Startpagina RULA

Een wetenschappelijke kijk op wijnbouw

Wijnbouw is al enkele jaren in steile opmars in ons land. De nood aan kennis over de druiventeelt groeide navenant. Sinds 5 jaar kunnen telers met hun vragen terecht in het Kennis- en onderzoekscentrum voor wijnbouw in Sint-Truiden. Kris Vandenwyngaert – what’s in a name – was er van bij de start bij.

Leestijd : 9 min

Eind september, de eerste druiven van het ras Solaris zijn intussen geoogst. Het ‘sap’ ervan staat te borrelen in blinkende inox vaten in de vinifi - catieruimte van het pcfruit. Begin oktober volgen de andere rassen. Eer er sprake is van druivensap, laat staan wijn, is er al een hele weg op het veld achter de rug. Net als bij andere gewassen, is stielkennis een noodzaak voor een rendabele teelt.

SALK-project

“De Belgische wijnbouwsector was al langer vragende partij naar een onderzoekscentrum voor wijnbouw”, vertelt Kris Vandenwyngaert. “Na de sluiting van Ford Genk en enkele toeleveranciers werd een herstructureringsplan voor Limburg uitgewerkt. De sector kon hiervan een graantje meepikken. Binnen het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) werd in 2014 namelijk ook het Kennis- en onderzoekscentrum voor wijnbouw opgericht.” Het centrum werd logischerwijze ondergebracht bij het pcfruit in Sint-Truiden. Hierdoor kon men onmiddellijk profiteren van de reeds aanwezige specialisten inzake gewasbescherming, bemesting en teeltproblematiek zoals insecten en schimmels.

Kris Vandenwyngaert was toen al een tijdje hobby-wijnbouwer. “Ik las de vacature voor onderzoeker voor het kenniscentrum en dacht ‘waarom zou ik dat niet proberen?’. Ik had nochtans een goede job als ingenieur elektromechanica in een heel andere branche. Toen ik geselecteerd werd, stond ik dus op een keerpunt, maar ik ging ervoor! Mijn hobby werd dus mijn beroep…”

Dit jaar liep het vijfjarige SALK-project af, maar het project rond wijnbouw zal nu gedragen worden door de provincie Limburg. “Het kennis- en onderzoekscentrum is wel actief in heel Vlaanderen, we zijn er voor álle geïnteresseerden. We werken trouwens ook nauw samen met de Waalse collega’s van het onderzoekscentrum Carah. Daar startten ze pas in 2018 met onderzoek naar wijnbouw.”

Ruime rassenkeuze

Vijf jaar geleden moest echter van nul gestart worden. Tot dan waren er immers nog geen wijnstokken op de terreinen van het pcfruit aanwezig. “We rooiden een deel van de fruitbomen zodat we op 0,8 ha verschillende variëteiten konden aanplanten. We maakten een doordachte keuze, want we wilden hier een wijngaard voor onderzoekdoeleinden, geen gewone demo-tuin. Men zegt wel eens: 20% van de wijn wordt op het veld ‘gemaakt’, 80% in de kelder. Wijn is emotie, maar wij gaan op een wetenschappelijke manier met wijnbouw om. Die 20% zijn dus wel belangrijk. Je moet altijd vertrekken van goed materiaal om een goed eindproduct te bekomen!”

Kris Vandenwyngaert overloopt de keuzes: “Omdat zowat de helft van de Belgische aanplantingen uit Chardonnay bestaat, kreeg het hier ook een prominente plaats. Het is een wereldwijd gekend ras waar al veel kennis over bestaat. Maar dit klassieke ras is redelijk gevoelig aan ziekten, onderzoek in ons klimaat is dus belangrijk. Daarnaast plantten we 5 klonen van Riesling. Dit ras geniet erg veel interesse in België, maar zeer weinig telers durfden al de stap wagen. Toch wierpen onze ervaringen al vruchten af, er startte intussen al een wijnbouwer volledig met Riesling… en met succes.

Op het perceel op het pcfruit in Sint-Truiden wordt een ruime waaier aan variëteteiten uitgetest.
Op het perceel op het pcfruit in Sint-Truiden wordt een ruime waaier aan variëteteiten uitgetest. - Foto: pcfruit

Pinot Noir is de tweede belangrijkste druif in ons land. Het is een kleinere, rode druif die een mooie wijn aflevert. Ook bij een minder goed jaar, dus bij minder goede rijping en hogere zuurheid, is deze druif nog inzetbaar voor de productie van mousserende wijnen. Aangezien dat type wijnen in ons land nogal populair zijn, is dat zeker een voordeel.

En alhoewel hybride rassen in ons land nog steeds een twistpunt zijn, plantten we ook meerdere PiWirassen (Pilzwinderstandsfähigen Rebsorten of schimmeltolerante druivenrassen). Ze dragen de reputatie van een slechte smaak die er door kruisingen van Europese met Amerikaanse rassen insloop. Dit historisch verhaal is intussen nochtans helemaal verleden tijd dankzij veredeling, terwijl ze effectief minder schimmelgevoelig zijn. Dat facet is erg belangrijk in tijden dat het gebruik van chemische gewasbescherming zwaar onder druk staat. Het zijn dan ook erg geschikte rassen voor de bioteelt.”

In 2018 werden op pcfruit bijkomende nog 2 multiresistente variëteiten aangeplant, namelijk Ruby Merlot en Sauvignon Rythos. “Ze blijken resistent tegen meerdere stammen van valse meeldauw en echte meeldauw (phytophthora). We testen dit hier uit.”

Rendabiliteit voorop

De gemiddelde temperatuurstijging door de klimaatopwarming zal volgens specialisten leiden tot uitstekende condities om wijndruiven te verbouwen in Vlaanderen. “Dit betekent dat we moeten onderzoeken hoe de druiventeelt hier zo goed mogelijk kan gebeuren”, meent Kris Vandenwyngaert. “Rendabiliteit is het hoofddoel van ons onderzoek. Wijnbouw in ons land is immers niet zo evident. Onze telers hebben immers ook te maken met een hoge fiscaliteit, hoge loonkosten… Een bedrijf kan enkel levensvatbaar zijn als het geheel vlot loopt, te starten bij de teelt.”

Het Kennis- en onderzoekscentrum voor wijnbouw doet daarom onderzoek op verschillende fronten. Zo gaat men onder meer na hoeveel trossen er idealiter per wijnstok hangen. “In Frankrijk geldt de theorie dat hoe minder trossen er hangen, hoe beter dit is voor de kwaliteit. Maar dit is eigenlijk afhankelijk van het plaatselijke klimaat en van de variëteit. Wij willen weten waar het optimum ligt en niet zomaar kwaliteitsvolle trossen weggooien. Het is een meerjaarse proef waar onderzoekster Soetkin Van Hoye nu vooral mee bezig is.”

Duurzaamheid troef

Duurzaamheid wordt hoog in het vaandel gedragen in de fruitteelt, zo ook in de wijnbouw. “Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen staat onder druk. Daarom plantten we natuurlijk die schimmeltolerante PiWi-rassen. We gebruiken ook een waarschuwingssysteem dat telers verwittigt wanneer er ziekten opduiken, zodat ze hun druiven gericht en tijdig kunnen behandelen. Nieuwe fytoproducten worden vandaag trouwens niet alleen getest op de aanwezigheid van residu’s maar ook op hun effect in de wijn zelf. Dit onderzoek loopt nog volop bij de bestaande gewasbeschermingsproducten tegen onder meer valse meeldauw en meeldauw. We testen ook alternatieve gewasbeschermingsproducten zoals kaliumbicarbonaat (vergelijkbaar met bakpoeder eigenlijk), tegen deze ziekten, met goed resultaat trouwens. We gebruiken het tot vlak voor de oogst om een mogelijke invloed op de smaak na te gaan.”

Het onkruidvrij houden zonder onkruidverdelgers van de ‘zwarte strook’, de onbeteelde zone tussen de rijen, past eigenlijk ook in dat kader van duurzaamheid. “We merken dat steeds meer telers in het buitenland een ononderbroken grasstrook aanleggen zonder deze zwartstrook. Die lage bodembedekking vormt immers geen belemmering of concurrentie voor de diepwortelende wijnstokken. Het vermijdt niet alleen het gebruik van herbiciden maar het beperkt ook het risico op erosie. Je kan ook de biodiversiteit nog vergroten door er bloemenstroken in te verwerken. Vlak voor de oogst wordt het gras meestal gemaaid. Een zwartstrook blijkt wel ietsje minder vorstgevoelig te zin tegenover een doorlopende begroeing.” Het kenniscentrum organiseerde dit jaar trouwens demonstraties omtrent bodembewerking van de zwartstrook en ontbladeringssystemen.

Omgaan met nieuwe fenomenen

Ons klimaat verandert en daarom moet de wijnbouw zich wapenen tegen nieuwe (weer)fenomenen. “Zo hadden we dit jaar te maken met zonnebrand. Druiven verdragen nochtans goed warmte, daarom gedijen ze zo goed in zuiderse landen. Extremen verdragen ze echter niet. We hadden hier in juli een combinatie van ongezien hoge temperaturen, een hoge uv-instraling en een gevoelig ontwikkelingsstadium. Vanaf 37,8 °C beginnen bepaalde stoffen op te stapelen in de vruchtjes. De extreem hete dagen vielen net voor de kleuring van de bessen. Daardoor ontstond heel wat schade wat zich uitte in besverbranding. De getroffen bessen verschrompelen tot steenharde pitjes. We stellen ons nu de vraag of we hier nog iets zinvol mee kunnen doen. Een kwart van onze druiven op pcfruit heeft schade door zonnebrand opgelopen.”

Een kwart van de druiven op pcfruit liep dit jaar schade op door zonnebrand. De getroffen bessen verschrompelen tot steenharde pitjes.
Een kwart van de druiven op pcfruit liep dit jaar schade op door zonnebrand. De getroffen bessen verschrompelen tot steenharde pitjes. - Foto: AV

Druivelaars zijn ook vorstgevoelig. Vorstschade is landschapsafhankelijk, er is bijvoorbeeld meer schade onderaan het dal. “De periode vanaf april tot half mei is steeds spannend. De jonge uitlopers vertonen schade vanaf -2,1 °C. Dat gebeurt hier niet zo vaak in die periode, ook niet dit jaar, maar we zoeken toch naar beschermende maatregelen.

De Moezelstreek had dit jaar minder gelukt. Ze kregen er zowel te maken met vorstschade als met zonnebrand. Ze verliezen er de helft van hun oogst. In het zuiden van Europa is waterbeschikbaarheid een enorm probleem voor de wijnbouw aan het worden. Een wijnstok kan veel verdragen, maar water heeft hij nodig. De wortels van een druivelaar – een woekerplant - kunnen tot zeer diep in de (steenachtige) bodem naar vocht zoeken, maar als er geen water meer te vinden is… stopt het!”

Kris Vandenwyngaert vult nog aan dat ook hagel schade kan veroorzaken in de wijngaard. “In onze contreien krijgen we meestal wel wat hagelbuien in het late voorjaar, maar in die periode beschermt het weelderige loof de vruchtjes. Bij een zomerse hagelbui ligt dit anders natuurlijk want dan krijgen de vruchten de volle lading.”

Nood aan een vinificatieruimte

2019 is het derde oogstjaar voor de wijngaard op pcfruit. “We hebben hier natuurlijk te maken met een proefwijngaard, wat niet te vergelijken is met een standaardproductie. Zoals aangehaald doen we hier vergelijkende proeven, bijvoorbeeld tussen rassen of behandelingen. Ons uitgangspunt was dan ook om enkel onderzoek naar de teelt te doen, want de oenologie gebeurt voornamelijk door gespecialiseerde privé-laboratoria. Maar al snel voelden we de nood om hier toch ook zelf wijn te maken. We willen immers het effect van teeltmaatregelen nagaan op het eindproduct. Met financiële steun van de provincie Limburg bouwden we in 2018 onze eigen vinificatieruimte”, vertelt Kis Vandenwyngaert met enig trots.

Op pcfruit is een eigen vinifi catieruimte aanwezig. Kris Vandenwyngaert maakt er van de druiven van elke proef een aparte ‘basiswijn’. De eerste vaatjes van dit jaar staan er intussen te pruttelen.
Op pcfruit is een eigen vinifi catieruimte aanwezig. Kris Vandenwyngaert maakt er van de druiven van elke proef een aparte ‘basiswijn’. De eerste vaatjes van dit jaar staan er intussen te pruttelen. - Foto: AV

“We streefden ernaar om de ruimte zodanig in te richten dat onze onderzoeksresultaten vergelijkbaar zijn met deze van buitenlandse instituten. Blijkbaar was een dergelijke afstemming nog nooit eerder gebeurd en bijgevolg reageren de aangesproken instituten hier uiterst enthousiast op. We werken nauw samen met zoveel mogelijk andere onderzoekscentra, in Zuid- Afrika, de VS, maar natuurlijk ook met centra dichterbij, in Frankrijk, Italië, Luxemburg en Duitsland.” Vandenwyngaert maakt van de druiven van elke proef een aparte ‘basiswijn’ met een standaard neutrale gist en met een vastgelegde standaardprocedure. De verschillende proeven kunnen nadien vergeleken worden aan de hand van laboratoriumanalyses en sensorische vergelijkingstesten van deze wijnen. “De eerste vaatjes van dit jaar- met ‘wijn’ van het ras Solaris - staan dus intussen te pruttelen. In oktober volgt de oogst en verwerking van de andere rassen.”

De oogst die niet wordt gebruikt bij de vergelijkende proeven wordt verkocht. “We kopen een deel van de wijn van onze druiven wel terug. Het is immers leuk om bezoekers eigen wijn aan te bieden. Onze eerste wijn, van de oogst van 2017, werd gemaakt van Chardonnay. Die wijn kreeg zelfs een naam, Experivin. Vorig jaar lieten we wijn maken van het ras Johanniter, dat werd een iets zoetere wijn.”

Vergeet het marketingverhaal niet!

Het kenniscentrum geeft geen adviezen omtrent het kelderverhaal. “Iedereen kan bij wijze van spreken druiven telen. Een wijn maken lukt ook nog wel. Maar het goed vermarkten, is niet iedereen gegeven”, stelt Kris Vandenwyngaert. “Starters krijgen van mij dan ook steevast het advies om goed na te denken over hun product. Ze moeten er volledig achterstaan, liefst er uit springen én over een goed businessplan beschikken. Wanneer professionele wijnbouw groeide uit een hobby dan is dit dikwijls gevaarlijk. Je eerste jaren kan je nog wel je wijn slijten bij je vrienden en kennissen, maar dat is meestal een eindig verhaal als je geen topproduct hebt.

Je bent trouwens minimaal voor 30 jaar aan je wijnstokkken verbonden. Pas na 3 jaar kan je voor het eerst oogsten. Ik ervaar dat al na 4 à 5 jaar de eerste problemen opduiken. De euforie van de eerste realisaties ebt dan weg en maakt plaats voor de harde werkelijkheid van kosten en omzet. Bovendien heeft wijnbouw arbeidspieken. Ook dat facet wordt dikwijls onderschat door nieuwkomers. Ze staan er bijvoorbeeld niet stil bij dat wanneer je externe plukkers inzet ook in hun huisvesting moet voorzien en een hele administratie moet bijhouden.”

Nieuwe kansen voor fruittelers

Volgens Vandenwyngaert zal de wijnbouw in ons land nog verder groeien. “Vandaag omvat het wijnbouwareaal in ons land zo’n 500 à 600 ha. Dit aandeel neemt jaarlijks met ongeveer 10% toe, binnen enkele jaren gaan we dus richting 1.000 ha. (Wijn)druiven zijn intussen al onze vierde grootste fruitsoort na appel, peer en aardbeien.”

Hij ziet ook enkele nieuwe evoluties. “Heel wat appel- en perentelers hebben het vandaag erg moeilijk. Uit een studie van UHasselt, met medewerking van pcfruit, Hogeschool PXL en studiekring Guvelingen, blijkt dat een (gedeeltelijke) omschakeling naar wijnbouw mogelijkheden biedt. Het plan omvat afname van de oogst door een ‘vinificator’. Dit bedrijf zorgt dan voor de begeleiding van de teler (onder meer de rassenkeuze), vinificeert de druiven tot wijn, en vermarkt dit eindproduct. De eerste telers stapten dit jaar in het project. Volgens mij zit hier wel potentieel in wanneer dit in goede banen wordt geleid en er gemikt wordt op het marktaandeel waar de huidige wijnbouwers toch niet actief in zijn!”

Anne Vandenbosch

Lees ook in RULA

Meer artikelen bekijken