Startpagina Tuin

Aandachtspunten bij de vormsnoei van steenfruit en walnoten

De basisprincipes voor het snoeien van fruitbomen gelden in grote lijnen ook voor steenfruit. Zo moeten jonge bomen gericht gesnoeid worden om uit te groeien tot bomen met een evenwichtige kroon. Ook bij steenfruit gaan we, afhankelijk van de stamhoogte, streven naar een aantal forse gesteltakken die gedurende het hele leven van de boom behouden blijven. In de regel wordt steenfruit gesnoeid in de late zomer, na de oogst. De eerste snoei van jong aangeplante bomen gebeurt best in het late voorjaar, rond half april.

Leestijd : 5 min

Kort gezegd komt het erop neer dat steenfruit het best gesnoeid wordt tussen half april en eind september, omdat snoeien tijdens de winterperiode een grote kans geeft op afsterven. Februari is de snoeimaand bij uitstek voor de meeste tuinplanten, maar laat het steenfuit nog een paar maand onaangeroerd.

Pruimenbomen

Pruimen is een verzamelnaam voor zowel pruimen, kwetsen, mirabellen en reine-claudes die allen afstammen van de Prunus domestica . Bovengenoemde fruitsoorten worden dan ook op dezelfde manier gesnoeid. De vormsnoei van jonge bomen is grotendeels gelijklopend met die van appel en peer, maar omdat pruimenbomen zich minder sterk ontwikkelen dan appel- en perenbomen wordt vaak geadviseerd om 4 of zelfs 5 i.p.v. 3 gesteltakken aan te houden. Deze moeten zo gelijkmatig mogelijk over de stam verdeeld zijn qua windrichting en moeten op verschillende hoogtes op de stam ontspringen. Deze gesteltakken worden, als ze van nature te steil groeien, uitgebogen tot 65 à 80 graden (iets boven het horizontale) ten opzichte van de stam. Dit is niet alleen nodig om de groei van de gesteltakken af te remmen, maar ook om voldoende licht te krijgen in de zich sterk vertakkende kruin van pruimenbomen. Alle andere takken, behalve de vrij zwakke, bijna horizontaal groeiende, mogen worden verwijderd. De gesteltakken moeten vrij diep (met de helft of meer) worden ingesnoeid, dieper dan bij pitfruit, om te voorkomen dat de gesteltakken onderaan kaal zouden blijven. De harttak wordt zo ingesnoeid dat hij enkele tientallen cm boven de gesnoeide gesteltakken uitsteekt. In de daaropvolgende jaren worden de verlengingen van de gesteltakken en de harttak indien nodig ingesnoeid (niet meer dan 1/3), net zoals beschreven bij pitfruit.

Onderhoudssnoei : eens de kroon gevormd, worden pruimenbomen het best niet te veel en zeker niet te sterk gesnoeid. Omdat pruimenbomen sterk op snoei reageren door fel te gaan groeien heeft het geen zin om weinig dragende pruimenbomen te snoeien. Ze gaan dan nog meer groeihout ontwikkelen en nog minder vruchten voortbrengen. Om pruimenbomen beter te laten dragen moet men het vruchthout zoveel mogelijk horizontaal uitbuigen. Snoei bij pruimenbomen moet erop gericht zijn om de kroon zo veel als mogelijk open te houden. Eigenlijk volstaat het om in de zomer de nog kruidachtige, verkeerd geplaatste (te steil groeiende of op de rug van de gesteltakken groeiende) scheuten weg te nijpen tussen duim en wijsvinger en de overblijvende, gunstig geplaatste, jonge scheuten op dezelfde manier met de helft terug te nijpen.

Kersen en krieken

Kersen (Prunus avium ) en krieken (Prunus cerasus ) verschillen sterk in groeiwijze en dienen daarom ook op verschillende wijze gesnoeid te worden.

Kersen worden bij de opplant net zo gesnoeid als pitfruit, waarbij de gesteltakken vanwege de vrij ruige groei van de kersenboom voldoende ver uit elkaar dienen te staan. Alle overige zijtakken worden weggesnoeid op enkele horizontale, zwak groeiende takken na. Enkel in de volgende 2 tot 3 jaar worden de gesteltakken en de stamverlenging ingesnoeid, de jaren daarna worden deze niet meer gesnoeid. Wel worden concurrentieloten of loten die op de bovenkant van de takken groeien jaarlijks verwijderd en worden gunstig geplaatste zijtakken horizontaal uitgebonden, waardoor de krachtige groei in de beginjaren iets geremd wordt en de kroon beperkter blijft in omvang. Eens de vormingssnoei voltooid, hoeft het vruchthout niet meer gesnoeid te worden. Een onderhoudssnoei om de paar jaar waarbij kruisende, te steil groeiende en dode takken kort na de bloei uit de kroon verwijderd worden kan van dan af volstaan. Om de omvang van de kroon binnen de perken te houden mag de top regelmatig teruggezet worden op een dieper staande tak (concurrent).

Krieken zijn qua vormingssnoei het best vergelijkbaar met pitfruit, maar omdat de gesteltakken en de zijtakken zich niet zo krachtig ontwikkelen, mag men gerust opteren om 4 in plaats van 3 gesteltakken aan te houden. In tegenstelling tot kersen moeten krieken elk jaar gesnoeid worden na de oogst of kort vóór de bloei (eind maart-begin april). Door een jaarlijkse onderhoudssnoei uit te voeren zijn de vruchten groter, rijpen ze gelijkmatiger en kunnen ze gemakkelijker worden geplukt. Bij deze snoei worden de gestel- en zijtakken alsook de stamverlenging steeds weer op dieper staande scheuten teruggezet. Neem ook jaarlijks het afgedragen vruchthout weg. Dat kan je herkennen aan de lang afhangende twijgen. Door een goede jaarlijkse onderhoudssnoei kan men de kroon laag houden en vermijden dat het onderste deel van de kroon kaal en onvruchtbaar wordt, terwijl in het bovenste deel net heel veel jonge scheuten zouden ontstaan.

Uiteraard worden ook jaarlijks de concurrentieloten en de scheuten op de bovenkant van de takken verwijderd.

Walnoten

Walnoten moeten zo min mogelijk gesnoeid worden. Tijdens de opkweekfase volstaat het om te lage, kruisende en gebroken twijgen te verwijderen. De onderhoudssnoei beperkt zich tot het verwijderen van dood hout en het bijstellen van de kroonvorm of de opbouw van de kruin en het verwijderen van verticaal groeiende rugtwijgen. De ideale snoeiperiode is van begin juni tot half september, maar het kan nog tot net na de oogst. Voor notensnoei geldt dat men beter tijdig ingrijpt in het jonge hout om te vermijden dat men later dikke takken moet wegsnoeien, want dat geeft aanleiding tot sterk bloedende wonden die slecht genezen en meestal gaan inrotten. Bovendien lopen de knoppen op overjaarse takken na het snoeien heel moeilijk uit, waardoor de kans bestaat dat de gesnoeide tak kaal blijft zonder jonge scheuten.

Tuintip: Snoeien van pitfuit en snoeien in de siertuin kan het best gebeuren op het einde van de winter als de planten in rust zijn, op zonnige, droge dagen, ook bij lichte vorst. Steenfruit wordt beter net voor de bloei of kort na de oogst gesnoeid.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken