Startpagina Bedrijfsnieuws

Project ‘Aan de slag met smartfarming’: Meer smartfarming technieken rijp voor de praktijk

Het Leader Westhoek project ‘Aan de slag met smartfarming’ werd vorig jaar afgesloten. Het project had als doel nieuwe technieken tot bij de landbouwer te brengen en hen te ondersteunen bij de implementatie ervan. Door de coronacrisis kon het slotevenement vorig jaar enkel online doorgaan. Onder andere Agrometius, CNH, John Deere, Kverneland, Lemken en Dewulf gaven toelichting bij hun nieuwste ontwikkelingen, die rijp zijn voor de praktijk.

Leestijd : 13 min

Veel landbouwers zijn geïnteresseerd in smartfarming. Er moet namelijk steeds efficiënter gewerkt worden, met minder middelen moet een betere output gecreëerd worden. Steven De Meyer van Agrometius: “Landbouwers denken echter dikwijls dat het moeilijk is en dat het hen veel tijd zal kosten… Ze weten vooral niet goed hoe te beginnen in het verhaal.” Daarom werd het Leader Westhoek project ‘Aan de slag met smartfarming’ opgestart, met als doel de nieuwe technieken tot bij landbouwers te brengen, en hen ondersteuning te geven bij de implementatie ervan. Zowel Inagro als Vives steunden het project en organiseerden het slotevent online vorig jaar. Het kreeg steun vanuit Europa en de provincie West-Vlaanderen.

Tijdens het slot-event gaven verschillende constructeurs een woordje uitleg over ontwikkelingen die rijp zijn voor de praktijk.

Kverneland: Vicon Geospread en FarmCentre

De Vicon Geospread kunstmeststrooier heeft standaard Isobus. Dit is voor een zeer gemakkelijke communicatie met de tractor of eigen Isobus-terminal, de IsoMatch Tellus Pro of de IsoMatch Tellus GO+. Ruben Pols van Kverneland Group: “Het woord Geospread staat voor het feit dat de strooier automatisch de gift en de werkbreedte regelt. Hiervoor zijn ze standaard uitgerust met 4 weegcellen op elke hoek en 1 referentiecel die rekening houdt met de hellingsgraad. De strooier kan op basis van gps automatisch secties sluiten, met secties van 1 m.”

Met de MultiRate licentie kan de Vicon Geospread kunstmeststrooier het strooien volgens taakkaarten een pak verbeteren. “De variabele gift wordt zo perfect mogelijk verdeeld op het perceel. Met MultiRate wordt de taakkaart gelezen op 8 verschillende punten, in plaats van het standaard ene punt. Er wordt een gemiddelde gift berekend voor de linkse 4 punten voor de linkse strooischijf, en een gemiddelde gift berekend voor de rechtse 4 punten voor de rechtse strooischijf.”

De SoilXplorer is een bodemscanner (sensor) dat gebaseerd is op elektromagnetische conductie.
De SoilXplorer is een bodemscanner (sensor) dat gebaseerd is op elektromagnetische conductie. - Foto: CNH

Ten tweede geeft Pols de nieuwigheid FarmCentre aan, een online platform. Dit vormt de koppeling tussen de computer op het bureau en de machines, in de loods of in het veld. We kunnen namelijk vanop kantoor de machines diagnosticeren: heel het machinepark en de terminals kunnen worden gemonitord. Verder kan men op het online platform de huidige positie van de machines bepalen, de uitgevoerde werken opvolgen en die eventueel optimaliseren voor de toekomst. Tot slot kunnen er taakkaarten gecreëerd worden en deze online of via usb overdragen op de tractor. Zo kan men aan precisielandbouw doen. Bijvoorbeeld bij het bemesten kan men een taakkaart maken. De kunstmeststrooier moet dan de instructies van de taakkaart perfect volgen. Collega Sam Brusselaers: “Het is dan wel aan de landbouwer om de juiste keuzes te maken aan de hand van informatie over zijn perceel. Zo kan hij bijvoorbeeld de keuze maken om de zwakke planten te versterken of net daar kosten te besparen en minder te strooien.”

Agrometius: ontzorgen met de Veris-dienst

Precisielandbouw wordt vaak aanzien als een cirkel met verschillende stappen. De eerste stap is het meten van de variatie binnen het perceel. Hier kan men het onderscheid maken tussen 3 categorieën: bodemscans (voor het seizoen), gewasscans (via satelliet, drone, gewassensensor), en het meten van de variatie in de opbrengst (na het seizoen). De tweede stap is de verwerking van resultaten en er een advies aan koppelen. De derde stap uiteindelijk is het uitvoeren van adviezen.

De Veris bodemscanner heeft meerdere sensors om verschillende parameters te meten.
De Veris bodemscanner heeft meerdere sensors om verschillende parameters te meten. - Foto: LBL

Omdat de bodem de basis is van je teelt, maar de verschillende stappen bij precisielandbouw niet altijd evident zijn voor de landbouwer, zette Agrometius samen met verschillende partners de Veris-dienst op. Steven De Meyer van Agrometius: “In een eerste stap worden de velden gescand door de loonwerker. Een tweede stap gebeurt door de partners Inagro en Bodemkundige Dienst van België. Zij formuleren op basis van een scan een goed en degelijk advies. De derde stap is dan het plaatsspecifiek toepassen van die adviezen op de juiste plaats op het perceel.”

De Veris-bodemscanner heeft meerdere sensors om verschillende parameters te meten. Die meten de organische stof, de pH en de elektrische geleidbaarheid op 2 dieptes: in de bouwvoor en van 0 tot 90 cm. Die sensors zijn gekoppeld met rtk-gps zodat iedere meting op juiste locatie wordt onthouden. Op basis van gps kan men hoogtekaarten maken van het perceel. Op extreme punten van het perceel neemt men grondmonsters enerzijds om pH en organische stof te kalibreren en anderzijds om de nutriënten op extreme punten in kaart te krijgen.

Taakkaarten

Op basis hiervan kunnen taakkaarten gemaakt worden. De Meyer: “Je kan onder andere variabel bekalken, variabel planten, variabel bemesten … . Variabel bekalken is de meest bekende toepassing.” Variabel bekalken kan met vaste of vloeibare kalk, of met schuimaarde eventueel. Zo kan op elke plek in het perceel de ideale pH verkregen worden en worden de meeste elementen goed opneembaar door de plant. “Is de pH te laag, wordt bijvoorbeeld fosfor en calcium slecht opneembaar. Bij een te hoge pH zijn bijvoorbeeld ijzer, mangaan, boor en fosfor slecht opneembaar. Daarnaast is pH, samen met organische stof, belangrijk voor het bodemleven en voor de structuur van de bodem.”

Er kan ook een taakkaart gemaakt worden voor variabel planten. Hierbij moet de variatie in de bodem in rekening gebracht worden. “Men wil met dezelfde input een hogere output krijgen. Dat kan bij aardappelen door extra poters in zwaardere grond van het perceel te steken, en minder in de lichtere stukken grond. Een extra doel is egale maatsortering, wat interessant is bij bijvoorbeeld frietaardappelen.” Ten slotte kan door een taakkaart op te stellen voor variabele bemesting in elke zone van het perceel een evenwicht gecreëerd worden tussen bijvoorbeeld de hoeveelheid calcium, magnesium en kalium, en elk element in een goede hoeveelheid. “Daarnaast kijken we naar de capaciteit van de bodem om die nutriënten vast te houden voor het volledige seizoen. Moest dat niet voldoende zijn, kunnen we adviseren om te fractioneren.”

CNH: gamma evolueert doorheen tijd

Het precisielandbouwgamma bij CNH bestaat uit 3 takken: de CNH-producten, de Trimble-producten en het AgXtend-portfolio. Precisielandouwspecialist bij CNH Pieterjan Maenhout geeft uitleg bij het gamma. “De CNH-sturing was er het eerst, sinds midden jaren 90, en is volledig geïntegreerd vanaf de fabriek zelf. Het werkt op het scherm van de trekker.”

Trimble

Echter, sinds 2011 is er ook een samenwerking met Trimble. Maenhout: “De Trimble-sturing is niet geïntegreerd vanaf de fabriek. Er is sprake van een extra scherm, die gemonteerd kan worden op de trekker. Dat kan bij de CNH-machines, maar is ook mogelijk op elke machine van elk ander merk.” Qua schermen is er wel wat keuze. De XCN750 is een basisversie en is een kleiner scherm, terwijl de XCN2050 een vrij groot scherm is en kan dienen voor het aansturen van werktuigen. De XCN1050 is een soort middenmaat tussen beide. De stuursystemen kunnen manueel, elektrisch of hydraulisch zijn. Als optie kan je nog sectiecontrole toevoegen, variabel gaan werken met taakkaarten en werken met Isobus en Task Control. Bij Trimble is er ook de mogelijkheid om het scherm op te splitsen in meerdere delen (split-screen), autosync (alle Trimble-schermen synchroniseren aan elkaar en aan een portal) of werktuigsturing.

AgXtend portfolio

Het AgXtend-portfolio is het meest recent in het gamma, met de nieuwste technologieën: sensors die meer data en info geven over bodem, milieu en gewassen. Hieronder behoren onder andere de SoilXplorer, de CropXplorer en de Xpower.

De SoilXplorer is een bodemscanner (sensor) dat gebaseerd is op elektromagnetische conductie.
De SoilXplorer is een bodemscanner (sensor) dat gebaseerd is op elektromagnetische conductie. - Foto: CNH

De SoilXplorer is een bodemscanner (sensor) dat gebaseerd is op elektromagnetische conductie, is zeer licht en gebruiksvriendelijk en heeft 5 spoelen. Eén spoel is de zender. De andere 4 zijn receptoren die op verschillende afstanden staan zodat de EC-waarden op 4 verschillende dieptes gemeten kunnen worden: op 10 cm, 40 cm, 70 cm en 100 cm. Naast EC-waarden kan men ook info over de verdichting, bodemstructuur en relatief watergehalte van het veld verkrijgen.

De CropXplorer is een gewassensor die de biomassa en de stikstofopname in kaart kan brengen. Maenhout: “In real time kan de data verwerkt worden zodat de dosering van de kunstmest aangepast wordt in het veld zonder gebruik te maken van taakkaarten.” Van de CropXplorer zijn er 2 varianten. De eerste is de CropX Active, een actieve sensor op de spuitboom die ook 's nachts kan werken. Hij zendt licht uit om weerkaatsing te ontvangen. “Dit is de geavanceerde versie, maar er is ook een basisversie: de CropX Basic. Die werkt op Isobus, en is geen actieve sensor: hij zendt geen licht uit, maar er is een sensor op het dak die de lichtinval en de invalshoek kan bepalen. Hierdoor kan je niet 's nachts werken, maar het is wel een goedkoper en eenvoudig systeem die nagenoeg dezelfde mogelijkheden heeft als de CropX Active.”

De Xpower ten slotte, is een elektrisch onkruidbestrijdingssysteem, dat met een hoog voltage onkruid kan doden. Maenhout legt het principe uit: “Je wekt met via de PTO van de trekker en een generator 220 volt op, dat via transformatoren omgezet wordt naar een zeer hoog voltage (8.000 volt). De applicatoren zorgen ervoor dat het hoog voltage door de plant gaat. De microcellen in de plant worden beschadigd en laten hun vocht los, waardoor die uiteindelijk uitdroogt en afsterft.” CNH biedt 2 versies aan: de XPU en XPS. XPU 1.20 dient voor het bestrijden van onkruid op parkings, wegen en dergelijke, en is 1,20 m breed. De XPS is een elektrische onkruidbestrijdingsmachine om tussen boom- en wijngaarden te werken, en heeft een uitklapbare arm zodat je naast en tussen de bomen ook kan behandelen.

Lemken: Azurit 9 voor DeltaRow zaai

Maïs in DeltaRow betekent maïs zaaien in driehoeksverband. De kunstmest wordt afgelegd in het midden van de DeltaRow, die 75 cm uit elkaar liggen. Verantwoordelijke verkoop bij Lemken Stijn Vercauteren: “In zo’n DeltaRow worden de zaden telkens beurtelings links en rechts van de centrale kunstmestrij afgelegd. Dit uitsplitsen van de maïszaden gebeurt door één zaai-element. De afstand tussen de 2 zaairijen is telkens 12,5 cm. De afstand tussen de zaden in de zaairij varieert met de zaaidichtheid per ha.”

Door de verschillende onderdelen van het zaai-element kan men in DeltaRow zaaien.
Door de verschillende onderdelen van het zaai-element kan men in DeltaRow zaaien. - Foto: Lemken

Het zaai-element zelf bestaat uit verschillende onderdelen. Eerst wordt de kunstmeststof afgelegd via dubbele schijfkouters. De voor van de kunstmest wordt dichtgeduwd door een trapeziumpackerwalssegment. Dit drukt ook de bodem aan waar de toekomstige maïszaden komen te liggen. Na dit trapeziumpackerwalssegment zijn er 2 dubbele schijfkouters met in het midden een dieptegeleidingswiel. Zo creëren we een exacte zaaivoor. Hierna komt er een vangrol die essentieel is om het weggeschoten maïszaad op te vangen en correct aan te drukken. Het geheel wordt aangedrukt door aandrukrollen in V. De zaaischijf is opgebouwd uit 2 halve zaaischijven die telkens in verstek gemonteerd zijn. Deze wordt aangedreven door één elektromotor en zo creëren we een exact driehoeksverband.

Gunstige proefresultaten

Bij een dichtheid van 90.000 korrels per ha en een rijafstand van 75 cm, zorgt de Lemken DeltaRow voor 70% meer beschikbare ruimte per plant in vergelijking met de klassieke enkele rij. Zo is er voor die plant meer water, licht en voedingsstoffen beschikbaar. “Uit proeven van de Hooibeekhoeve in 2017 en 2019 met 98.000 zaden/ha blijkt dat qua droge stof per ha de DeltaRow hoger scoorde in 2017, maar iets lager scoorde in 2019 in vergelijking met de klassieke methode. Het zetmeelgehalte was in deze 2 proefjaren wel beter dan conventioneel maïs zaaien. De hogere zetmeelgehalten resulteerden dan ook in hogere VEM-waarden. En ondanks de lagere opbrengst droge stof per ha scoort DeltaRow toch beter qua totale voederwaarde per ha.”

Smartfarming

De Lemken maïszaaimachine Azurit 9 is uitgerust met enkele elektronische eigenschappen. Eén ervan is spuitsporen aanleggen. “De 4 maïsrijen naast de spuitsporen worden niet meer uitgesplitst tijdens het aanleggen het spuitspoor zelf”, legt Vercauteren uit. “Zo creëren we bredere spuitpaden die toelaten om met bredere banden gewasverzorging uit te voeren met het behoud van de oorspronkelijke zaaidichtheid. Dat is vooral handig voor landbouwers die spuitpaden ook voor andere teelten gebruiken.” Ook automatische sectieschakeling kan. De Azurit 9 schakelt automatisch zijn zaai-elementen uit als die een zone passeert waar reeds gezaaid is. Wat nieuw is, is dat de kunstmestverdeling ook via automatische sectieschakeling gestuurd wordt. “Waar zaad ligt, komt kunstmest, en waar geen zaad ligt, geen kunstmest.” Zaaien en bemesten op basis van taakkaarten kan bovendien tot en met 32 referentiepunten. “Des te meer referentiepunten men kan bepalen, des te nauwkeuriger kan men werken.” Ten slotte is het mogelijk meerdere applicatiekaarten gelijktijdig toe te passen. Zo kan men zowel voor de kunstmesttoepassing als voor het maïs zaaien zelf 2 aparte taakkaarten opmaken en dan onafhankelijk van elkaar tegelijkertijd uitvoeren.

John Deere: HarvestLab 3000 NIR Sensor

De HarvestLab 3000 is een NIR-sensor, dat werkt met nabij-infrarood licht. Dat NIR-licht wordt uitgezonden door de sensor naar het te scannen materiaal, zoals een gewas, mest of digestaat. Het weerkaatste licht zal dan op een detector binnen deze sensor vallen en geanalyseerd worden. Het licht dat binnenkomt, wordt vergeleken met calibratiecurves (of ijklijnen) in de sensor. Die ijklijnen geven van het weerkaatst licht aan wat de samenstelling is van het gemeten materiaal. De technologie is niet nieuw. Matthias Appel van Cofabel: “NIR-technologie wordt gebruikt voor het nemen van foto's via satelliet, om weeranalyses te doen, bij warmtebeeldcamera’s, maar ook voor nachtvisie.”

Op de hakselaar

De HarvestLab 3000 NIR-sensor kan gebruikt worden in 3 toepassingen. Bij een eerste toepassing monteert men de sensor op de hakselpijp van de hakselaar. Tijdens de oogst van maïs of gras kan men dan een analyse doen. “Zo krijgen we een documentatiekaart over heel het perceel met de variaties”, aldus Appel. Voor maïs kan je droge stof, ruw eiwit, zetmeel, ADF en NDF meten. Bij gras kan je metingen doen van de droge stof, ruw eiwit, ADF, NDF, suiker, ruwe as en ruwe vezel. “Het leuke is dat we bij die meting, met de meetwaarde die we hebben van de sensor, automatisch tijdens het hakselen de snijlengte kunnen aanpassen in functie van de droge stof en ook toevoegmiddel kunnen doseren voor een betere silage en betere inkuiling.”

De HarvestLab 3000 NIR-sensor kan gemonteerd worden op de hakselaar voor de analyse van gras of maïs.
De HarvestLab 3000 NIR-sensor kan gemonteerd worden op de hakselaar voor de analyse van gras of maïs. - Foto: John Deere

Kuilvoeranalyse

Een tweede toepassing kan in de winterperiode. De sensor kan van de hakselaar gedemonteerd worden en stationair gebruikt worden. Door de sensor te verbinden met een laptop kan men aan kuilvoederanalyse doen. “In functie van de metingen en de verschillende stalen in de kuil, is het mogelijk het voeder te balanceren om een optimale melkproductie en vleesproductie te garanderen.”

Op mestvat of sleepslangsysteem

De derde toepassing en de meest recente ontwikkeling van de sensor is de montage ervan op een mestvat of sleepslangsysteem. Op die manier kan er een analyse gebeuren van van mest en biodigestaat. Volgens Appel is dit nuttig voor de landbouwer: “Veel akkerbouwers staan wat weigerachtig tegenover het inzetten van organische mest, omdat ze niet echt weten wat de verhouding en de samenstelling is van deze organische meststof. Vaak zijn er ook extreme schommelingen in nutriëntenwaardes in de mest, dus het is heel moeilijk om te weten hoeveel nutriënten de uitgebrachte dosis organische mest nu juist bevat.” Bovendien zou het een gemiste kans zijn: “Het is een zeer mooie vorm van bemesting, waarbij alle nuttige bouwstenen zoals stikstof, fosfaat en kali ter beschikking zijn tegen een zeer lage kostprijs. Ook is het een product dat we vrij gemakkelijk kunnen verkrijgen.”

Met de HarvestLab-sensor is het mogelijk om tijdens het uitrijden van organische mest perfect te documenteren hoeveel stikstof er waar is toegepast bij het uitrijden op kubieke meter. Er kan dan een documentatiekaart worden opgesteld waarop de plaatsen te zien zijn die te weinig stikstof kregen. “De plaatsen waar een tekort is uitgereden, kunnen bijbemest worden met een kunstmeststrooier. Hiervoor moet de documentatiekaart worden omgezet naar een taakkaart, die kan worden ingevoerd in het gps-scherm. Zo krijgen we toch een correcte bemesting en voldoende stikstof voor het gewas.” Een andere optie is om op het display een vaste waarde stikstof in te geven en dan het debiet te laten variëren door snelheidsregeling of debietregeling van de pomp om een homogene stikstofbemesting toe te passen.

Een nuttige tool ten slotte, is My John Deere.com. Dit is een gratis cloud-based online farm management software waarmee de klant online via gsm, tablet of computer aan al zijn data kan. “Deze persoonlijke data wordt eenvoudig visueel voorgesteld en kan de klant omzetten in teeltfiches. Ook taakkaarten maken en het opstellen van een werkplanning (machine+bestuurder+perceel of taak) is mogelijk. Via het platform kan men ook draadloos gegevens versturen naar de machines, en kunnen de machines hun documentatie draadloos versturen naar het platform.”

Dewulf: Variabel aardappelen poten met HMI GPS Planting Comfort/Control

Bij Dewulf kan je terecht voor HMI GPS Planting Comfort en HMI GPS Planting Control. Productspecialist bij Dewulf Christiaan Poot: “Deze optie bestaat op Dewulf-Miedema pootmachines die hydraulisch zijn aangedreven, en voorzien zijn van een paars display. Dus vanaf 2010.” Er is een gps-signaal nodig op basis van het NMEA protocol en taakkaarten op basis van een .shp file.

De optie ‘variabel poten’ bestaat op Dewulf-Miedema pootmachines die hydraulisch zijn aangedreven.
De optie ‘variabel poten’ bestaat op Dewulf-Miedema pootmachines die hydraulisch zijn aangedreven. - Foto: Dewulf

Bij de HMI GPS Planting-Comfort schakelt de machineaandrijving geheel uit of aan over de 4 rijen tegelijk, maar ook elk pootelement kan individueel aan en uit als je over de (virtuele) kopakkerlijn rijdt. Het contour en de oppervlakte van het perceel kan berekend worden als je een rondje rond het perceel rijdt om het perceel in te meten. “Er kan ook gebruik gemaakt worden van AB-lijnen om de machine uit te schakelen, de machine kan automatisch spuitpaden aanleggen en de kopakker management taken kunnen worden overgenomen van de chauffeur.”

Het tweede pakket is het HMI GPS Planting Control pakket, op basis van taakkaarten in een .shp formaat. Dit pakket omvat alle functionaliteit van het HMI GPS Planting-Comfort pakket, met daarbij als extra variabel aardappelen poten, granulaat en/of meststoffen strooien. “Deze 3 dingen kunnen onafhankelijk van elkaar en tegelijkertijd plaatsvinden terwijl je plant, op basis van de benodigde taakkaarten”, geeft Poot mee. “In de cabine heb je dan naast een gps-display ook de bediendisplay van de pootmachine.” Bij Dewulf geloven ze in de toekomst van smartfarming. "Data wordt in de toekomst heel belangrijk. Hier wordt observeren, registreren en relaties leggen cruciaal. Gewaskennis alleen is onvoldoende. En de boer? Dat is de data-analist van morgen."

Marlies Vleugels

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken