Startpagina Melkvee

Vliegenbestrijding: wees er als de kippen bij!

Vliegen kunnen ziektekiemen overdragen en zo de gezondheid van het rundvee onder druk zetten. Ze veroorzaken hinder en onrust bij het vee, wat kan leiden tot een verlaagde melkproductie en slechtere voederconversie. Ook voor de veehouder vormen vliegen vaak een hinderlijke plaag. De laatste vlieg vangen lukt nooit, maar een goed management houdt de vliegenpopulatie onder controle en beperkt de negatieve effecten.

Leestijd : 4 min

Runderen worden zowel in de stal als op de weide gehouden. Op beide locaties tref je vliegen aan. Het vergt een aparte aanpak om ze te bestrijden.

Vliegen in en rond de stal

De huisvlieg (Musca domestica): De huisvlieg komt het meest voor in en rond stallen. De ontwikkeling van ei tot vlieg duurt 2 à 3 weken, waardoor de populatie heel snel kan groeien. Larven zijn ongeveer 1 cm lang en wit. Je vindt ze in vochtige delen van de broedplaatsen. De roodbruine, tonvormige poppen vind je in de drogere delen. Volwassen huisvliegen voeden zich met voedselresten. Ze steken niet, dus dieren behandelen met insecticide is overbodig. Zoek de broedplaatsen en ruim ze op als bestrijding. De vliegen bouwen snel resistentie op. Gebruik insecticide dus niet systematisch!

Musca domestica
Musca domestica

Kleine vliegjes zoals de fruitvliegjes (Drosophilidae): Fruitvliegjes kunnen zeer talrijk in stallen aanwezig zijn. Ze voeden zich met en leggen hun eieren in rottend voer. Ze vertonen vaak resistentie tegen insecticiden.

Drosophilidae
Drosophilidae

Rattenstaartlarven van de zweefvlieg (Eristalis tenax): Rattenstaartlarven kunnen in de lente massaal vanuit de mestput de stal verlaten. De volwassen zweefvliegen verlaten de stal en vormen dus geen probleem.

Larve van Eristalis tenax
Larve van Eristalis tenax

Vliegen op de weide

De stalvlieg (Stomoxys calcitrans): De stalvlieg is een steekvlieg die je aantreft rond de stallen. Als het buiten kouder wordt, komen ze soms ook de stallen binnen. Als er geschikte broedplaatsen (rottend plantaardig materiaal) in de stal aanwezig zijn, kunnen deze vliegen ook continu in de stal voorkomen. De stalvlieg voedt zich met bloed van runderen, maar ook de mens kan gestoken worden. Het voeden gebeurt 1 à 2 maal per dag en duurt circa 15 minuten. Stalvliegen zijn, net als dazen, vectoren voor de ziekte besnoïtiose die steeds vaker in onze contreien opduikt.

Stomoxis calcitrans
Stomoxis calcitrans

De zomerwrangvlieg (Hydrotaea irritans ): De zomerwrangvlieg is overdrager van de ziektekiem Actinomyces pyogenes die 'zomerwrang' veroorzaakt, een infectieuze vorm van uierontsteking bij koeien. In de zomer vind je deze vliegjes rond de uier en de spenen waar ze zich voeden met melkrestjes. De mobiliteit van de vliegen maakt bestrijding moeilijk. Bij pour-on middelen blijft de concentratie van het insecticide rond de uier vaak te laag.

Hydrotaea irritans
Hydrotaea irritans

De herfstvlieg (Musca autumnalis): De herfstvlieg is overdrager van de ziektekiem Moraxella bovis die 'pink eye' veroorzaakt, een infectieuze oogontsteking bij koeien. Vooral in de herfst zie je deze vliegen rond de kop (ogen). Ze voeden zich met slijm en traanvocht. Ook bij deze vliegen maakt de mobiliteit van de vliegjes de bestrijding soms lastig. Insecticide aangebracht rond de ogen wordt vaak door tranenvloei weggespoeld.

Musca autumnalis
Musca autumnalis

Bestrijding van vliegen

Begin steeds met het identificeren van de vliegen en selecteer de locaties waar actie nodig is. Stel vervolgens een gepast bestrijdingsplan op dat steunt op verschillende tactieken. Evalueer het resultaat en stuur het bestrijdingsplan bij wanneer nodig.

Preventieve maatregelen en stalmanagement:

Een goede algemene hygiëne in en rond de stallen, het hele jaar door, vormt de basis van een doeltreffende vliegenbestrijding. Voorkomen van broedplaatsen vormt de sleutel tot succes!

· Afval opruimen;

· Dagelijks grondig reinigen: ligboxen, rond voederbakken, voeropslagplaatsen…;

· Afdekken van silovoeders, afsluiten van afvalcontainers…;

· Mesthopen toedekken, vermijd korstvorming op mengmest, houd vaste mest droog;

· Ventilatie: in een drogere stal gedijen vliegen minder goed

Fysische bestrijding:

Met elektrische insectenverdelgers of (reuzen)vliegenvangers met kleefstof kan je zowel insecticidegevoelige als insecticide-ongevoelige vliegen vangen. Daarom is het gebruik zeker aangeraden. Deze middelen zijn niet toereikend om als enige bestrijdingsmiddel te gebruiken. Combineer dus steeds met andere bestrijdingsmiddelen.

Chemische bestrijding in de omgeving van de dieren:

Bestrijd niet enkel volwassen vliegen, maar ook maden. Vliegen vormen slechts 15% van de totale populatie! De kans is ook klein dat zowel de volwassen vlieg als haar larven resistentie vertonen tegen de gebruikte insecticiden.

Vliegenlarven bestrijd je het best vanaf enkele weken vóór de verwachte overlast (vroege lente). Breng het larvicide (insecticide tegen vliegenlarven) aan op mogelijke broedplaatsen. Dit zijn de plaatsen waar mest, stro of voedselresten blijven liggen: bij voederbakken, op voederopslagplaatsen, op de mestkorst in de mestkelder, op mesthopen…

Adulticiden (insecticiden tegen volwassen vliegen) gebruik je pas bij vliegenoverlast. Breng het aan op de rustplaatsen van de vliegen: stalmuren, zoldering, vensterbanken, hokwanden, eventueel op de runderen zelf…

Volwassen vliegen bestrijd je anders dan larven: verschillende plaatsen, behandelingswijze- en frequentie. Er zijn ook verschillende soorten producten in de handel: sproeimiddelen, aërosol, strijkmiddelen, strooimiddelen, aasmiddelen… Voor correct gebruik volg je de instructies van de fabrikant.

Chemische bestrijding op de dieren zelf:

De mobiliteit van de vliegen maakt bestrijding op de runderen zelf niet eenvoudig. Pour-on producten en oorflappen bieden geen waterdichte bescherming, maar helpen wel. Breng oorflappen steeds in beide oren aan voor een maximaal effect. Let ook op de werkingsduur van oorflappen!

Weides met houtkanten vragen een frequentere vliegenbestrijding (om de 3 à 4 weken). De houtkanten rooien helpt om de habitats van vliegen (en teken) weg te nemen.

Biologische bestrijding:

Biologische bestrijding steunt op het gebruik en in stand houden van de natuurlijke vijanden van de vlieg. Zo bevat mest die lange tijd wordt opgeslagen en die voldoende droog wordt gehouden veel mijten en kevers die zich voeden met vliegenlarven. Larviciden kunnen ook deze natuurlijke vijanden doden en kunnen dus het best vermeden worden.

De drijfmestvlieg (Hydrotaea aenescens) wordt gebruikt in de biologische bestrijding van de huisvlieg. De larven van deze roofvlieg eten de larven van de huisvlieg op. Als de roofvlieg zich op natuurlijke wijze in de stal heeft geïnstalleerd, is het gebruik van larviciden niet aangewezen.

Matthieu Frijlink, Rundveeloket

 

Bron en meer informatie op de website: www.dgz.be/vliegen-bestrijden

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken