Startpagina Economie

“Met middelgrote windturbines investeren landbouwers in de toekomst”

Wie goed wil boeren, moet investeren, bijvoorbeeld in windenergie. Deze hernieuwbare bron zorgt er immers voor dat de elektriciteitsrekening van landbouwers aardig kan dalen. “Hoewel zonne-energie de factuur vooral in de zomer kan verzachten, biedt windenergie het hele jaar door uitstekende garanties”, aldus Alex De Broe van windmolenfabrikant Xant.

Leestijd : 8 min

Een jaar geleden stond in Landbouwleven al te lezen dat landbouwers een sleutelrol kunnen spelen in het energievraagstuk. Ze verbruiken dan ook behoorlijk wat elektriciteit. Zeker de melkrobots van veehouders spijzen de energierekening. Maar ook fruittelers, varkens- en pluimveehouders halen dagelijks behoorlijk wat elektriciteit van het net. Hoewel deze bedrijven voldoende ruimte hebben voor zonnepanelen, bieden die niet het hele jaar door garanties. “Daarom is het essentieel om verschillende bronnen van hernieuwbare energie te combineren”, weet Alex De Broe van Xant. Dit Brussels bedrijf ontwikkelde gebruiksvriendelijke en duurzame windturbines die ook perfect ingezet kunnen worden in het dagelijkse landbouwleven.

Decentrale energieopwekking

“De mens is van nature gekant tegen verandering”, vertelt de CEO van Xant. “Dat was bij de introductie van de trein het geval en dat ondervinden we ook met de uitbouw van windmolens. Iedereen is wel te vinden voor turbines, zolang ze niet in de achtertuin staan. Daarom vinden we vandaag veel windmolens op zee, wat betekent dat de energie die deze turbines produceren aan land moet geraken, waardoor off-shore wind slechts een deel van de oplossing kan zijn. Net daarom focust Xant op manieren om de energie-opwekking dichter bij de gebruiker te brengen.”

“Windenergie dicht bij de gebruiker brengen is niet mogelijk in een urbane context”, weet De Broe. “In steden is er te veel turbulentie en zijn er te veel hoge gebouwen. Onze middelgrote windturbines zijn wel perfect inzetbaar voor landbouwbedrijven. Die zijn vaak gevestigd op locaties waar niet al te veel mensen wonen, wat ook impliceert dat er voldoende ruimte is om de molens te plaatsen. Vooral veetelers maken dagelijks gebruik van machines die verwarmen, ventileren en voederen. Middelgrote windmolens kunnen hun energiefactuur dus zeker naar beneden halen.”

Productie en verbruik afstemmen

“Wind is een technologie die voordeel heeft aan schaalgrootte. Voor zo’n offshore windpark wil men zo’n groot mogelijke machines. Toch kunnen er heel veel beperkingen optreden, waardoor middelgrote turbines een betere optie worden. Een boer die 200 megawattuur (MWh) per jaar aan elektriciteit verbruikt heeft geen baat bij een molen die op 365 dagen 10 gigawattuur (GWh) produceert. Dan wordt er 99% het net ingeduwd, dat in de meeste gevallen zelfs niet geschikt is om al die energie te verwerken. Bij decentrale opwekking moet je steeds de opwekking gaan aanpassen aan het verbruik. De kunst bestaat er dus in om evenveel te produceren en te verbruiken, zodat je het elektriciteitsnet niet gaat verzwaren. Binnenkort gaan onze distributienetbeheerders nieuwe capaciteitstarieven invoeren, net om te voorkomen dat er een overbelasting ontstaat. Het wordt in de toekomst nog belangrijker om productie en verbruik zoveel mogelijk lokaal op elkaar af te stemmen.”

Boeren spelen al langer in op de trend van hernieuwbare energie. Velen hebben al meerdere zonnepanelen op de daken liggen. “Die leveren prima werk in de zomer en overdag”, weet De Broe. “Toch hebben boeren ook ‘s nachts nood aan energie. Door wind- en zonne-energie te combineren kan de landbouwer zich geleidelijk aan volledig autonoom opstellen. We hopen dan ook dat landbouwers de voordelen van onze windturbines snel inzien, zodat de markt van hernieuwbare energie dankzij de sector stevig kan groeien.”

Investeren in de toekomst

Ondertussen wist Xant al enkele projecten te realiseren in het buitenland. “In Schotland hebben we windturbines geplaatst bij een schapenboer. In Alaska werken we samen met zalmvissers, waar zelfs het volledige dorp mee in het project gestapt is. Daarnaast werken we vaak samen met bedrijven, maar die denken in kwartalen. Ze zijn het gewend om te investeren in producten en projecten met een terugverdientijd van drie jaar. Landbouwers denken op langere termijn of in generaties. Net daarom zijn zij voor ons interessante klanten. Een windturbine is immers een investering van een twintigtal jaar. Die verdien je niet terug op drie, maar wel op zeven à tien jaar. De visie van landbouwers sluit beter aan bij wat duurzame energie is. Met middelgrote windturbines investeren ze in de toekomst.”

Dat de middelgrote windturbines stilaan grote belangstelling opwekken, merken ze ook bij het Innovatiesteunpunt voor landbouw en platteland. “We organiseerden al twee studiedagen rond windenergie, om landbouwers te informeren over deze technologie”, vertelt Marleen Gysen. Samen met andere energieconsulenten van het Innovatiesteunpunt volgt ze het thema op de voet. “In 2018 lanceerde het Vlaams Energieagentschap (VEA) een eerste oproep voor investeringssubsidies voor middelgrote windturbines. Dit leek ons de uitstekende gelegenheid om met een vijftigtal geïnteresseerde landbouwers naar Tholen in Zeeland te trekken, om daar een windturbine van EAZ Wind van dichterbij te bekijken.”

EAZ Wind is een Gronings bedrijf dat in Nederland al meer dan 200 windturbines plaatste. De molens van 15 kW hebben houten wieken en een ashoogte van 15 meter, die tussen de 25.000 en 35.000 kilowattuur (kWh) kunnen produceren. Het VEA ondertussen veertien dossiers goed, allemaal West-Vlaamse projecten. Daar zullen binnenkort de eerste windturbines van EAZ Wind opgetrokken worden.

Vlaamse steun

Ook de Vlaamse overheid promoot de kleine en middelgrote windmolens in de landbouwsector. Zo ontvingen in februari van dit jaar enkele fruittelers in de Limburgse gemeenten Nieuwerkerken Gingelom telkens twee vergunningen voor middelgrote windmolens. De windturbines, die geplaatst en onderhouden worden door Engie Electrabel, zijn 15 tot 40 meter hoog, met een maximaal vermogen van 300 kW. Zij zullen er in de toekomst voor zorgen dat de energierekening van de fruittelers aanzienlijk naar beneden gaat.

“We merken alleszins dat de interesse voor middelgrote windmolens bij landbouwers blijft”, bevestigt Gysen. “Niet alleen fruittelers tonen interesse in deze nieuwe technologie. Zowat de hele sector loopt stilaan warm voor hernieuwbare energie.”

Bedrijfsprofiel

Of landbouwers beter inzetten op een combinatie van hernieuwbare bronnen, hangt volgens Gysen vooral af van het soort bedrijf dat ze runnen. “Er zijn bedrijven die baat hebben bij zonnepanelen, terwijl andere sectoren minder geschikt zijn voor zonne-energie. Stel dat je een fruitbedrijf hebt. Dan is de energiebehoefte voor de koeling vooral in de late zomer en aan het begin van het najaar groot. De piek van zonne-energie ligt in juni, juli en augustus, wat maakt dat panelen misschien niet de beste oplossing zijn. Als het gaat om zelfconsumptie, dan is het aan te raden om het energievraagprofiel duidelijk in kaart te brengen om vervolgens na te gaan welke bronnen van energie hierbij het best aansluiten.”

En dan zijn er nog de landbouwers die zonne-energie, kleine en middelgrote turbines links laten liggen. Zij zien immers meer rendement in grote windmolens, die de laatste jaren behoorlijk wat Vlaamse landbouwgrond inpalmen. Dat ontgaat ook Tom Willems van Ecopower niet. “Deze landbouwers zien in dat er meer te verdienen valt met windmolens dan met boeren. Wanneer een landbouwer erin slaagt om een grote windmolen op zijn eigendom te laten plaatsen, kan die al snel rekenen op een jaarlijks inkomen van 20.000 à 40.000 euro en soms zelfs meer.” Over goed boeren gesproken.

“Dat is het gevolg van opbod tussen verschillende ontwikkelaars, die in een bepaalde zone een project willen realiseren”, gaat Willems verder. “Soms worden zelfs te hoge bedragen geboden, om zo te verhinderen dat een concurrent de grond kan gebruiken om een windturbine te plaatsen. Grote molens moeten immers op enkele honderden meters van elkaar staan. Dit proces, waarbij men gronden (speculatief) onder contract brengt, noemt men ook wel eens de windrush. De ongelijke verdeling van lusten en lasten die hiermee gepaard gaat, ondergraaft het draagvlak van windprojecten.”

Geschikte locaties

Toch is zo’n grote windturbine niet voor iedereen weggelegd. “We krijgen wel eens vragen binnen van landbouwers die willen weten of hun grond in aanmerking komt voor een grote windmolen. In de meeste gevallen kan dit niet. Het is niet omdat je een stuk grond hebt, dat je er een turbine op kunt plaatsen”, weet Willems. “Er zijn zoveel factoren die meespelen, zeker in een dichtbebouwd gebied als Vlaanderen. Daarom gebeurt de vraag meestal omgekeerd. Aan de hand van de geldende criteria contacteren wij of andere bedrijven landbouwers kennen waarvan de grond in aanmerking komt voor een grote windturbine.”

“Welke criteria we hanteren? Daarop bestaat geen kort antwoord”, bevestigt Willems. “Wat de ruimtelijke ordening betreft, speelt het principe van de gedeconcentreerde bundeling mee. Dit houdt in dat windturbines moeten aansluiten bij bestaande infrastructuur, zoals autostrades, industrieterreinen, kanalen, havens en hoogspanningslijnen. Op die manier wil men de verdere aantasting van de openbare ruimte voorkomen. Wie in het midden van de polders een turbine wilt plaatsen, gaat geen vergunning krijgen. Let wel, deze criteria gelden voor Vlaanderen, maar niet voor Wallonië of onze buurlanden. Daar gelden andere regels.”

Geluidshinder en veiligheid

“Op milieuvlak stelt men dat windturbines zo ver mogelijk verwijderd moeten zijn van menselijke activiteiten, onder andere om geluidshinder te voorkomen. Wie een grote windturbine wilt plaatsen, moet dus rekening houden met de geldende geluidsnormen. In een woongebied zijn deze normen veel strenger dan op een industrieterrein. Hoeveel afstand er moet zijn van een woongebied hangt af van de turbine. Meestal gaat het om 300 meter of meer. Daarnaast zijn er nog tal van vragen die we moeten stellen. Hoe groot is die windturbine? Hoeveel decibels produceert ze? Om maar te zeggen dat we steeds elk geval apart moeten bekijken.”

“Uiteraard speelt ook de veiligheid mee. Hierbij gaat het niet alleen om de veiligheid van omwonenden. Ook kwetsbare locaties spelen een belangrijke rol. Vergeet niet dat er in de Vlaamse gronden serieus wat leidingen zitten, van elektriciteit, aardgas en noem maar op. Je kunt onmogelijk een windturbine pal boven een leiding van Fluxys plaatsen. Ook hier moet je weer rekening houden met een minimale afstand van een honderdtal meter. Je mag met windturbines ook niet te dicht in de buurt komen van de luchthavens van Deurne, Zaventem, Oostende en de militaire basis in Leopoldsburg.”

Weinig mogelijkheden

“Dan zijn er nog de natuurgebieden en de trekroutes van vogels en vleermuizen, net als de straalverbindingen van de netwerken. Ook zijn sommige landschappen en monumenten beschermd, waardoor de plaatsing van windturbines onmogelijk wordt. Kortom, er zijn in Vlaanderen veel landbouwgronden die niet in aanmerking komen.”

De criteria die Willems aanhaalt gelden voor turbines die honderd à tweehonderd meter hoog zijn. Kleine en middelgrote molens zijn niet aan deze regels gebonden. “De impact van kleinere modellen is niet zo groot, waardoor ze dus ook makkelijker vergund geraken. Deze optie is enkel rendabel als de opgewekte elektriciteit ook effectief ter plaatse verbruikt wordt, wat natuurlijk anders is bij grote windturbines van 100 à 200 meter. Alle opgewekte energie komt op het net terecht en wordt vervolgens verdeeld. Dit gaat dus veel verder dan zelfvoorziening.”

Annick Hus

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken