Startpagina Actueel

Prof Wouter Saeys: ‘Smart farming vervangt de ‘wijze boer’ nooit’

Worden onze landbouwbedrijven straks gerund door robotboeren? Nee, helemaal niet! “Data is niét het witte goud”, beklemtoont prof Wouter Saeys (KU Leuven), een autoriteit op het vlak van precisielandbouw. “Smart farming is wel een uitstekend hulpmiddel om onze landbouwers bij te staan. Want die boeren zijn gelimiteerd door de schaalgrootte, de techniciteit, de complexiteit én de variabele factoren die inherent zijn aan ons Vlaams landbouwmodel.”

Leestijd : 8 min

S mart farming, precisielandbouw en bedrijfsondersteunende systemen: het is een razend snel groeiend terrein waar techniek, data en kennis bij elkaar komen om nieuwe diensten mogelijk te maken.

‘Slim Boeren’ is veel meer dan een nuttige, optionele techniek: enerzijds in een context van stijgende kosten van onder andere brandstof, grondstoffen en medewerkers, en anderzijds in een sterk groeiende vraag naar kwalitatief hoogwaardig voedsel in combinatie met een minimale druk op milieu, welzijn en omgeving.

Vlaamse landbouwers zien ook het nut van precisielandbouw en smart farming in, maar blijven eerder toch argwanend.

“Boeren hebben daar ook een punt. Er wordt heel wat technologie gepusht, vanuit het oogpunt van mooie technologie en je kan er wel iets mee doen. Maar de kost van die technologie ten opzichte van wat die brengt aan meerwaarde, is vaak nog onvoldoende”, stelt prof Wouter Saeys.

Het verschil tussen theorie en praktijk.

“Ja, nog te vaak ligt daar een verschil. Die technologie werkt heel vaak uitstekend in een omgeving van onderzoek en op proefvelden, maar je moet die Vlaamse boer precies de meerwaarde op zijn bedrijf aantonen. Dààr ligt de oplossing. En gelukkig zijn er projecten, die effectief de landbouwer mee in het bad trekken. Het moet voor de boer een verschil maken in zijn reële praktijk. De boeren werken nu ook al uitstekend, tegen de limiet aan. De extra winst die kan worden behaald, is dan ook vaak klein.”

Ook de gemiddelde leeftijd van de Vlaamse boer speelt een rol.

“Ik begrijp dat Vlaamse boeren niet blind investeren. Meer dan Nederlanders kijken ze de kat uit de boom. In Nederland durft men meer, maar maakt men soms ook foute keuzes. Smart farming is en blijft ook een leerproces, waarbij soms leergeld moet worden betaald. Af en toe moet je een risico nemen om net die meerwaarde te ontdekken. Het is daarnaast ook een vaststaand gegeven dat een groot deel van de Vlaamse boeren ouder is dan 55 jaar. Ze zeggen: ‘Dat is niet meer voor mij’. En daar heb ik respect voor, maar dat brengt ons niet vooruit. Gelukkig is er een grote, jongere generatie boeren die er ook hard voor gaan en meer interesse hebben in nieuwe technologie. Zij hebben ook al veel aan hun hoofd. Eerst wordt de basis van het bedrijf op punt gezet, wat ook te begrijpen valt. Later komt dan het onderdeel smart farming. Het zijn maar enkele redenen waarom vandaag smart farming niet de eerste prioriteit is in de bedrijfsvoering.”

Maar hoe minder de interesse van de Vlaamse boer, hoe duurder de applicaties blijven.

“Tja, dat is uiteraard het verhaal van de kip en het ei. Vanaf het moment dat er een markt is, wordt de prijs gedrukt. Maar als de vraag onvoldoende is, blijft het duur. De focus moet meer dan ooit liggen op het probleemoplossend karakter. Dat is de sleutel om smart farming een nog veel groter draagvlak te bieden.”

Het gps-gebruik is wel al goed ingeburgerd.

“In precisielandbouw speelt de grootte van bedrijven, de schaal van percelen een grote rol. Onze bedrijven zijn niet te klein, maar ze zorgen wel voor een ander werkveld. Daar zijn de technieken niet altijd even goed op afgesteld. Dat merk je vaak bij constructeurs en producenten. Wat in de VS aanslaat, doet het daarom niet even goed in Europa, of bij ons in Vlaanderen. Om maar één voorbeeld te geven: bij ons zijn er heel wat kopakkers. Lange kopakkers zomaar laten liggen, is geen optie. Constructeurs zetten daar nu gelukkig meer op in, zodat je bijvoorbeeld veel compacter een kopakker kunt nemen, of dat je ook kromme lijnen kunt rijden. Zulke aanpassingen zijn in Vlaanderen nodig omdat we in een complexere setting zitten. Met die gps-technologie heeft smart farming zijn groot nut bewezen. En waarom? Precies omdat de boer elke dag ervaart wat de voordelen van gps-sturing zijn. Voor heel wat andere toepassingen is dat resultaat niet onmiddellijk zichtbaar en tastbaar. Alles wat eerder over de lange termijn gaat, ligt moeilijker. Boeren zijn bezig met de problemen van vandaag, minder met die van morgen. Laat staan met de problemen en uitdagingen van overmorgen. En dat is geen verwijt, maar wel een vaststelling.”

De data is er, maar er is meer nodig.

“Uiteraard, data is niet het nieuwe goud. Data is maar data. Tenzij je daar een meerwaarde mee creëert. Er is net nog heel wat werk aan het creëren van modellen die voor dat extra gaan zorgen. We hebben nood aan nog meer mechanismes om de puzzelstukken beter in elkaar te laten vallen. Er is heel wat data beschikbaar, maar die krijgen pas in een groter geheel een belangrijke meerwaarde.”

Er is ook een groot verschil in activiteit: in de stal, of buiten op het veld bijvoorbeeld.

“Dat verschil is immens. In de stal is de boer eigenaar van alle data en gegevens. In, op en rond het veld zijn veel meer actoren actief, ook bijvoorbeeld loonwerkers. Daarbovenop zijn het vaak dan nog andere constructeurs, andere producenten... Hoe meer partijen betrokken zijn, hoe moeilijker het is om het overzicht te bewaren en alle beschikbare data naar een model of platform om te zetten. Het is pas als die laatste stap lukt en je conclusies kunt trekken, dat je ook een meerwaarde kunt creëren. Data-integratie, data-hubs zijn uiteraard de oplossing. Ook de verdere evolutie naar een sterk uitgebouwd en op cijfers en modellen gebaseerd perceelspaspoort. Daar kan je dan mee aan de slag.”

Landbouw laat zich ook niet vangen in één model.

“Kijk, vaak werd smart farming gepusht vanuit het idee: ‘We hebben hier een sensor en die gaat alles oplossen’. Dat is niét zo. Die sensor lost geen problemen op. Het is maar een stukje van het verhaal. Men heeft vroeger vaak ook de intelligentie van de landbouwer onderschat: ‘Landbouw is simpel, en we gaan dat hier met een geautomatiseerd systeempje oplossen, want de boeren die weten dat toch niet’. Nee, dat is klinkklare onzin en totaal foutief! Het is precies de landbouwer zelf die weet dat het een complex, multidimensioneel probleem is. Hij of zij gaat daar redelijk goed mee om en kan met die ervaring nog altijd het best inschatten wat nodig is. Die landbouwer is echter minder goed geplaatst als hij dat geheugen niet heeft of die ervaring nog niet heeft. Dan betekent smart farming in vele gevallen een ideaal hulpmiddel.”

“Men heeft vroeger te vaak de neiging gehad om landbouw te vereenvoudigen: ik meet A en ik doe B. Nee, dan negeer je dat je met levende mechanismes bezig bent. Die sturen zichzelf heel vaak bij en zijn bijzonder dynamisch, zoals planten. Smart farming gaat nooit die intelligente boer vervangen. Het is ook de ambitie niet om te denken dat de landbouwer zelf niks meer moet kunnen of niet meer moet nadenken. De boer is echter gelimiteerd door de schaal waarop hij vandaag moet werken. Om maar een voorbeeld te nemen uit de veehouderij. Als je 2 keer daags 30 koeien melkt, ken je je dieren heel goed. Je ziet, je voelt, je weet als er iets scheelt. Je verliest toch vlugger het overzicht als 200 koeien naar de robot gaan. En die robotten genereren dan toch ook al heel wat data.”

Boeren zijn niet altijd de grootste cijferaars.

“Vroeger waren landbouwers inderdaad minder begaan met cijfers. Dat was ook hun grote uitdaging niet. Ze hadden meer interesse in de kwaliteit van hun teelten, van hun dieren. Ze waren tevreden dat ze op het einde van de rit een goede prijs kregen voor het werk dat ze deden. De jongere generatie is daar wel meer mee bezig. Niet alleen omdat de marges kleiner zijn geworden, maar er spelen ook andere redenen mee: de gewijzigde klimaatomstandigheden, de druk van de maatschappij... Dat hele smart farming is zo’n grote uitdaging, maar creëert ook een spanningsveld én een groeiende kloof tussen 2 generaties landbouwers.”

Zou u zelf een goede boer zijn?

“Ik zou wellicht te veel met cijfers bezig zijn, en mijn werk niet af krijgen. Ik zou wel heel hard openstaan voor tools en modellen die mij een beter inzicht geven in mijn bedrijfsvoering en mij betere resultaten laten behalen.”

“Als ingenieur neem ik graag beslissingen op basis van feiten en cijfers, eerder dan op gevoel. Maar boeren hebben net door hun ervaring een ongelooflijke intuïtie. Als die intuïtie niet meer matcht met gewijzigde omstandigheden, dan heb je een probleem. En dan biedt smart farming extra handvatten en veelal een perfecte oplossing of minstens een uitstekend hulpmiddel. En dat is een werkpunt van elke dag.”

Wie is Wouter Saeys?

Wouter Saeys (40) behaalde zijn masterdiploma in Bio-ingenieurswetenschappen aan de KU Leuven in 2002. Op basis van een artikel over zijn masterproef ontving hij de ingenieursprijs van de Koninklijke Vlaamse Vereniging van Ingenieurs (KVIV). In 2006 promoveerde hij aan de KU Leuven als doctor aan de Bio-ingenieurswetenschappen onder supervisie van professoren Herman Ramon en Josse De Baerdemaeker.

Daarna specialiseerde hij zich in licht transportmodellering tijdens een verblijf van 6 maanden aan de School for Chemical Engineering and Advanced Materials van de Universiteit van Newcastle (Groot-Brittanië), en in Chemometrie tijdens een verblijf van 6 maanden in het Norwegian Food Research Institute in Åss (Noorwegen). Sinds 2010 is hij universitair docent aan de Afdeling Biosystemen van de KU Leuven. In 2019 werd hij gepromoveerd tot hoogleraar in zijn vakgebeid.

Wouter Saeys is afkomstig van Aalst en doet in zijn vrije tijd aan paardensport. Hij is een bekend en gewaardeerd actief lid in het LRV-milieu. Paardensport is nauw verbonden met platteland en landbouw. Zijn echtgenote komt ook uit een landbouwersgezin. Zijn schoonouders baten een landbouwbedrijf uit.

Complexiteit van de natuur is een uitdaging

Smart farming houdt van data, van algoritmes, van rekenkundige modellen. Maar is net die natuur - voor planten dé biotoop - met haar grillig karakter, veelheid aan onbekendes en wereldwijd schommelende variabelen, dan geen tegenstander van die smart farming? “Een tegenstander? Nee, toch niet”, weerlegt professor Wouter Saeys. “Die extra complexiteit creëert net een grote uitdaging. Het is inherent aan de landbouw en de activiteiten dat je met die onvoorspelbaarheid én complexiteit zit.” Volgens professor Saeys is het dé uitdaging voor de landbouw om 2 risico’s veel beter tegen elkaar af te wegen: het risico op inkomstenderving én het risico op milieuschade. “Die afweging neemt de landbouwer vandaag op basis van ervaring, op gevoel, minder cijfermatig. Dat ligt volledig anders in andere sectoren, waar de afweging tussen inkomen en milieu veel meer wordt gemaakt. Zo zijn we bijvoorbeeld al te vaak blind aan het bemesten, zeker met dierlijke mest. We doen maar wat, en gaan dan later wel kunstmest precies gaan inwerken. Waar zit de logica? Beide systemen kunnen elkaar veel beter aanvullen. Dat houdt de landbouwers wel bezig.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken