Startpagina Mechanisatie

Update van de 9e keuringscyclus spuittoestellen

Vorig jaar werd in België reeds de 9e driejaarlijkse keuringscyclus voor spuittoestellen opgestart (2020-21-22). Naar goede gewoonte wordt de keuringswetgeving driejaarlijks geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. Ook voor de nieuwe keuringscyclus zijn er enkele wijzigingen.

Leestijd : 3 min

Dit artikel licht de wijzigingen toe die (laattijdig) gepubliceerd werden in het nieuwe Koninklijk Besluit van 17/11/2020 (publicatie BS 02/12/2020) en belicht ook enkele pijnpunten die vastgesteld werden tijdens de keuringen van de afgelopen cyclus.

Algemene wijzigingen

Aan de basis van het KB van 13/03/2011 werden géén extra aanpassingen doorgevoerd.

Er is nog steeds alleen vrijstelling voor rugspuiten en alle types toestellen die bij normaal gebruik door één enkele persoon kunnen gedragen worden, en voor lansspuiten waarbij hoogstens twee dophouders gemonteerd zijn op de lans en waarbij de richting en de oriëntatie van de straal worden bepaald door de bediener van de lans.

Alle andere types toestellen zijn keuringsplichtig! Niet alleen de klassieke veldspuiten, fruitspuiten en allerlei types spuitapparatuur gebruikt in serreteelten en sierteelt, maar ook toestellen die gebruikt worden op transportsystemen of banden (bv witloofwortelbehandeling, champignonteelt,...), losse spuitboompjes met meer dan 2 dophouders in combinatie met een lans, manuele spuitkarretjes (bijvoorbeeld groenbeheer), onkruidspuiten in de fruitteelt…

Buitenbeentjes zijn de verneveltoestellen (LVM en foggers). Deze toestellen zijn wel aangifteplichtig bij de keuringsdienst, maar worden op heden (nog) niet gekeurd. Een keuringsprotocol voor dit type toestellen is momenteel in ontwikkeling en op middellange termijn zullen ook deze toestellen bijkomend gekeurd worden.

Wat wijzigt er in de keuringsprotocols?

Voor de 3 courante keuringsprotocols (veldspuiten, boomgaardspuiten en tuinbouw-sierteelt) zijn er slechts enkele kleine wijzigingen ten opzichte van de vorige protocols. De belangrijkste wijzigingen situeren zich bij het protocol van de bodemontsmettingsmachines, die nu de derde keuringscyclus doorlopen.

Het gaat hier om een laatste update waarbij het protocol in hoofdzaak gelijkgeschakeld wordt met de drie andere protocols voor wat betreft de afkeurgrenzen. Gezien de specificiteit van deze machines en hun geringe aantallen worden deze wijzigingen niet nader toegelicht in dit artikel.

De enige wijziging betreft de verplichte aanwezigheid van een antidrupsysteem op alle spuittoestellen. In de vorige cyclus was dit reeds een gebrek van klasse II (= te herstellen tegen de volgende driejaarlijkse keuring) In de 9e cyclus wordt dit nu onherroepelijk een afkeuring (gebrek van klasse I ). Vooral op oudere toestellen ontbreekt een antidrup systeem nog dikwijls. Let dus bij de aankoop van een tweede handsspuit zeker op de aanwezigheid van een dergelijk systeem!

Figuur 1: Keuringsprotocol tuinbouw-sierteelt.
Figuur 1: Keuringsprotocol tuinbouw-sierteelt. - Beeld: Ilvo

Een antidrupsysteem zorgt ervoor dat de spuitboom niet leegloopt bij elke onderbreking van de bespuiting, waardoor afhankelijk van de grootte van het spuittoestel al vlug 5 à 15 l spuitoplossing verloren gaat telkens de spuitboom leegloopt. Er worden dus lokale overdoseringen vermeden, maar ook onnodig verlies van kostbaar gewasbeschermingsmiddel. Bovendien zal het niet meer nodig zijn om in te spuiten en in een nieuw spuitspoor kan de bespuiting direct worden aangevat.

Een klassiek antidrupsysteem zit geïntegreerd in de dophouder en treedt in werking van zodra de werkdruk onder de 0,3 à 0,7 bar daalt (afhankelijk van het type). Het systeem bestaat uit een membraan dat door middel van een veertje tegen een zitting wordt gedrukt. Stijgt de werkdruk in de vloeistofleidingen (=openen van de hoofd- of sectiekranen), dan wordt het membraantje van de zitting geheven en kan de spuitvloeistof naar de dop vloeien.

Er bestaan verschillende mogelijkheden om ook oudere spuittoestellen te voorzien van antidrup. Wanneer het spuittoestel nog in goede staat is, worden het best alle dophouders vervangen door nieuwe dophouders met anti-drupvoorziening. Eventueel kunnen aansluitend de leidingen worden vernieuwd.

Voor serrespuiten en gelijkaardige types komt bovenop de verplichting van een antidrupsysteem de verplichting om naar de toekomst toe ook op de ‘losse’ spuitbomen een manometer te monteren. Bij tuinbouwspuiten wordt dikwijls gebruikgemaakt van een centrale aparte drukeenheid waaruit verschillende spuitbomen gevoed worden. Op deze aparte spuitbomen ontbreekt dikwijls een manometer, terwijl vaak een vrij grote drukval optreedt tussen de drukeenheid en de spuitboom vanwege de langere aanvoerleidingen. In de vorige cyclus werd een adviserende opmerking gegeven om ook op deze losse spuitbomen een manometer te monteren, zodat de correcte druk kan afgeregeld worden. Deze opmerking werd nu verstrengd naar klasse II met als doel op termijn op alle losse spuitbomen een manometer te verplichten.

Johan Declercq,

keuring spuittoestellen Vlaanderen, ILVO

Lees ook in Mechanisatie

Meer artikelen bekijken