Startpagina Vleesvee

Vijfsterrenboer Tom Cockx: “Vergroening zit in mijn natuur”

In Tervuren baat Tom Cockx al 2 jaar een gemengd landbouwbedrijf uit, volledig naar zijn eigen filosofie: natuurlijk leven. “Mijn boerderij moet geïntegreerd worden in de groene omgeving”, vind hij. Hij investeerde in onder andere heggen en een boomgaard, en hij koos resoluut voor extensieve koeienrassen Bazadaise en Aubrac, die vrij kunnen rondlopen in stal en weide.

Leestijd : 8 min

Natuur en landbouw met elkaar verweven, het is een gegeven dat niet voor elke landbouwer evident is. Voor Tom Cockx uit Tervuren daarentegen lijkt het nooit anders geweest, een natuurlijke weg. Bij het oprijden van de binnenkoer op zijn boerderij overvallen de velden je met een rust die enkel ongerepte natuur je biedt, en de zwaluwen vliegen in tientallen boven het erf. Het is een tafereel waarvan je instant goed gezind wordt.

De positivo die er woont, landbouwer Tom Cockx, is akkerbouwer sinds 2012, maar kocht de boerderij in 2018. Hij startte met vleesvee. Het vee loopt vrij rond op de 25 ha rond de boerderij. Qua totale oppervlakte heeft hij zo’n 62 ha in de streek. Hij is nog steeds blij met de weg die hij insloeg. “Ik heb mijn weg gezocht in de markt en ben tot de conclusie gekomen dat ik naar de korte keten wil groeien. Ik heb altijd de meer natuurlijke weg willen benadrukken.” Hij wil zijn eigen vlees verkopen en begin augustus een boerderijwinkeltje opstarten. “Met een aantal boeren bundelen we onze krachten om een soort boerenmarkt op te starten, in samenspraak met de provincie. De Woudpoort in Jezus-Eik zal een marktplaats voor landbouwers worden.”

De passie voor de landbouwstiel gaf Tom door aan zijn zoon Tim, die nu permanent  meehelpt op de boerderij.
De passie voor de landbouwstiel gaf Tom door aan zijn zoon Tim, die nu permanent meehelpt op de boerderij. - Foto: MV

De passie voor de landbouwstiel gaf hij onderhand mee aan zijn zonen Tim en Toon. “Tim helpt permanent op de boerderij en Toon studeert nog. Hij studeert dit jaar af. Toon startte ook met kippen om de eieren te verkopen. Dit is allemaal in kader van de eigen winkel en rechtstreekse verkoop aan particulieren. Momenteel gaat het om zo'n 70 kippen, maar dat kan groeien naar 200.” De hoofdactiviteit op de boerderij blijft wel de veeteelt. Er is ook wel wat akkerbouw aanwezig, zoals maïs, tarwe en bieten, maar dat is enkel als voeder voor de dieren bedoeld.

Koeien voor korte keten

Momenteel heeft Tom zo’n 70 à 80 koeien op de wei en in de stallen. Die kunnen er vrij rondlopen omdat de stallen open zijn. “We zouden op termijn ook graag de stallen van de koeien willen uitbreiden, zodat de dieren ruimer leven en we de kuddes toch bijeen kunnen houden. We willen een houten structuurstal. Ook zwaluwen voelen zich daar beter thuis.”

De koeien hebben alle plaats om rond te wandelen, ook in de aangeplante boomgaard.
De koeien hebben alle plaats om rond te wandelen, ook in de aangeplante boomgaard. - Foto: MV

Het gaat ook niet om het grootste aantal koeien. “We hadden meer koeien, maar in het systeem dat we werken verdienen we amper iets als we aan de handel moeten verkopen.” Tom koos ervoor om in kader van de korte keten de kudde te verkleinen, en eerst te investeren in de infrastructuur om vlees te verkopen en versnijden. “Als dat opgestart is, dan kan de kudde terug groeien tot 160 dieren, het maximum dat we mogen.”

Het plan is om het koeien- en ossenvlees te verkopen. “De stiertjes worden gecastreerd, dan kunnen we dieren in de kudde laten lopen. De koeien worden pas geslacht als ze 5 jaar zijn en 2 kalfjes hebben gegeven, en de ossen als ze zo’n 3 jaar zijn.”

Tom ziet de koeien graag op de wei en geïntegreerd in de natuur. “Bij sommige boeren komen de dieren niet meer uit de stal. Dat noem ik koeienfabrieken. We kunnen geen massa produceren zoals hen. Dat is niet de bedoeling bij ons, we mikken op de enge markt van mensen die vlees willen dat op natuurlijke manier is gekweekt. Ik wil de koeien buiten laten lopen. Ze moeten binnen en buiten kunnen lopen wanneer ze goesting hebben, zodat ze tot rust komen. En ik moet eerlijk zijn, ik vind het gewoon plezant als ze buiten zijn. Als je die Bazadaisen hier ziet lopen, dat is gewoon een plaatje.”

De norm voor biovlees haalt hij echter niet. “Voor bio zouden er per hectare slechts 2 à 3 koeien mogen staan. Dan heb ik voor 160 dieren dubbel zoveel oppervlakte nodig dan ik nu heb. Ik boer niet bio, maar ik neig er wel naartoe. We twijfelden om bio te worden, maar de reglementering en normen hierrond remmen eigenlijk ons wat af.”

Verschillende extensieve rundsoorten

De koeienrassen op de boerderij zijn ook doordacht uitgekozen. Extensiviteit is voor Tom belangrijk. Zo heeft hij een kudde Bazadaiserunderen vrij in zijn weiden en stallen rondlopen. “Die zijn echt mooi en kwekers in België kiezen er amper voor.” Het Bazadaiserund is een wilder ras dat volledig zelfstandig kan kalven, het hele jaar door. Echter, ze accepteren maar 1 kalf en dat geeft wel eens problemen. “We hebben nu een tweeling, dus één van de 2 geven we dus de ‘papfles’”, lacht hij. “Dit rund geeft ietwat taaier vlees, maar is heel smaakvol. In Frankrijk wordt het vlees ook wel het kaviaar van het rundvlees genoemd.” Hij merkt echter ook op dat de smaken regionaal verschillend zijn. “In Frankrijk houden de mensen van koeien die 7 tot 9 jaar zijn, zodat er meer smaak in zit. In België is vlees goed als het mes er bij wijze van spreken door valt.”

Daarnaast heeft de landbouwer het ras Aubrac in zijn veestapel. Dat is een kleiner ras, en net als Bazadaise eerder extensief te houden. Het heeft niet veel nodig om te groeien. Ook over dit vlees is Tom positief: “Het is ander vlees en heeft een speciale dooradering, een soort marmering. Aubracvlees vind ik ook heel smaakvol.”

Aubrac, dat vind ik zo’n ‘schoon koeike’ , vertelt Tom Cockx.
Aubrac, dat vind ik zo’n ‘schoon koeike’ , vertelt Tom Cockx. - Foto: MV

Ten slotte loopt er ook wat Blonde d'Aquitaine doorheen de kudde. Dat hebben ze nog altijd het meeste staan. “Vroeger hadden we ook een kudde Limousine, maar die hebben we weggedaan. “We hadden die wel graag want het was mooie kudde met een goede stier, maar ze waren te klein en te smal. Eer je daar een mooie kudde van hebt uitgebouwd ben je heel lang bezig. We hadden indertijd geld nodig om financieel goed te staan, en moesten een keuze maken.”

De keuze voor extensieve rassen past volledig in de ‘natuurlijke’ filosofie van de boerderij. Dat betekent niet dat alles op rozen loopt. “Het feit dat de kalvingen natuurlijk gebeuren... daar hebben we zeker nog wat problemen mee. Je moet de dieren ringen, je moet ze kunnen behandelen en zorgen dat ze niet te schuw blijven of zijn. Je moet tijd in die dieren steken, en tijd kost geld. Het is een evenwicht zoeken. Hoe ouder de dieren worden, hoe meer ze je gewoon worden.”

Het vlees van de dieren wil Tom uiteindelijk verkopen via de korte keten. “We gaan de rassen evalueren naargelang de klanten ze het liefste eten. We willen verschillende vleessoorten kunnen aanbieden. Misschien gaan we ook extra rassen kiezen”, klinkt het enthousiast.

Natuur integreren

Een vijfsterrenboer worden, was niet direct een doel voor Tom. Echter, hij wilde wel dat het landbouwbedrijf waarin hij 2 jaar geleden introk, past in de omgeving. “In het begin zag ik een betonnen gebouw in een open vlakte met heel veel echte landbouwzaken, zoals hooibalen. We wilden dat meer integreren in het geheel. Zo wil ik het bestaande kot omzetten in een klassieke look, ik wil naar minder beton.” Zijn zin naar groen paste perfect in het plaatje van het toen gestarte plattelandsproject ‘Vijfsterrenlandschap voor Boer en Natuur’. “Toen we verhuisd waren, kwamen we bijna direct in contact voor het project. Samen met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) hebben we een plan opgesteld met maatregelen, en deze goed doorgesproken. Er zijn beheerovereenkomsten afgesproken en voor sommige maatregelen ontvang ik een subsidie.”

Met de maatregelen die getroffen werden op Tom’s bedrijf, kon hij zich uiteindelijk Vijfsterrenboer noemen. “Er werd ook een plakaat gezet van een boerderij, met de mogelijke maatregelen die een landbouwer kan nemen. Ik doe enkel wat kon op mijn bedrijf. Een poel aanleggen, was bijvoorbeeld niet mogelijk.”

Voor het project plantte Tom een heg aan van 200 m, die in het najaar uitgebreid wordt naar 1,5 km. Later werd zo’n 80 are boomgaard hoogstammen aangeplant, in samenspraak met Regionaal Landschap Dijleland. Het was de VLM die de soorten voor hem uitkoos. “Ik doe het niet voor het fruit, maar wou wel wat diversiteit zodat er verschillende momenten van afrijping, en dus bloesem, zijn. Voor mij zijn de look en het geheel belangrijk. Ik moet er blij van worden. Er staan bovendien ook insectenhotels in.”

Er bevinden zich zo’n 40 zwaluwnesten in en rond Tom zijn bedrijf.
Er bevinden zich zo’n 40 zwaluwnesten in en rond Tom zijn bedrijf. - Foto: MV

Daarnaast werden ook erosiestroken aangelegd en er werden voedergewassen voorzien voor de wilde dieren. “Dan gaat het om graan dat blijft staan. Wat ook helpt zijn bomen en struiken aanplanten, natuurlijke begroeiing dient om de dieren te beschermen, heggen om de afspanningen uit het zicht te laten verdwijnen”, vertelt Tom.

Zwaluwen zijn ook een heel belangrijk punt voor boerennatuur. Zowel de huis- als de boerenzwaluw vliegen in de zomerse zon vrolijk boven het erf. Tom geeft aan zo’n 40 zwaluwnesten in en rond zijn bedrijf te hebben. “Ze hangen tegen het woonhuis, en vooral in en tegen de stallen en schuren hangen er veel.” Het maakt Tom goed gezind. “Elke dag dat ik hier buiten kom, ben ik gelukkig. ’s Morgens de vogeltjes en het zicht op de weiden, ’s avonds zie ik af en toe zelfs buizerds en valkjes. Heerlijk!”

Niet voor iedereen, of wel?

Vergroenen of niet, financieel rendement halen is nog altijd belangrijk voor een landbouwbedrijf. Tom koos duidelijk voor de korte keten als kaart om financieel evenwicht te vinden. En dat financieel evenwicht is nodig om te kunnen vergroenen, vindt hij. “Voor sommige bedrijven is rekening houden met natuur een financiële ramp, maar wij kunnen het permitteren om groener te worden zonder daarbij veel te verliezen. Op een goed draaiend bedrijf kan je voor vergroening een paar duizend euro missen. Iemand die zijn administraties (werken met premies) goed uitdoktert, zal er misschien ook wel geraken. Echter, het moet gezegd, de meeste boeren willen gewoon boeren.”

De vergroeningsmaatregelen kunnen ook heel wat voordelen opleveren, meent de Vijfsterrenboer. “Als je bedrijf natuurlijk en proper is, en alles in orde is, oogt dat beter naar de buitenwereld toe.” Bovendien hebben de landschapselementen andere voordelen. Heggen en bomen zorgen voor schaduw voor de koeien. De vogels die aangetrokken worden door de insecten gaan dan weer fruitmotten te lijf, en de vliegen rond het vee.

Tom voelt aan dat de Belgische landbouw vergroend moet worden. “We worden er wat toe gedwongen en eigenlijk moet het. In ieder geval past mijn natuur er wel bij, wij willen hier ook iets maken dat in evenwicht is.” Met de controles bijvoorbeeld rond dierenwelzijn zit hij dan ook niets in. “We moeten samenwerken met die diensten en praten. Als bijvoorbeeld het FAVV ter plaatse komt om oormerken te checken, heb ik daar geen problemen mee. Die controles bevestigen of dat je goed bezig bent en wijzen op fouten waaraan ik moet werken. Het helpt om je zaak beter te doen. Ik ben niet de persoon die zich snel aangevallen voelt.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken