Interview met Joost Callebert: Veel trekpaarden zijn ‘op hun mooist’ op 4-5 jaar

Dierenarts Joost Callebert, voorzitter van de Vlaamse Fokvereniging Belgisch Trekpaard (VFBT).
Dierenarts Joost Callebert, voorzitter van de Vlaamse Fokvereniging Belgisch Trekpaard (VFBT). - Foto: EDS

Vanwaar komt bij jou de liefhebberij voor het trekpaard?

Genetisch belast en ik ben opgegroeid op een paar honderd meter van de hoeve van mijn grootvader Arseen en nonkel Willy Callebert, waar altijd Belgische Trekpaarden aanwezig zijn geweest. Dekkingen, geboortes, ingespannen paarden, prijskampen, … laten bij sommigen een blijvende indruk na. In 2008 heb ik mijn eerste Belgische Trekpaardmerrie aangekocht.

Waarom ben je onverwacht voorzitter geworden van de VFBT?

Voorzitter word je niet, je wordt verkozen. Ik wilde mij engageren voor de vereniging en in 2016 was het bestuur van VFBT - ter opvolging van erevoorzitter Gerard Naeyaert - op zoek naar een figuur die de eensgezindheid in het bestuur kon terugbrengen. Samen met Gerard hebben we hard gewerkt aan een statutenwijziging die het democratisch gehalte van onze vereniging sterk heeft verhoogd.

Heeft de nationale KMBT (Koninklijke Maatschappij Belgisch Trekpaard) nog reden van bestaan?

Jazeker. Met als belangrijkste opdrachten of doelen ten eerste het organiseren van een jaarlijks nationaal kampioenschap en ten tweede het coördineren van de (inter-) nationale samenwerking met de gelijkgestelde en aanverwante rassen in Europa.

Worden er dit jaar weer 2 hengstenkeuringen georganiseerd: één Vlaamse en één Waalse?

Als het van mij afhangt niet. Wat eens moet herdacht worden, is de invulling van een hengstenkeuring en zeker in het licht van de recente Europese Fokkerijverordening.

Hoe bekijk jij als veearts het probleem van het beenwerk bij het trekpaard? Zie jij een oplossing?

Het probleem en zeker ook de oplossing is niet in een paar zinnen te vatten. Het probleem zeker niet negeren of minimaliseren. Niet alleen in de covid-19-problematiek, maar ook in de CPL/beenwerkproblematiek is er ‘voortschrijdend inzicht’. De puzzel krijgt stilaan vorm. Vanuit dat wetenschappelijk inzicht moeten we blijven inzetten op selectie en op voorlichting naar de fokkers en de gebruikers. Studiedagen zoals er door de VFBT-jeugd werden georganiseerd, zijn daar een heel mooi voorbeeld van.

Velen zijn van mening (ook officiële juryleden) dat zowel merries als hengsten vanaf 5 jaar zouden mogen deelnemen aan het nationaal kampioenschap? Wat denk jij?

Ik begrijp de kritiek en weet ook dat veel trekpaarden ‘op hun mooist’ zijn op 4-5 jaar. Een nationaal kampioen of kampioene is het uithangbord, de ambassadeur van een ras. Dat is het paard dat voor dat jaar het dichtst de volledige rasstandaard benadert. Als je fokt naar een duurzaam en gezond paard, moet je voldoende paarden kunnen tonen die op dat moment minimum 6,5 jaar zijn en kampioenschap waardig. Indien we dat niet kunnen, zijn we verkeerd bezig.

Bernard Lenaerts

Meest recent

Meest recent