Startpagina Groenten

Biotelers Bert Dhaene en Wivine Stragier: Onze bodem zo optimaal mogelijk kunnen houden, is allergrootste uitdaging

In het centrum van de kustprovincie wordt zwaar ingezet op de productie van groenten voor de vers- en de industriemarkt. Bert Dhaene en zijn vrouw Wivine uit Staden beslisten om vast maar zeker volledig om te schakelen naar biologische teelten.

Leestijd : 6 min

In de buurt van Roeselare zijn ze het al langer gewoon: tractoren rijden op en af van het veld naar de fabriek of naar de centraal gelegen REO Veiling. Niet voor niets is deze streek het centrum van Europa van de industriële diepvriesmarkt in groenten, met paradepaardjes als Ardo, d’Arta en Greenyard (Pinguin).

Sterke mecanicien

Zowel Bert Dhaene (42) als zijn vrouw Wivine (40) groeiden op in kleinere deelgemeenten van Roeselare, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en in 2004 beslisten ze om hun liefdesnestje te koppelen aan een landbouwactiviteit in Staden. Beiden hebben wel ‘wortels’ in de landbouw. Bert heeft een grote voorkeur voor mechaniek, wat niet alleen zijn sterkste punt, maar ook zijn grootste hobby is. Wivine is dan weer een rasechte boerendochter, maar ging later werken in een administratieve bureaufunctie.

Op dit bedrijf gaat veel aandacht naar bodemkwaliteit. Daar is ook het rollend materieel op afgestemd.
Op dit bedrijf gaat veel aandacht naar bodemkwaliteit. Daar is ook het rollend materieel op afgestemd. - Foto: LV

Op dit gemengd landbouwbedrijf staan groenten en varkens centraal in de bedrijfsvoering. Goed voor in totaal 45 ha gewassen en 500 biologische varkens in loonkweek. De groenten gaan zowel naar de industrie, als naar de versmarkt. Met in het gangbare luik de laatste prei, aardappelen, knolselder en tarwe. Sinds enkele jaren wordt de focus verlegd en wordt volop omgeschakeld naar biologische teelten, zoals bloemkolen, spruiten, venkel, spinazie, bonen, prei.. “Het is simpel: wat door de bioverwerker wordt gevraagd, dat kweken we. De biologische landbouw is veel meer vraaggestuurd dan de gangbare”, zegt Bert.

De keuze om in transitie naar biologische teelten te gaan, was een natuurlijke evolutie en rijpte al langer. “Je moet er vooral in geloven en de klik in je hoofd maken. Wie antibio is moet er uiteraard nooit aan beginnen. Na vele jaren gangbaar waren we er klaar voor om de overstap te maken. Vroeg of laat zou het gebeuren. Achteraf is het natuurlijk gemakkelijk, maar met wat we nu weten hadden we beter eerder al de stap gezet.” Eén derde van de teelten is nu nog gangbaar. “We willen groeien, maar niet zozeer door actief op zoek te gaan naar seizoenspacht. Verder optimaliseren, en hard blijven werken.”

Grondbewerkingen

Feit is, het gedreven landbouwerskoppel was al vele jaren bezig met technieken die nauw aansloten bij de biologische bedrijfsvoering. “De grootste uitdaging is een gezonde en goede bodemkwaliteit. Dat is voor mij het allerbelangrijkste en daar gaan we ook voor. Hoe wij grondbewerking deden, leunde dicht aan bij het biologische. We ploegen bijvoorbeeld al jaren niet. We rijden zo weinig mogelijk over de bodem met een zo laag mogelijke bandenspanning. Dat is een van de redenen waarom we hebben gekozen voor een tractor op rijpadensysteem.”

Schoffelen gebeurt heel secuur.
Schoffelen gebeurt heel secuur. - Foto: BD

Als een partij land vrij is, wordt onmiddellijk een groenbedekker gezaaid. “Iedereen doet wat hij wil. Het is niet omdat je bijvoorbeeld een groenbedekker inzaait, dat je goed bezig bent. Voor ons gaat het om het totaalplaatje. We ervaren nu dat we veel meer voldoening uit ons werk halen. Door vraaggestuurd te werken, kweken we producten die minder gangbaar zijn. En als je dan ook onze vruchten ziet, dan mogen we daar terecht trots op zijn. Hoe moeilijker de uitdaging, hoe meer we gemotiveerd zijn om ervoor te gaan.”

Zonder echter op wolkjes te gaan lopen. “Uiteraard, de omschakeling is niet zo eenvoudig, maar als het lukt dan mag je daar ook trots op zijn. We weten ook wel dat er eens mindere jaren zullen zijn of dat er eens een bepaalde teelt tegen zal slaan. Maar we hebben intussen ook al gemerkt dat de natuur een groot vermogen heeft om verkeerde zaken recht te trekken, je merkt dat bijvoorbeeld bij ziektes of plagen. Ook daar blijven we natuurlijk niet van gespaard. Wie te veel spuit, maakt ook het goede dat zorgt voor herstel kapot. Het is zo zonde dat veel bodemleven op deze manier stuk wordt gemaakt. Dat kost ook extra geld en dat geld kan je voor iets anders gebruiken.”

Alles draait rond de bodem en bodembeheer. “Een optimale bodem is zowel in natte of droge omstandigheden ideaal. Steek je spade in de grond, en je merkt het wel. Er worden uiteraard ook stalen genomen en je mag vooral geen storende lagen hebben die de waterhuishouding onderbreken of tenietdoen. Zeker in de groenteteelt moet alles groeien. Beregenen doen we dus ook al jaren. Door ook in te zetten op biologische varkenshouderij is het gedaan met drijfmest in te zetten en kunnen we weer eigen stalmest opvoeren. Zo is de cirkel rond. Men spreekt altijd over circulaire landbouw en daar zijn we intussen een goed voorbeeld van, of werken er alvast heel hard naar toe.”

De omschakeling wordt in de buurt op gemengd gevoelens onthaald. “Men kan ons resultaat zien op onze velden, daar gaat het uiteindelijk over. Veel mensen juichen onze beslissing toe, anderen zijn dan weer wat kritischer. En dat is logisch en daar hebben we ook geen problemen mee. Iedereen moet doen wat hij denkt dat het best is voor zijn bedrijf. Voor ons is dat verdergaan in bio. Daar hebben we een heel goed gevoel bij, en dat is ook heel belangrijk. Het gaat over werk waar je dagelijks mee bezig bent. En vooral in het hoofd, daar moet het juist zitten. We hopen binnen 2 jaar volledig omgeschakeld te zijn.”

Het wegvallen van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen, droge voorjaren en zomers: voor een biologische groenteteler zorgt dat ook voor kopbrekens. “De spinazieteelt in bio is bijvoorbeeld niet eenvoudig. Maar er is vraag naar en als je er dan in slaagt om een kwaliteitsvol product af te leveren, dat maakt je gelukkig. Wie voor de gemakkelijkste weg kiest, loopt gewoon mee met de grote hoop. In het gangbare ben je meer een nummer, in bio is dat anders. We hebben ook enkele slechte jaren in de preiteelt gekend, en dan ga je nog meer nadenken. Maar slechte periodes komen nu duidelijk meer voor dan vroeger, vraag maar aan de slatelers.”

De teelten worden al vele jaren beregend.
De teelten worden al vele jaren beregend. - Foto: BD

Geen thuisverkoop

Bert en Wivine zijn trots op hun bioverhaal. Maar Europa verlangt op middellange termijn te evolueren naar 25% bio. En daar zijn we in Vlaanderen nog ver vanaf. “Het aandeel is vandaag inderdaad vrij beperkt. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit zal groeien. Het hangt natuurlijk in de eerste plaats af van de consument. Als die meer en meer bio koopt, dan zullen de producenten automatisch volgen. De grote winkelketens – en ook de veilingen – zetten meer en meer in op bio. Maar het mag ook niet te vlug groeien, best stapsgewijs. Een te groot aanbod op een te korte termijn zou ook weer de prijzen drukken. Maar niet iedereen zal bio kopen. In dat voorstel blijft het ook nog maar gaan over één vierde.”

Wat met thuisverkoop? “We hebben daar wel aan gedacht, maar voor ons is dat niet realistisch. In bio ligt dat moeilijker, als je assortiment onvoldoende groot zou zijn. Ook onze locatie is verre van ideaal. Je raakt ook niet zomaar binnen bij een retailer. De thuisverkoop moet ook het sop van de kool waard zijn, anders doe je het beter niet. We doen ook alles zelf en doen geen beroep op externe medewerkers. Het zit ook minder in ons om met externen te werken. Er zijn boeren die dat wel moeten en kunnen doen, maar daar zijn we minder voor in de wieg gelegd. Wel zouden we graag nog eens een beroep doen op een stagiair.”

Contact met de buitenwereld verloopt rechtstreeks, maar ook via sociale media. Wivine zit vooral op Facebook, Bert ook op Twitter. “Het is onze manier om te tonen aan de buitenwereld met wat we precies bezig zijn. Het is belangrijk om het verhaal van de land- en tuinbouw op een positieve manier te blijven vertellen. Wat niet wil zeggen dat we het zouden verbloemen. Ook als er eens wat minder gaat, is dat een bericht op Twitter waard. De waarheid tonen duurt het langst. De landbouw is te vaak de zondebok, dat is jammer. Er is zoveel goeds over te vertellen.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Groenten

Het behoud van specifieke middelen is een vorm van natuurherstel, stelt groenteteler Meindert-Jan Botman

Groenten Broccoli- en bloemkoolteler Meindert-Jan Botman uit het Nederlandse Oostwoud maakt zich niet alleen ernstig zorgen om het verdwijnen van het middelenpakket om ziektes en plagen te kunnen bestrijden, hij is ook al flinke bedragen kwijt om zijn gewassen tegen haas, gans, duif en eend te beschermen. Toch geeft de teler niet op. Hij ging zelfs eind december naar Amerika om er een speciale broccolioogstmachine te gaan bekijken.
Meer artikelen bekijken