Startpagina Akkerbouw

VCM vreest dat er een opslagtekort voor effluent dreigt

Door MAP6 is de uitrijregeling voor type III meststoffen (waaronder effluent) gewijzigd. Zo was al bekend dat het uitrijden van effluent na de oogst van een nitraatgevoelige hoofdteelt verboden is tenzij de nateelt ten laatste op 31 juli of een specifieke teelt ten laatste op 31 augustus is ingezaaid. Er dreigt nu een tekort aan opslag voor effluent.

Leestijd : 3 min

VCM, het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking, heeft berekend dat, louter en alleen omwille van deze wijziging in de MAP6-effluentuitrijregeling, het afzetareaal voor effluent in de periode augustus-november daalt met 41% omdat na de oogst van de nitraatgevoelige teelten zoals aardappelen en maïs geen effluent meer kan opgebracht worden. Dit in vergelijking met de regels die golden in MAP5.

Biologische mestverwerkingsinstallatie

Dit zou volgens deze berekeningen resulteren in gemiddeld 1.700 ton effluent per biologische mestverwerkingsinstallatie dat extra in stock zal moeten blijven in de komende winterperiode. Ook een summiere bevraging onder de mestverwerkers bevestigt dat hierdoor bij een aanzienlijk aantal mestverwerkers een opslagtekort dreigt voor het effluent. Er was ook al bekend dat het gebruik van type 3 meststoffen op derogatiepercelen niet langer toegestaan is, in de periode vanaf 1 september t.e.m. 15 februari.

Op de website van de VLM werden de uitrijregeling voor effluent onlangs bijkomend aangepast. We vatten de mogelijkheden voor een eventuele najaarsbemesting met effluent hieronder kort samen. Voor een meer gedetailleerde uitleg (o.a. inzake bijkomende voorwaarden of doseringen) verwijzen we naar de betrokken websitepagina uitrijregeling. Zo wordt hieronder met “effluent” uitdrukkelijk effluent bedoeld dat voldoet aan de juiste voorwaarden om onder die bepaling te mogen gebruiken!

Blijvend grasland

Tussen 1/9 en 31/10 kan effluent in een beperkte hoeveelheid op niet-derogatiepercelen blijvend grasland opgebracht worden. Hetzelfde geldt voor de daaropvolgende periode van 16/1 tot en met 15/2.

Akkerland

Op een aanwezige nateelt op niet-derogatiepercelen kan effluent tussen 1/9 en 31/10 in een beperkte hoeveelheid opgebracht worden als deze nateelt na de oogst van de hoofdteelt uiterlijk op 31 juli werd ingezaaid;

Op een aanwezige specifieke teelt op niet-derogatiepercelen kan effluent tussen 1/9 en 31/10 in een beperkte hoeveelheid opgebracht worden onder bijkomende voorwaarden als deze specifieke teelt na de oogst van de hoofdteelt uiterlijk op 31 augustus werd ingezaaid;

Op onbeteelde niet-derogatiepercelen waarop een niet-nitraatgevoelige hoofdteelt stond, kan effluent tussen 1/9 en 15/9 in een beperkte hoeveelheid opgebracht worden op voorwaarde dat er binnen de 7 dagen na opbrenging, en ten laatste op 15 september, een vanggewas wordt ingezaaid. Het vanggewas moet aangehouden worden tot en met 15/10 op zware kleigronden, 30/11 op percelen in de leemstreek en 31/1 op de overige percelen.

Op niet-derogatiepercelen waarop een niet-nitraatgevoelige hoofdteelt stond, kan effluent tussen 1/9 en 31/10 in een beperkte hoeveelheid opgebracht worden indien er een vanggewas aanwezig is dat ten laatste 15 september werd ingezaaid.

Het vanggewas moet aangehouden worden tot en met 15/10 op zware kleigronden, 30/11 op percelen in de leemstreek en 31/1 op de overige percelen.Van 16 januari t.e.m. 15 februari kunnen type 3 meststoffen met lage N-inhoud zoals effluent in een beperkte hoeveelheid en onder bijkomende doseringsvoorwaarden opgebracht worden op voorwaarde dat er op het moment van opbrenging een gewas aanwezig is.

Breng nu al mest naar mestverwerkingsinstallatie

VCM zal de impact en de gevolgen van deze aanpassingen nog verder inventariseren, maar roept alle biologische mestverwerkingsinstallaties op om rekening te houden met een mogelijk opslagtekort voor effluent in het najaar.

Indien er geen bijkomende mogelijkheden kunnen gevonden worden voor externe effluentopslag, zal in vele installaties noodgedwongen minder mest kunnen verwerkt worden als deze nieuwe interpretatie ongewijzigd blijft. Veehouders worden dan ook aangeraden om tijdig hun afzet van mest naar de mestverwerkingsinstallatie in te plannen.

Toekomstgericht kan er werk gemaakt worden van bijkomende opslag op het eigen bedrijf of kan er gezocht worden om verdere effluentverwerking via constructed wetlands, membraantechnieken (omgekeerde osmose) of andere nieuwe technieken te realiseren. VCM volgt de verdere ontwikkelingen op en zal eventuele nieuwe informatie of verduidelijkingen communiceren van zodra deze beschikbaar zijn.

Lieven Vancoillie/VCM

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken