e en 19e eeuw. In die periode ontstonden talloze nieuwe rassen en vrijwel iedere streek had zijn eigen ras, afgestemd op de specifieke standplaats. Het grote aantal rassen (alleen al in Europa zijn vandaag nog een 2.000 rassen in kweek) zorgt voor een enorm divers aanbod, gaande van eetappels, over stoof- en bewaarappels, rode of groene appels, zoete of zure appels, vroege (eind juli) en late rassen, rassen met bittere, zure of zoete vruchten… Dankzij selectie- en veredelingswerk van proeftuinen doorheen heel Europa slaagde men er in de vorige eeuw in om trager groeiende bomen te ontwikkelen, waardoor appelbomen nu ook in kleinere tuinen of zelfs in potten kunnen gekweekt worden. Wie op zoek is naar een goed appelras voor in de eigen tuin zal dus zeker een geschikte boom kunnen vinden in het ruime assortiment. En omdat het moment nu stilaan aangebroken is om appelbomen (en fruitbomen in het algemeen) te planten, geven we nog enkele tips voor het kiezen van de juiste boom en het goede ras.

Onderstam

Wanneer men de pitten van appels uitzaait en laat uitgroeien tot volwassen bomen, dan zullen de appels die aan deze bomen groeien niet dezelfde eigenschappen hebben als het oorspronkelijke ras. Dit komt doordat bijna alle appelrassen kruisbestuivers zijn: ze hebben dus nood aan stuifmeel van een ander ras om vruchten te kunnen vormen, waardoor de pitten een deel van het erfelijk materiaal van beide ouderrassen bevat. Hierdoor kan men onmogelijk op voorhand de eigenschappen van de vruchten van de zaailingen voorspellen. Om die reden worden appelbomen vegetatief (ongeslachtelijk) vermeerderd door middel van oogenten (occuleren). Men brengt hiervoor een oog (een knop) van het te vermeerderen ras, d.m.v. de techniek van de oogenting, over op een onderstam. De onderstam zorgt dus voor het wortelgestel (opname van water en mineralen uit de bodem) en bepaalt hierdoor de groeikracht van de boom. De oogent zorgt voor de boomkruin en bepaalt welke vruchten (het ras) de boom zal dragen. Een fruitboom bestaat dus als het ware uit twee delen.

Boomvorm

Vroeger werden als onderstam altijd zaailingen van appelpitten gebruikt. Deze zijn zeer groeikrachtig en zorgden voor een sterke groei van het ras dat op een dergelijke onderstam geënt werd. Vandaar dat vroeger alleen half- en hoogstammen, ook voor de professionele fruitteelt, in cultuur waren. Sedert halfweg vorige eeuw werden onderstammen geselecteerd op hun groeikracht. Hierdoor ontstonden types van zwakker groeiende onderstammen. De appelbomen die hiermee gekweekt werden, groeiden veel minder krachtig, droegen vroeger (soms al na drie jaar) vruchten maar werden wel niet zo oud als hun hoogstammige soortgenoten. Laagstammen (ook wel struiken genoemd) worden dus geënt op een zwakker groeiende onderstam. Hoogstammen worden geënt op sterker groeiende onderstammen.

Bestuiving

In tegenstelling tot wat men zou verwachten als men het aanbod appelrassen in de warenhuizen bekijkt, bestaan er nog honderden soorten (oude) appelrassen die niet allemaal in aanmerking komen voor de commerciële teelt, maar die het wel schitterend doen in de hobbytuin en die bovendien een breed gamma aan smaken, kleuren, groottes en vruchtvleestextuur tentoonspreiden. Heel veel van die oude rassen zijn gemakkelijk (soms moeten ze wel besteld worden) te verkrijgen in de handel. Hou echter rekening met het feit dat de oude appelrassen bijna allemaal kruisbestuivers zijn en dus “vreemd” stuifmeel nodig hebben om vruchten te ontwikkelen. Niet alle appelrassen leveren echter “goed” stuifmeel dat in staat is om de bloesem van nabijgelegen appelbomen te bevruchten. Indien er in de omgeving van uw tuin (binnen een straal van 500 m) geen appelbomen (ook sierappeltjes zijn goede bestuivers) staan, zult u dus minimaal twee appelbomen, waarvan één goede bestuiver, moeten aanplanten. Goede bestuivers zijn oa.: 'Alkmene' , 'Cox's Orange ', 'James Grieve', 'Gala', 'Transparant Blanche' (oogstappel).

Rassen

Heel wat oude appelrassen zijn ideaal voor aanplant in de tuin, omdat ze minder of niet vatbaar zijn voor schimmelziekten zoals schurft en witziekte, waardoor behandeling met gewasbeschermingsmiddelen overbodig is. Onthoud in dit kader ook dat schimmelziekten vooral voorkomen op bomen waarvan het blad lang vochtig blijft, een zonnige en open standplaats (tocht) kan de ziektedruk sterk verminderen.

'Benoni' is een zelfbestuivend ras die goed schimmelresistent is, maar slechts korte tijd te bewaren is. De rode, aromatische, lichtzure appels rijpen af in augustus.

'Zigeunerin' is in mindere mate zelfbestuivend en op vochtige gronden gevoeliger voor schurft. Een zeer goede handappel die afrijpt in september en slechts korte tijd te bewaren is. De appels zijn prachtig rood gevlamd of gestreept en hebben los, groen-wit vruchtvlees dat zachtzuur van smaak is.

'Court Pendu' is een brede, platte appel met een groene kleur en aan de zonzijde ietwat rood verkleurd. De appels hebben sappig, wit, zacht vruchtvlees met veel aroma en een zachtzure smaak. Ze kunnen op een koele plaats enige tijd bewaard worden.

'Grenadier' is een grote groene stoofappel met een zure smaak die kan bewaard worden tot in januari.

'Jacques Lebel' is een middelgrote, bolronde appel die licht afgeplat is aan de boven- en onderkant. Het is een groengele appel met een felroze blos aan de zonzijde. Het vruchtvlees is zacht, wit en sappig met een fris-zure smaak. Het rijpt af in augustus-september en kan bewaard worden tot december, gekoeld tot januari-februari.

'Winterbanana' is een sterk groeiend ras dat door snoeien in vorm dient gehouden te worden. Het geeft grote, groen-rode smakelijke vruchten met een fijn gearomatiseerde, aangenaam zuur-zoete smaak. Het vruchtvlees is bleekgeel, knapperig vast en sappig. Het rijpt af in november en kan tot in april bewaard worden.

Andere goede (lekkere) tuinrassen zijn oa. : 'Sterappel', 'Schone van Boskoop','Keulenman', 'Grahams' , 'Notarisappel' ,...

GB

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken