Startpagina Melkvee

Na de overwinning van ‘Schoonste boer’ verder de landbouw promoten

Op 17 augustus viel het verdict. Vijf kandidaten vochten voor de titel, maar alleen de ‘schoonste’ ging ermee lopen. De 28-jarige melkveehouder, Pieter D’Hooghe, had het niet verwacht, al viel zijn promotiefilmpje het meest in de smaak. Veel tijd om te bekomen had hij niet, de nacht van de verkiezing moest hij weer aan de slag want er hadden twee koeien gekalfd.

Leestijd : 7 min

N a ‘De Schoonste Boerin van Vlaanderen’, kon de mannelijke versie niet uitblijven. Dat ‘De Schoonste Boer van Vlaanderen’ zo’n succes zou worden, had de Landelijke Gilde Stekene echter ook niet verwacht. De organisatie zorgde voor een diversiteit aan kandidaten: een akkerbouwer, een varkenshouder, een melkveehouder, een paardenhouder en een vleesveehouder. Hoewel de opzet van de avond duidelijk was, namelijk de promotie van de landbouw, heerste er toch een gezonde competitie tussen de vijf kandidaten. Davy Vandevelde, Bart Vergote, Bruno Vanhaelemeesch en Laurens Carmeliet moesten echter het loodje leggen tegen de 28-jarige melkveehouder Pieter D’Hooghe, tevens een trotse ‘Groene Kringer’. Landbouwleven kon hem ontmoeten op zijn landbouwbedrijf. En die lag - opmerkelijk genoeg - in centrum Nieuwkerken, tussen een school, rusthuis en enkele appartementen. “Voor hoeveverkoop ideaal, want we hebben veel passanten”, klinkt het opgewekt ten huize D’Hooghe. Op het erf kwam het boerenkarakter pas echt naar boven. Een aardappelschuur, een koeienstal, en 12 ha weide grenzend aan het bedrijf. “En dat kan, hier is het pure landbouwzone.”

Proficiat met de overwinning. Wat doet die titel ‘Schoonste Boer’ nu met je?

Schoon’ he. De moment dat ze je naam zeggen is dat fantastisch. Meedoen is één ding, maar de overwinning zelf geeft een extra goed gevoel. De opzet van de avond was om de sector in een positief daglicht te zetten en de burgers meer inzicht te geven in het landbouwgebeuren. Daar deden we het alle vijf voor. Onze promotiefilmpjes waar we uitleggen wat we doen op onze landbouwbedrijven dragen hier ook zeker aan bij. Die werden echt goed bekeken. Mijn promotiefilmpje is al meer dan 30.000 keer gedeeld. Dus in dat opzet zijn we zeker geslaagd. Nu is het de bedoeling om dat verder te zetten en iedereen te laten zien hoe mooi dat de landbouw eigenlijk wel is.

Moest je je goed voorbereiden voor de show?

De organisatie vroeg me drie weken op voorhand om mee te doen, dus dat viel mee om voor te bereiden. Ik zag het eerst niet zitten, maar na wat uitleg zei ik toch ja. In het promotiefilmpje, waarin het bedrijf wordt voorgesteld, kroop wel wat tijd in. Ik ben niet zo thuis in die dingen, maar met de hulp van familie en vrienden is het wel gelukt. En het had succes, want het werd meer dan 35.000 keer bekeken. Dat is leuk want ik vind dat onze landbouwbedrijven gezien mogen worden. Mijn grootvader startte de boerderij op en ik ben de derde generatie in het bedrijf.

Je bent de melkveehouder onder de kandidaten.

Wij zijn gespecialiseerd in melkvee: we hebben 120 melkkoeien met 70-80 stuks jongvee. Vroeger hadden we ook zeugen, maar daarmee zijn we bewust gestopt. We hadden 90 zeugen en dat was te weinig om rendabel te zijn. De stal was ook verouderd en als we een nieuwe zouden zetten, moesten we veel groter gaan. We hadden echter net geïnvesteerd in een nieuwe melkveestal, die zeer goed is naar dierenwelzijn toe. Die is sinds eind juni in gebruik. Het ligbed bevat een matras van 5 cm dik, verhoogde schoftboombuizen voor het comfort van de koeien, een grote ventilator, een goede koeborstel, enzovoort. Een investering van 6.000 à 7.000 euro per koeplaats. De oude varkensstal is dan omgebouwd tot deels klaslokaal en deels als stal voor droge koeien.

Wat niet aan het landbouwbedrijf zelf ligt, zijn de akkerbouwpercelen. Die liggen wat verder. De gewassen staan in het teken van de koeien, met als teelten gras, maïs en bieten. Andere teelten bij ons zijn aardappel en in kleine hoeveelheden blauwe bessen en pompoenen. Daarnaast doen we aan landbouweducatie en groene zorg, en ten slotte hebben we een hoevewinkel en automaten. We doen dus niet alleen aan specialisatie, we zetten ook in op verbreding.

Hoe vond je de show zelf?

Tijdens de show werden doeproeven afgewisseld met kennisrondes. Bij de doeproeven moesten we onder andere verschillende zaden geblinddoekt onderscheiden: maïs, erwten, gras, tarwe... We moeten ook vlees en groenten proeven en benoemen wat het was. Soms was het wat gokken, de sprinkhaan wist ik als enige. Het was het eerste wat in me opkwam en het was nog juist ook. In de kennisrondes moesten we vragen rond de landbouw beantwoorden, maar dat kon enkel nadat we een nagel volledig in hout hadden geklopt. En wat ik nog vergat: die fysieke proeven waren intensief: pompen, gewicht heffen... ik ben drie dagen stijf geweest!

Waarom denk je dat je gewonnen hebt?

Het totaalpakket. Goed zijn in de rondes en een goed filmpje hebben. Ik had het voordeel dat mijn filmpje veel likes had, en de jury zei dat de inhoud van het filmpje ook heel goed was omdat alle aspecten van het bedrijf goed aan bod kwamen.

Hoe beleefde je de dagen erna?

Ik heb weinig geslapen de eerste nacht, want ik was tot 4 uur daar. Thuis hadden er twee koeien gekalfd, dus mijn dag begon al vroeg met de eerste zorg voor de kalfjes. Om 10 uur was er iemand van TV Oost. Ook op Plattelandstv, Radio 2 en in enkele kranten kreeg het aandacht. Het is goed dat we de landbouw zo positief in de media kunnen brengen.

Krijg je verantwoordelijkheden als ‘Schoonste Boer van Vlaanderen’?

Misschien moet ik naar de Werktuigendagen en naar Agribex, maar zeker weet ik dat niet. Het is anders dan met de ‘Schoonste Boerin’, die meer sponsors heeft. Dit is georganiseerd door de Landelijke Gilden, dus ik vermoed dat er minder verplichtingen zijn. Maar als ze me vragen om ergens de landbouw te promoten, zal ik dat zeker doen.

Hoe zou je op jouw manier de landbouw promoten?

Mijn filmpje is al een mooi voorbeeld, door het mooie en het positieve van de landbouw te laten zien. Op ons bedrijf brengen we de kinderen van kleins af al in contact met de landbouw. Zeker van april tot juni komen er heel veel klassen op bezoek. Al vanaf 4-5 jaar komen ze op de boerderij en weten ze waar de melk vandaan komt en hoe de koe melk geeft. Mijn moeder leidt de groepen dan rond: eerst bij de kleine dieren, maar ook naar de melkmachine en de melkrobot. We hebben educatieve borden staan die helpen in het leerproces. In het ‘knuffelhoekje’ zijn er konijntjes, kippen en geitjes die de kleintjes kunnen knuffelen. We hebben zelfs een knuffelkoe, die blijft staan bij kinderen. We zetten hen er af en toe ook eens op. Daarnaast mogen ze zelf voederen of bij andere kleine dingen meehelpen. We hebben ook een klaslokaaltje ingericht en we organiseren boerderijkampjes.

Wat vind je zelf het leukste aan het leven op de boerderij?

De vrijheid. Je werk moet altijd gebeuren, maar je bent je eigen baas. Ik ben altijd bezig met de dieren. We herkennen al onze koeien zelfs, aan de tekening en de uier (kleur, beadering, frame). Vroeger gaven we ze een naam, maar nu we er te veel hebben, gaat dat niet meer. Nu houden we het bij het diernummer. Iedereen heeft hier zijn vaste verantwoordelijkheden. Ik melk en voeder, mijn vader Luc doet de veldwerkzaamheden en mijn moeder Betty vult de automaten aan, melkt de koeien, voert de kalfjes en geeft rondleidingen. Mijn broer Mathias en tweelingzussen Fien en Leen helpen wel veel op het bedrijf maar hebben hun eigen job.

Welke uitdagingen zie je nog voor de landbouw?

De landbouw heeft nog wat uitdagingen. Europa legt ons alsmaar meer maatregelen en nieuwe wetten op. Die moet je als landbouwer opvolgen, en daarop wordt je ook gecontroleerd. Het spijtige is dat per lidstaat de wetten en maatregelen anders worden ingevuld en anders worden gecontroleerd. Dat zorgt ervoor dat de concurrentie niet altijd eerlijk is, terwijl ingevoerde producten niet altijd aan deze eisen moeten voldoen. Wij moeten grotere investeringen doen, meer ruimte voorzien, minder mest voeren (MAP6)... en dat is niet overal zo. Dat zorgt voor een extra kost die niet gecompenseerd wordt. Om rendabel te zijn moeten we meer beesten houden. Bovendien zorgt de volatiliteit in prijzen ervoor dat we bij investeringen moeilijk weten of we er iets aan verdienen of zelfs de investering kunnen terugverdienen. We hebben net een nieuwe stal gezet met een melkrobot. Als de melkprijs nu in elkaar zakt, is dat moeilijk voor jonge landbouwers.

In Vlaanderen zouden jonge landbouwers ook meer financiële steun moeten krijgen. We kunnen nu wel financiële steun krijgen van het VLIF, maar dat duurt lang. Je hebt al zoveel kosten met het opstellen van het dossier, een architect aan te spreken, investeringen te doen, enzovoort.

Ik vind dat de landbouw echt gesteund moet worden en de landbouwgrond gevrijwaard moet blijven. De landbouw zorgt immers voor veel werkgelegenheid. Er zijn in Vlaanderen nog 23.000 bedrijven. Daarrond zijn er nog veel bedrijven die de landbouw voorzien van producten en andere bedrijven die landbouwproducten verwerken. Moesten de landbouwbedrijven er niet meer zijn, dan zijn veel mensen hun job kwijt. Jij trouwens ook, hé.

Marlies Vleugels

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken