Startpagina Varkens

Vijf jaar varkenscampus: Ideale combinatie van onderzoek en onderwijs

Goed 5 jaar geleden – op 21 april 2015 – werd de varkenscampus plechtig geopend op de site van het Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek (ILVO) in Melle. De combinatie van onderzoek en onderwijs stond van bij aanvang voorop. Deze doelstelling werd volgens de betrokken ‘gebruikers’ van de stal mooi gerealiseerd. Landbouwleven polste naar de ervaringen en realisaties.

Leestijd : 5 min

D e varkenscampus is een gezamenlijke realisatie van het ILVO, de Universiteit Gent (UGent) en de Hogeschool Gent (HoGent). Voor elk van deze instellingen stond deze onderwijs- en onderzoekstal indertijd hoog op het verlanglijstje.

De onderwijsinstellingen hadden immers een grote behoefte aan moderne infrastructuur, meer bepaald voor de opleidingen Diergeneeskunde, Biowetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen van UGent, en voor de afstudeerrichtingen Dierenzorg en Landbouw van de bachelor Agro- en Biotechnologie van HoGent. Voor het ILVO was vooral de uitbreiding in vleesvarkenscapaciteit welkom om voldoende representatieve experimenten te kunnen doen.

Samen met Willem De Keyzer (WDK), decaan faculteit Natuur en Techniek HoGent, Frank Gasthuys (FG), decaan faculteit Diergeneeskunde UGent, en Marijke Aluwé (MA), onderzoeker varkens en tevens coördinator varkenscampus aan het ILVO, blikken we – via Skype – terug op 5 jaar samenwerking.

Waarom was participatie in deze varkenscampus belangrijk voor de onderwijsinstellingen?

FG: “Dit partnerschap is heel waardevol. Aangezien commerciële varkensbedrijven omwille van sanitaire redenen grote groepen studenten van de opleiding diergeneeskunde niet kunnen ontvangen, komen ze naar hier voor onderwijsopdrachten. De bio-ingenieurs in spé komen zowel voor onderwijs als onderzoek. De studenten kunnen tijdens hun bezoek in interactie gaan met de onderzoekers en het ondersteunend personeel. Daarnaast krijgen ze toegang tot unieke onderzoeksfaciliteiten die niet in dezelfde mate aanwezig zijn in de praktijk.” WDK: “De professionele bacheloropleiding Agro- en Biotechnologie heeft afstudeerrichtingen die het gehele veld van landbouw, natuur en voeding bestrijken. Net voor die opleidingen zijn ook wij dikwijls aangewezen op externe infrastructuur. Net zoals de studenten van de UGent moeten onze studenten bepaalde vaardigheden aanleren, wat vandaag moeilijk is in echte productieomstandigheden omwille van bijvoorbeeld de (bio)veiligheid. Op de varkenscampus kan dat op een heel efficiënte manier gebeuren. Voor de praktijklessen rond plantaardige productie en mechanisatie kunnen de studenten terecht in onze proefhoeve van Bottelare (samenwerking HoGent-UGent) om deze vaardigheden te leren.”

We zijn 5 academiejaren verder, over hoeveel studenten gaat het?

WDK: “Vanuit HoGent zakken jaarlijks een 160-tal studenten af naar de varkenscampus. Dat aantal varieert van jaar tot jaar naargelang de studiekeuzes. De ± 60 studenten Landbouw komen hier minstens één keer per jaar. Tijdens de opleiding Dierenzorg – een grote richting – komt men minimaal 1 keer op de varkenscampus. Na 5 jaar betekent dat in totaal ongeveer 800 studenten.” FG: “Alle studenten diergeneeskunde bezochten tijdens hun studies minimum eenmaal de varkenscampus, maar ook een deel van de studenten bio-ingenieur komt naar hier. Van de optie ‘Varkens, pluimvee en konijn’ komen elk jaar 10 à 15 studenten gedurende langere periodes op de campus om zo het reilen en zeilen van een up to date varkensbedrijf van dichtbij te volgen. Op die 5 jaar tijd waren er 3.200 bezoeken door UGent-studenten.” MA: “Daarnaast bezochten ook heel wat varkenshouders en andere actoren vanuit de sector en scholen de varkenscampus (740). Sinds de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest in september 2018 minimaliseren we dit wel. Naast onze gebruikelijke richtlijnen met douchen en bedrijfskledij, moeten bezoekers sinds oktober 2018 bijvoorbeeld 48 uur ‘varkensvrij’ zijn.”

De varkenscampus ontving tussen 2015 en 2019 meer dan 4.700 bezoekers.
De varkenscampus ontving tussen 2015 en 2019 meer dan 4.700 bezoekers. - Foto: ILVO

Welke vaardigheden steken ze hier op?

FG: “Voor onze studenten is de varkenscampus het ideale middel om hen kennis te laten maken met een modern varkensbedrijf. Ze leren hier heel wat praktische zaken voor het eerst kennen. Ze worden ook actief betrokken bij de werkzaamheden op het bedrijf. De enquêtes die regelmatig onder de studenten gehouden worden, geven aan dat ze dit uitermate appreciëren. We hebben trouwens vanaf het begin besloten om eigen personeel in te zetten dat enkel het onderwijs verzorgt.” WDK: “De dagdagelijkse werking van een varkensbedrijf is voor onze studenten erg belangrijk. Deze omstandigheden laten goed toe om de bedrijfsprocessen van nabij te volgen. Je hebt hier sowieso ook omstandigheden die je in de praktijk niet hebt, wat het didactisch heel aantrekkelijk maakt. De studenten Landbouw moeten observaties uitvoeren op niveau van het dier, op het niveau van de stal en de technische bedrijfsvoering. Dit gaat over bijvoorbeeld het meten van spekdikte bij de zeugen in de dekstal, het beoordelen van de conditie van zeugen in de kraamstal, maar ook het bepalen van de welzijnsscores bij vleesvarkens en het analyseren van bioveiligheidsmaatregelen. In de toekomst worden ze ook betrokken bij het meten van de luchtkwaliteit in de stal. Studenten Dierenzorg leren tijdens practica te kijken naar het dierenwelzijn en het verzorgen van productiedieren.” MA: “Sommige studenten komen hier met een klein hartje aan, soms ook met vooroordelen. Het is deugddoend als je ze hier ziet ontdekken en enthousiast worden over de werking van een varkensbedrijf. Naast de vaste lessen of practica zijn er ieder jaar ook 1 of 2 studenten die hier stage doen, eventueel in combinatie met een bachelorproef. Vaak zijn dat studenten die geïnteresseerd zijn in onderzoek. Hun eindproef past meestal in het lopende onderzoek op de campus, maar soms doen ze ook zelf een voorstel. De stagairs draaien dan als volwaardig personeelslid 3 maanden mee in de stal. Tijdens zo’n periode ontstaat een mooie wisselwerking tussen student en begeleider. Er zijn intussen ook al stagiairs nadien ILVO-medewerker geworden.”

Hoe belangrijk is dit praktijkonderwijs?

WDK: “De professionele bachelor onderscheidt zich hier juist mee van andere, meer theoretische, opleidingen. De snelle inzetbaarheid op de arbeidsmarkt is erg belangrijk voor ons. De varkenssector is hiervoor vragende partij. Het is dus verrijkend om de studenten zoveel mogelijk dagdagelijkse praktijkomstandigheden mee te geven.” FG: “De enquêtes onder de dierenartsen duiden aan dat de studenten met de optie ‘Varken, pluimvee en konijn’ in deze richting verderstromen. Wat ze hier opsteken, is dus wel belangrijk voor hun vak. Er studeert slechts een beperkt aantal bio-ingenieurs af met interesse voor dier (varkens). De marktvraag is groot en wordt niet voldaan, dus er is zeker behoefte aan deze faciliteiten.

Slotsom?

FG: “We zijn uitermate tevreden met het zeer open partnerschap dat we 5 jaar geleden gestart zijn waarbij elke partner een stem krijgt. Het voordeel is dat er uit verschillende invalshoeken een ideale aanvulling voor het professioneel runnen van deze campus bewerkstelligd kan worden. Houden zo!”

WDK: “We zien ook duidelijk het nut van zo’n partnerschappen. Trouwens ook studenten van andere opleidingen – bijvoorbeeld elektromechanica – zouden hier aan onderzoeksprojecten kunnen deelnemen, denk maar aan de digitalisering, datagebruik, sensoren… MA: “Vanuit het ILVO ervaren we een groot vertrouwen tussen de partners. Na 5 jaar verloopt de samenwerking erg vlot. Intussen ontstonden enkele routines. Dat moet wel want we ontvingen tussen 2015 en 2019 meer dan 4.700 bezoekers. We evalueren trouwens tweemaal per jaar de organisatorische en economische werking in overleg met de stuurgroep.”

Anne Vandenbosch

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken