Mosa Meat pioniert: eerste kweekvlees in 2022 op de markt
Een hamburger zonder dieren te hoeven doden, en met mogelijk een kleinere ecologische voetafdruk. Dat is waar Mosa Meat voor staat, en waar ze ook op zullen inzetten bij de verkoop van hun eerste product. Het eerste product zal in 2022 verkrijgbaar zijn in enkele restaurants.
Het idee van kweekvlees is niet nieuw. Winston Churchill schreef nog voor hij premier van het Verenigd Koninkrijk werd, in een artikel dat hij kweekvlees zag als de toekomst: “We zullen ontsnappen aan de absurditeit een hele kip te laten groeien om enkel de borst of de vleugel te eten, door enkel de eetbare delen te laten opgroeien op een medium.”
Pas decennia later verkreeg de Nederlandse ondernemer Willem van Eelen het eerste patent voor de productie van kweekvlees. Hij inspireerde Mark Post, hoogleraar aan de Universiteit van Maastricht, en Peter Verstrate van het vleesverwerkingsbedrijf Stegeman om voluit voor deze technologie te gaan. Ze startten in 2004 het ‘InVitroMeat Project’ en zamelden geld in om uiteindelijk de eerste kweekvleeshamburger te maken. Die werd in 2013 gepresenteerd in Londen. Dit triggerde de opkomst van de kweekvleesindustrie, en was de motivatie voor de oprichting van Mosa Meat in 2016.
Mosa Meat is een spin-off van de Universiteit Maastricht, en kan worden beschouwd als de pionier in de kweekvleesindustrie. Het bedrijf groeide naar een team van meer dan 40 personen, waaronder wetenschappers, ingenieurs en bedrijfsontwikkelaars. Mark Post is er nu de Chief Scientific Officer, Peter Verstrate de Chief Operating Officer. Hun missie? “We willen revolutionair zijn op het vlak van vleesproductie. We werken eraan dit vlees te commercialiseren en naar de grote markt te brengen, zodat we onze groeiende populatie op een duurzame, gezonde en diervriendelijke manier kunnen voeden. Het verbeteren van dierenwelzijn – en dus het verminderen van dierenleed – voor miljarden landbouwdieren, dat is de belangrijkste reden om met Mosa Meat te starten. We denken dat op termijn kweekvlees al het ‘gewone vlees’ kan vervangen.”
Het bedrijf zamelde 7,5 miljoen euro in om de eerste hamburger in 2022 op de markt te brengen. “Door de coronacrisis gaan een aantal zaken uiteraard langzamer. Maar met hulp van de Universiteit van Maastricht konden we wetenschappelijke vooruitgang blijven boeken. Er zullen wat mijlpalen licht vertragen, maar we verwachten nog dit jaar een burger te kunnen maken die we kunnen opschalen. Daarna ligt het aan de doorlooptijden bij voedsel- en warenautoriteiten wanneer we mogen verkopen. In Europa duurt het novel foods-traject 1,5 jaar, maar er zijn landen waar op dit moment snellere procedures worden vormgegeven.”
De Zwitserse vleesproducent Bell Food en de investeringsmaatschappij M Ventures zijn de investeerders, die ook mee denken in de ontwikkeling. “M Ventures aan de ene kant, met de link naar Merck KGaA, heeft veel kennis over life sciences. Bell Food Group aan de andere kant weet veel over het verwerken van vlees in gerechten en de distributie en de promotie ervan.” Begin dit jaar kondigde het kweekvleesberijf nog een partnerschap aan met Nutreco, een wereldleider in diervoeding en aquafeed, en met Lowercarbon Capital, een nieuw in de VS gevestigd durfkapitaalfonds. “Nutreco heeft een uitgebreide expertise over het managen van productieprocessen op wereldwijde schaal. Lowercarbon Capital heeft enorm veel ervaring met het versnellen van bedrijven met een wereldwijde impact.”
Steriel vlees heeft zijn voordelen
Bij Mosa Meat zijn ze bovendien overtuigd dat kweekvlees veiliger vlees is dan gewoon vlees. “Het is gemaakt in een meer propere omgeving. Slachthuizen zijn niet steriel en het gebeurt bijvoorbeeld dat feces in contact komen met het vlees. Kweekvlees wordt geproduceerd in een steriele omgeving, waardoor het risico op besmetting door bacteriën verkleint.” Dit steriele productieproces geeft nog enkele voordelen. Zo wordt het gebruik van antibiotica of fungiciden enorm beperkt, of zelfs uitgesloten en zal dit niet te vinden zijn in het vlees. Ook zou het vlees langer goed blijven, met minder verspilling tot gevolg. Ten slotte zullen er minder mensen ziek worden of sterven door ziektekiemen in vlees.
Imperfect zonder vet en extra dierlijke producten
In 2013 werd de eerste hamburger aan het grote publiek getoond. “Hoewel het product niet perfect was, wilden we tonen dat het wel mogelijk is”, klinkt het. Vanaf toen werkten ze verder om het product te optimaliseren. Het toevoegen van vet bijvoorbeeld. Zonder vet immers geen goede smaak en textuur. Daarnaast werkten ze aan het opschalen van labo naar industriële productie, met hamburgers aan competitieve prijzen. De eerste hamburger in 2013 was onbetaalbaar; het kostte 250.000 euro.
“Het was zo duur omdat het om nieuwe wetenschap ging en we het op heel kleine schaal produceerden. Als de productie is opgeschaald, verwachten we dat de kost van de productie van één hamburger rond 9 euro ligt. Een hamburger in de winkel kost nu slechts 1 euro. Door de productie efficiënter te maken, willen we de prijs van onze hamburger ook laten zakken tot die prijs, en zelfs lager gaan. Maar als we het voor het eerst op de markt brengen, zal het product wel nog betrekkelijk duur zijn.”
Bij de optimalisatie van de productie zijn de wetenschappers er ook in geslaagd alle dierlijke ingrediënten – buiten de stamcellen – te schrappen. Foetaal runderserum bijvoorbeeld, komt uit het bloed van een rundfoetus, en was nodig voor het vermeerderen van de cellen. “Dit serum uit ongeboren kalveren halen, gaat in tegen ons gevoel van dierenwelzijn. Bovendien is het ook niet duurzaam aangezien we wereldwijd de veestapel willen doen verminderen.” Mosa Meat is er ondertussen in geslaagd een alternatief serumvrij medium te ontwikkelen.
Naar een kleinere veestapel
Rol van veehouders
Maar wat dan met de veehouders? Mosa Meat verwacht dat door de komst van kweekvlees de manier waarop de vleesproductie is georganiseerd compleet verandert. “Het zal sommige banen in de landbouw overbodig maken. Dit gebeurt niet van de ene op de andere dag, er zal sprake zijn van een transitie. Er zullen nieuwe marktkansen worden gecreëerd. Zo kunnen boeren die veevoeder produceren, een voordeel hebben bij de overgang naar het produceren van voer voor cellen, wat een grote nieuwe markt zal worden.
Sommige boeren willen verkennen of ze, zoals een soort lokale brouwerij, vlees op eigen terrein zouden kunnen kweken. Wij gaan 2 keer per jaar terug naar een levend dier voor een aantal cellen. Een berekening is dat er wereldwijd slechts 40.000 koeien nodig zouden zijn om de hele wereld van ‘rundvlees’ te voorzien. Helemaal verdwijnen zal de veehouderij waar
Beter voor het klimaat?
Als de consumptie van kweekvlees h