Startpagina Agritechnica

Toekomst van de landbouwmechanisatie in beeld op Agritechnica

Slimme, doordachte machines, soms elektrisch, vaak verbonden en steeds meer op rupsen: zo kunnen we Agritechnica van dit jaar mooi samenvatten.

Leestijd : 8 min

Voor de verslaggeving van de Agritechnicabeurs van dit jaar, kunnen we perfect aanknopen met ons beursverslag van vorige editie, 2 jaar terug. We kopten toen ‘digitalisering zorgt voor innovatie’. Het is net onder dit elan, dat de beurs deze editie verder ging.

De hedendaagse digitale mogelijkheden zorgen ervoor dat de machines steeds meer verbonden zijn met the cloud (het internetnetwerk), maar ook met de smartphone van de landbouwer of met de bedrijfscomputer van de fabrikant. Ter illustratie zoeken we het voorbeeld in eigen land. Zo liet AVR op Agritechnica zijn nieuwe Puma 4.0 zien (zie ook p. 36). De technische updates van deze rooier zijn niet wereldschokkend. We willen hiermee ons niet onrespectvol uiten, maar de grote vernieuwing van deze machine zit hem op een ander vlak. Zo zit de rooier vol sensoren die data genereren, bijvoorbeeld over de afstelling van de machine, maar ook over de gps-positie of over de opbrengst. Deze data wordt doorgestuurd naar een online gebruikersplatform. De landbouwer kan hier info uit halen over onder andere de veldopbrengst en/of de leverancier kan de bestuurder helpen bij de juiste afstelling van de rooier.

DataConnect

Voortbordurend op voorgaand belanden we bij het nieuwe DataConnect platform dat tijdens Agritechnica ruim in beeld kwam. Dit is een cloud-to-cloud oplossing voor de lanFdbouwwereld. Tot nog toe is het zo dat gegevensregistratie via landbouwmachines vaak enkel via de apparatuur en het webportaal van iedere fabrikant afzonderlijk gebeurde. Uitwisselbaarheid van gegevens tussen verschillende merken was dus heel moeilijk.

Claas, John Deere en 365FarmNet waren de initiatiefnemers om hier verandering in te brengen met het nieuwe DataConnect. In september werd dit gelanceerd en net voor Agritechnica sloten ook New Holland, Case IH en Steyr zich aan.

De boer, loonwerker of andere kan zijn voorkeursdataplatform van een specifieke fabrikant blijven gebruiken, maar ook gegevens van andere machines/merken raadplegen via de gemeenschappelijke interface ‘DataConnect’. Dit zorgt voor live gegevensuitwisseling tussen de verschillende ‘clouds’ van fabrikanten, zodat alle info die de gebruiker wenst in één systeem voor hem aanwezig is. Andere fabrikanten kunnen hier tevens bij aansluiten.

De aandacht die er deze beurseditie was voor DataConnect zorgde ervoor dat ‘Agrirouter’ in de schaduw kwam te staan. Nochtans is dit ook een online platform voor gegevensuitwisseling en was dit 2 jaar geleden een grote blikvanger op Agritechnica. Bij Agrirouter sloten zich vooral fabrikanten aan van werktuigen én SDF als tractorproducent. Deze laatste gaf nu aan (vooralsnog) niet in 2 oplossingen te willen investeren. Begrijpelijk van de fabrikant uit, maar de boer heeft hier niets aan. We zijn benieuwd hoe het omgaan en delen van data verder evolueert.

Elektriciteit

Een ander beursthema dat tot uiting kwam, zijn de elektrisch aangedreven landbouwwerktuigen. Ook hier wordt voortgebouwd op een thema dat al langer aan bod kwam. Wat ons opvalt is dat voornamelijk de elektrisch aandrijving zit bij machines die grotendeels op het landbouwerf blijven. Enerzijds heeft dit te maken met de energievoorziening: op de boerderij is het makkelijker om een machine op te laden, dan in het veld. Anderzijds gaat het om de gevraagde vermogens. Kleine wielladers en voermengwagens vallen makkelijker elektrisch aan te drijven dan grotere oogstmachines.

Als er over alternatieve aandrijving van landbouwmateriaal wordt gesproken, hoeft het niet noodzakelijk over elektrische aandrijving te gaan. Hybride technieken of een motor op methaangas, zoals New Holland nu met een praktijkrijpe tractor komt, kan natuurlijk ook. Opvallend was het antwoord van Claas toen tijdens hun persconferentie op de beurs door een journalist gevraagd werd naar hun alternatieven voor de dieselaandrijving. Vrij kort en krachtig stelden ze dat zij het niet realistisch zien om een landbouwvoertuig met een Tesla accupakket van 20 ton uit te rusten om aan dezelfde autonomie te komen. Tevens lieten ze verstaan dat niet iedere akker voorzien is van een stroomdraad om de machine via ‘een sleepslangsysteem’ van elektrische energie te voorzien. Hiermee heeft Claas een stevig standpunt gemaakt en het doet ons concluderen dat de klassieke dieselmotor nog niet aan het einde van zijn verhaal is. Zeker niet voor wat de grotere vermogens en langere autonomie betreft.

Het thema elektrische aandrijving kwam goed tot uitdrukking bij John Deere en Joskin. Elektriciteit opgewekt door de tractor, zorgt hier voor het aandrijven van wielassen van de aanhangwagen (zie Landbouwleven van 29 november). Deze noviteit kreeg al heel wat media-aandacht en een gouden medaille van de beursorganisatoren. Persoonlijk vinden we dit echt fantastisch, omdat hiermee de eerste stap is gezet voor toekomstige ontwikkelingen. Concreet vervangt in dit voorbeeld een stroomdraad enkele meters aan cardanassen en tandwielkasten. Maar belangrijker is dat de deur nu openstaat om de techniek verder te ontwikkelen. Bedenk hoeveel aandrijfassen, haakse overbrengingen, koppelingen en meters aan hydraulische leidingen bespaard kunnen worden. Bovendien is er bij elektriciteit niet het gekende verlies zoals we dit bij hydraulica wel kennen. Hydraulische olie komt ook altijd terug, dus moet een retourleiding voorzien worden, bij elektriciteit is dit niet het geval.

Autonoom

We schreven het in dit artikel reeds eerder, we kunnen het beursverslag van Agritechnica 2019 perfect verder koppelen aan dit van 2 jaar terug. Ook toen was autonomie een thema.

Case IH gaf uiting aan dit thema met het concept van zijn autonome tractor. Uiterlijk is hier sprake van een min of meer normaal ogende tractor waarvan de cabine is weggevallen. Camera’s en sensoren staan in voor de besturing.

Yanmar presenteerde een iets kleinere autonome tractor van 113 pk. Eigenlijk gaat het hier om een standaardmodel waar ze een ‘robotpakket’ op bouwen. Dit is voorzien van een gps en sensoren die de omgeving scannen op de aanwezigheid van mens en dier. Naar verluidt zou zo een robotpakket rond de 10.000 euro kosten. Momenteel wordt deze robottractor nog niet aangeboden bij ons.

De tot robottrekker omgebouwde Yanmar, (vooralsnog) niet bij ons verkrijgbaar.
De tot robottrekker omgebouwde Yanmar, (vooralsnog) niet bij ons verkrijgbaar. - Foto: TD

De Yanmar robottractor kan je zelfstandig laten werken, nadat je hem zijn taken hebt aangeleerd of je kan de rotbottrekker als volgtrekker programmeren. Hier werk je dan in een master-slave systeem waarbij de tweede tractor de eerste volgt en één bestuurder 2 tractoren bedient.

Robots

Autonoom werkende tractoren komen in nog kleinere vorm beschikbaar in de vorm van robots. Een voorbeeld hiervan zagen we afgelopen Agritechnica met de Carré Anatis autonome schoffelrobot. Ook hier komt gps- en cameratechnologie kijken voor de besturing. Voor de aandrijving staat een accu-pakket in dat zo’n 8 uur mee gaat. In de driepuntshef hing nu een schoffel, maar hier kunnen ook andere werktuigen in passen. De robot kan zowel in het open veld als in gesloten serres werken en heeft een optimale wendbaarheid dankzij vierwielsturing. Een camera kan het gewas detecteren en via de side-shift de schoffel nog beter aansturen.

Het idee om kleine robots, alleen of in groep, het werk te laten doen is niet nieuw. Enkele jaren geleden gaf Fendt al uiting aan dit concept en het lijkt ons dat dit vlot door andere fabrikanten wordt opgepikt. Stihl lanceerde zo het idee om maairobots samen te laten werken om grotere gazons te maaien. Nu stapt ook Continental in dit verhaal mee. Dit bedrijf is vooral gekend als bandenfabrikant maar presenteerde op Agritechnica ook robots en drones. Deze zijn dan uitgerust met camera’s en andere sensoren om waarnemingen van het gewas in het veld te doen.

Bandenfabrikant Continental zet nu ook in op drones en robottoepassingen.
Bandenfabrikant Continental zet nu ook in op drones en robottoepassingen. - Foto: TD

John Deere liet in zijn ‘Future Technology Zone’ op zijn stand ook drone en robottoepassingen zien. Zo toonde het een spuitdrone en schoffelrobot.

Rupsen

Op een wereldbeurs zoals Agritechnica is het ongelooflijk hoeveel bandenfabrikanten je tegenkomt. Ze vallen niet te tellen en komen uit alle hoeken van de wereld. Wat ons deze editie opviel is het grote aanbod aan rupsen. Ook de toepassingen ervan kwamen rijkelijk aan bod.

New Holland en Case IH hebben al langer een ‘standaardoplossing’ in hun gamma van een tractor die achteraan op een rupsonderstel staat. Meer recent zetten ook John Deere en Claas in op deze techniek. Beiden lieten op Agritechnica een gekende wieltractor (geen kniktractor, maar vast frame) zien waarbij de banden vervangen waren door rupsonderstellen. Het ging hierbij respectievelijk over de 8RX serie bij John Deere en de Xerion bij Claas. Voor de rupsonderstellen voor de Xerion koopt Claas deze ‘driehoekrupsen’ in bij het Nederlandse Zuidberg.

Van ons een pluim voor Claas, omdat het bedrijf zijn eigen koers durft varen met zijn TerraTrac rupsonderstel. Oorspronkelijk ontwikkeld voor zijn Lexion-maaidorsers, dan aangepast voor de Jaguar-hakselaars om vervolgens in een steviger gewijzigde vorm toepassing te vinden bij zijn grote Axion-trekkers. Twee Axion-modellen zijn nu af fabriek leverbaar op rupsen achteraan. We spraken een chauffeur die deze Axion op rupsen heeft getest en die was enorm enthousiast hierover. “Een subliem rijcomfort, beter dan een grote tractor op hoge banden”, was zijn mening.

Bobcat, een gekende fabrikant van schrankladers, heeft al jaren versies op wielen of op rupsen in zijn gamma. Het gaat hier dan om een lange rups aan iedere zijde. Op Agritechnica lieten zij echter een ‘proefballonnetje’ op in de vorm van een klassieke schranklader waarbij de 4 wielen verwijderd waren en er vier kleine rupsonderstellen kwamen. De insteek is om deze 4 rupsen te monteren als er meer tractie of draagkracht nodig is, bijvoorbeeld bij modder of sneeuw. Als er gewerkt moet worden op verharding, bijvoorbeeld beton, kunnen de rupsen dan weer gedemonteerd worden en wielen gemonteerd. Deze zijn immers minder onderhevig aan slijtage dan rupsen bij een verharde ondergrond.

‘Proefballonnetje’ van een Bobcat op  4 rupsen.
‘Proefballonnetje’ van een Bobcat op 4 rupsen. - Foto: TD

Bijna niet groter

Wat ons de laatste Agritechnica-edities opvalt, is dat de machines niet noodzakelijk groter worden. Fabrikanten lopen immers tegen de wettelijke afmetingen aan om de machines nog legaal op de baan te krijgen. Ze richten zich nu vooral op het doordachter ontwerpen en het intelligenter maken van de machines of op het doorontwikkelen ervan.

Een trend deze editie, vooral bij maaidorsers, is dat deze algemeen gesteld niet groter zijn geworden, maar het ‘interne’ is herbekeken en bijgewerkt, opdat de capaciteit verder zou verhogen, zonder de machine in omvang te laten groeien.

We kunnen voorgaande bewering ook illustreren met het voorbeeld van de Vervaet Hydro Trike XL. De machine groeide niet, maar de fabrikant vernieuwde en versterkte de aandrijf-lijn. Deze heeft onder andere elektronische tractieregeling en hydrauliekleidingen met een grotere diameter. Opmerkelijk is het onderzoek dat Vervaet nu bezig is om de twee middenste en kleinere wielen ook te laten aandrijven voor meer trekkracht in heuvels en op bouwland.

Bij Vervaet worden de ‘kleine’  middenste wielen nu ook  aangedreven.
Bij Vervaet worden de ‘kleine’ middenste wielen nu ook aangedreven. - Foto: TD

Soms worden de machines toch nog groter. Dit zagen we onder meer bij Krone die nu een frontmaaier met een werkbreedte van 4 m liet ziet. Dit om een grotere overlap met de achtermaaiers te hebben. Puik werk hoe Krone de buitenste uiteinden van de frontmaaier naar achter laat wegklappen om de maaier smaller te maken voor wegtransport.

Imants 6 m brede spitmachine op getrokken carrier.
Imants 6 m brede spitmachine op getrokken carrier. - Foto: TD

Imants was op zoek naar een hogere werkcapaciteit voor zijn spitmachine en vond de oplossing door 2 uitvoeringen van 3 m naast elkaar te monteren op een getrokken carrier. Zo kunnen er nog woelers voor de spitmachine gemonteerd worden en is het geheel makkelijk opklapbaar voor wegvervoer.

Tim Decoster

Lees ook in Agritechnica

Meer artikelen bekijken