Startpagina Melkvee

EU-melkophaling bereikt niveau 2016

Na de plotse rembeweging in de Europese melkproductie van eind vorig jaar, heeft de productie voor maart bijna opnieuw het niveau van 2016 behaald. Dit niveau zal in deze lente zeker gehaald worden. De melkophaling van de belangrijkste exportlanden heeft ook het niveau van 2016 bereikt. Als gevolg van het herstel in aanbod, blijft de melkprijs op hetzelfde niveau, tussen een tekort in de vette fractie en een overaanbod in de eiwitcomponent.

Leestijd : 5 min

In januari ging het in Frankrijk nog om een ernstige vertraging in melkleveringen (-5 % in vergelijking met 2016). Voor maart is de maandelijkse Franse melkophaling bijna opnieuw op niveau (-1,2 %). Met 2,2 miljoen ton bevindt deze zich nog 5 % onder het record van maart 2014. Wekelijkse cijfers suggereren dat het herstel in april niet doorgezet heeft, met een geschat niveau van 1 tot 2 % onder dat van 2016.

Permanent grasland

De seizoenspiek was in Frankrijk zeer uitgesproken door de uitstekende ruwvoederomstandigheden. De zachte temperaturen en de benodigde neerslag zorgden voor een levendige herneming van de grasgroei. De gecumuleerde productie tot op 20 april vanop permanent grasland was voor drie vierde van deze gebieden op deze manier anderhalf keer hoger dan de referentieproductie.

Na een bescheiden herstel in het tweede semester van 2016 (+4 €/100 liter tussen juli 2016 en januari 2017), heeft de Franse melkprijs zich begin 2017 gestabiliseerd rond 32,5 €/100 l.

Opmerkelijk is het parcours van de prijzen voor boter en magermelkpoeder. Deze zijn teruggevallen van een niveau van meer dan 40 € in december tot 27,5 €/100 l. Deze prijs bevindt zich dus duidelijk onder de standaardprijs die Franse boeren ontvangen en geeft dus een neerwaartse druk. De melkprijs lijkt zich ook in andere Europese lidstaten te stabiliseren, gezien de beperkte fluctuaties van maart en april.

Boven het niveau van 2016

De Europese melkophaling heeft zich eveneens begin 2017 hersteld na een vertraging einde 2016. Met 13,5 miljoen ton in maart, heeft ze zo goed als het niveau van 2016 gehaald (-0,2 %). De achterstand ten opzichte van het gehele eerste trimester is op die manier beperkt tot 1,2 % in vergelijking met 2016 (- 450.000 ton, rekening houdend met het schrikkeljaar). Volgens schattingen van het Franse Institut de l’Elevage zal de Europese melkophaling in april licht boven het niveau voor dezelfde maand van 2016 uitkomen.

Heterogene dynamiek

Voor Europa zien we enerzijds een sterk herstel van de melkophaling in Polen en Ierland.

In Polen gaat het voor maart en voor het gehele eerste trimester om een stijging met 5 % in vergelijking met 2016. De melkprijs heeft er zich vlot hersteld in het tweede semester van vorig jaar om zich begin 2017 te stabiliseren. Met 129,3 zlotys per 100 kg (29,6 €) in maart bevindt de Poolse melkprijs zich op het hoogste niveau in tien jaar, het recordjaar 2014 buiten beschouwing gelaten.

In Ierland was de lentepiek uitgesproken sterk (+4 % voor maart, en volgens de verwerkers zelfs 12 tot 15 % voor april). Oorzaken hiervoor zijn de grotere veestapel en het goede weer. Bijkomende factor is de melkprijs van 33,1 €/100 l die, ook al is hij moeilijk te behouden, ruim boven de kostprijs is van de Ierse productiekost.

Duitsland en Denemarken worstelen nog

In Duitsland bevindt de melkophaling zich voor maart nog 3 % onder het niveau van 2016 en bijna 4 % voor april. De daling was minder uitgesproken voor Noord-Duitsland (-2 tot -2,5 %), maar het niveau van 2016 is nog niet behaald. Voor Oost-Duitsland gaat het trouwens om een stevige daling met 7 %, door een daling in de veestapel. Achterliggende verklaring hiervoor is het koude weer in Oost-Duitsland, maar ook de melkprijs die sinds januari stabiel blijft op 31 € per 100 l.

In Denemarken bereikte de daling bijna 4 % in maart, ondanks het sterke herstel van de melkprijs. Het aantal koeien ging er ook achteruit. Einde maart bedroeg het aantal melkkoeien 7.600 exemplaren minder dan een jaar eerder (-1,3 %), terwijl dit op 1 januari nog ‘maar’ 5.700 dieren minder waren (-1,0 %).

Italië en Nederland

In landen zoals Italië en Nederland is de situatie vrij stabiel; in die landen is de ophaling licht vooruitgegaan. In Italië is de stijging beperkt (+1 % voor het eerste trimester). In Italië heeft men eind 2016 geen rem gekend. Oorzaak hiervan is de markt die er zich goed heeft gehouden dankzij de Italiaans kazen met oorsprongsbescherming.

Beperkte groei is er ook in Nederland. Nederland kende wel een plotse rem eind 2016, maar zonder dat de productie zakte onder het niveau van een jaar eerder. Het fosfaatreductieplan dat sedert afgelopen februari van kracht is, heeft tot nu toe gezorgd voor een daling van 90.000 grootvee-eenheden in vergelijking met oktober 2016. De productie heeft evenwel zichtbaar tijd nodig om zich aan te passen.

De melkprijs in maart is er licht gestegen tot 34,1 €/100 l of 28 % hoger dan 2016. Voor april en mei is die prijs gestabiliseerd, rekening houdend met de vooropgestelde garantieprijs van FrieslandCampina.

Nieuw-Zeeland

In Nieuw-Zeeland was de melkophaling significant gedaald na de seizoenspiek einde 2016 als gevolg van overvloedige neerslag. Begin 2017 heeft de productie hernomen dankzij een minder droge zomer dan gemiddeld. Nieuw-Zeeland kende voor maart een stijging van 9 % in vergelijking met maart 2016. Maar ondertussen heeft onweer het land opnieuw overvloedige regen bezorgd, die de herneming beperkt. Bovendien begint de Nieuw-Zeelandse productie aan haar seizoensdaling, die maar opnieuw zal toenemen in de volgende campagne.

Verenigde Staten

In de VS gaat het dynamisme van de ophaling onverminderd door: +2 % in het eerste trimester in vergelijking met vorig jaar. De veestapel blijft groeien (+0,8 %) en het rendement stijgt eveneens. De marge op de voederkost is gedaald in maart met een daling in de melkprijs, maar blijft stimulerend. De prognoses voor het gehele jaar blijven een stijging vooropstellen (+2,5 % in vergelijking met 2016).

Australië

In Australië blijft de melkophaling achterop hinken (-5 % in vergelijking met het eerste trimester 2016), net als in Argentinië (-10 tot -15 %), waar de melkophaling moeite zal hebben om zich te herstellen in de komende maanden.

Alles opgeteld zullen de 5 belangrijkste exporteurs van zuivelproducten slechts een kleine daling kennen voor het eerste trimester van 2017. Het niveau voor maart is wel boven dat van een jaar eerder in maart en de totale melkophaling zal nog stijgen in de komende maanden met de stijging van de Europese melkophaling. Dat zal niet onmiddellijk zorgen voor een verlichting op de prijzen van de eiwitcomponenten uit de melk.

Naar: Tendances Lait et Viande (Idele)

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken