Wim Pacolet over evenwichtig bemesten: “Vergeet naast stikstof, fosfor en kalium de andere elementen niet”
Gewoonlijk wordt bij een doordachte bemesting allereerst gefocust op stikstof, fosfor en kalium. Dat is terecht, maar ook niet helemaal. Expert bemesting bij K+S Minerals and Agriculture Wim Pacolet: “Door andere elementen zoals zwavel en magnesium te verwaarlozen op het veld kan dat op lange termijn leiden naar een opbrengst- en kwaliteitsverlies en dus ook tot uitputting van de voedingsstoffen in de bodem.”
D
Heeft zo’n nitraatophoping dan gevolgen voor het gewas?
Een nitraatophoping leidt tot een hogere gevoeligheid voor ziekteverwekkers en een hogere vorstgevoeligheid. Een optimaal gebruik van stikstof kan alleen worden bereikt als alle voedingsstoffen, maar vooral zwavel, optimaal worden opgenomen en als er wordt gezorgd voor een optimale stikstof-zwavelverhouding. Bij graangewassen, maïs, suikerbieten en aardappelen is dit een verhouding van 10 op 1 (10:1), terwijl dit bij koolgewassen/uien/koolzaad een verhouding van 5 op 1 is.
Welke effecten zijn er op het gewas bij een bemesting met zwavel? Is dat bij elk gewas het geval?
Naast opbrengstverhoging kunnen kwaliteitsparameters vooral worden beïnvloed door een S-voeding. Bij de productie van granen, bijvoorbeeld kwaliteitstarwe, mag de S-voorziening niet worden vergeten, aangezien zwavel van belang is voor het eiwitgehalte en de samenstelling ervan, waardoor het glutengehalte beïnvloed wordt. De kwaliteit van de gluten is bepalend voor de fermentatie en de bakeigenschappen van deeg. De eiwitfracties in het deeg bestaan meestal uit S-bevattende aminozuren (cysteïne en methionine), die het gluteneiwit beïnvloeden en zo de verwerkbaarheid van het meel en de consistentie van het eindproduct veranderen. Hoge eiwitgehaltes zijn ook een belangrijk kwaliteitscriterium voor voedergranen. Zwavel wordt uit de bodem opgenomen als een sulfaation (SO4). Vooral olie- en eiwithoudende planten zoals koolzaad en granen hebben een hoge S-behoefte en hebben behoefte aan gemakkelijk opneembare zwavel. Dit wordt omgezet in zwavelhoudende secundaire plantaardige stoffen zoals look- en mosterdolie, maar ook in glucosinolaten, die de smaak en geur van de planten bepalen.
Kan een landbouwer aan zijn gewas zien dat er een zwavelgebrek is?
Eerst en vooral kan men inschatten of er sprake is van hoge risicosituaties. Bijvoorbeeld zandgronden, bodems met een laag organisch stofgehalte en bij veel neerslag in de winter– dit is dit jaar zeker het geval!–kunnen al een indicatie zijn voor een te verwachten lage zwavelvoorziening. Bij een gebrek aan zwavel treedt er gewoonlijk een vergeling op en dit eerst bij het jonge blad. Dit is verschillend met een stikstofgebrek: de vergeling is dan het eerste zichtbaar op het oudere blad.
Op welke manier kan je het best zwavel toepassen in de teelt?
Ter vergelijking: het lage S-gehalte in organische meststoffen is meestal slechts 5-10 % beschikbaar voor planten. Daarom is een minerale aanvullende bemesting met in water oplosbare sulfatische zwavel die snel beschikbaar is voor de planten het meest aangewezen.
Wil je dan zeggen dat zwavel een van de belangrijkste voedingsstoffen is?
Alle voedingsstoffen, inclusief magnesium en zwavel, zijn eigenlijk noodzakelijk voor een goede plantengroei. Het is ook belangrijk voor de bodem: alle plantaardige stoffen en wortelexcreties zijn energiebronnen waarvan de micro-organismen in de bodem leven. Dankzij de fotosynthese verhoogt de magnesium- en zwavelbemesting de biomassaproductie en daarmee de hoeveelheid wortelexcreties en wortelmassa. Uiteindelijk vormt dit een veilige basis van levende bodemorganismen en dient het om humus op te bouwen. Een evenwichtige bemesting met magnesium en zwavel, betekent niet alleen een hogere wortelontwikkeling in de bodem, maar optimaliseert ook de meststofbalans, omdat nutriënten zoals N en P efficiënter worden gebruikt. Voor een optimale en veilige voorziening van gewassen is het daarom noodzakelijk om alle eigenschappen van de voedingsstoffen te kennen, inclusief hun oplosbaarheid in minerale meststoffen, en deze doelgericht in de bemestingsplanning op te nemen. Het gaat dus ook om het behoud van de bodemvruchtbaarheid en dit op lange termijn.
Zelf werk je voor K+S Minerals and Agriculture. Is er een product dat je aanraadt voor de bemesting met magnesium en zwavel? Hoe pas je dit het beste toe?
Het paradepaardje van ons gamma is uiteraard ESTA Kieserit. Dit bevat 25 % magnesiumoxide en 50 % zwaveltrioxide en deze nutriënten zijn beide direct oplosbaar in water. Deze minerale meststof is een gedeponeerd merk en van natuurlijke oorsprong, die bovendien toegestaan is in de biologische landbouw, en kan zo (straight) of in blends aangewend worden. Dezelfde kenmerken kan u terugvinden in andere meststoffen zoals bijvoorbeeld Patentkali (met 10 % MgO en 42,5 % SO3) , Korn-Kali (6 % MgO en 12,5 % SO3) of Magnesia-Kainit (4% MgO en 9 % SO3). Aldus keuze te over om uw gading te vinden als het erop aankomt om een degelijke bron van magnesium en zwavel te vinden. Dan zijn er bovendien later in het seizoen nog mogelijkheden met de bladvoeding zoals bijv. EPSO Microtop (15 % MgO en 31 % SO3) om een voorbeeld te noemen. Belangrijk is bovendien om op te merken dat zwavel in de sulfatische vorm wordt aangeboden, zodanig dat er geen omzetting meer moet plaatsvinden van elementaire zwavel. Deze laatste verzuurt immers de bodem en vraagt ook meer tijd.
Is het de bedoeling dat je magnesium en zwavel preventief toepast? Kan een staalname van de bodem uitsluitsel geven?
Een bodemanalyse is uiteraard gewenst om een idee te krijgen van de magnesium- en zwaveltoestand van de bodem. Ondanks het feit dat de magnesiumgehaltes in het algemeen nog relatief meevallen, is een bemesting met een magnesiumhoudende meststof steeds aanbevolen. De vraag naar magnesium kent immers een piek in juni en dan is het een kwestie om er tijdig en snel bij te zijn. Met een basismeststof kom je al aardig in de buurt om aan de behoefte te voldoen en bij piekbehoefen kan je nog een beroep doen op de bladmeststoffen. Hiervan staat vast dat de opname zeer efficiënt kan zijn
Hoeveel opbrengst kan een landbouwer mislopen als hij niet inzet op magnesium en zwavel?
Aangezien beide elementen een sleutelrol spelen naar bijvoorbeeld fotosynthese en talrijke fysiologische processen in het gewas (voor wat betreft Mg) en een efficiëntere benutting van stikstof en productie van aromaten (voor wat betreft S), kan een tekort aan magnesium en zwavel nefaste gevolgen hebben. Dit is moeilijk uit te drukken in opbrengstverliezen, maar ik moet dan dikwijls denken aan het vat van Justus von Liebig. Het vat kan zomaar leeglopen bij een tekort van een bepaald nutriënt. Laat nu net magnesium en zwavel bepaald niet die rol spelen.