Startpagina Bedrijfsnieuws

Stavento moet chloorthalonil vervangen in tarwe

Septoria is een belangrijke ziekte in tarwe, en kan voor een belangrijke opbrengstdaling zorgen. Met het verdwijnen van chloorthalonil, dat in T1 wordt ingezet, verdwijnt een belangrijke actieve stof tegen deze ziekte. Adama stelt daarom Stavento voor, met folpet als actieve stof. “Door deze actieve stof in te zetten, kunnen resistenties tegen andere actieve stoffen zoals SDHI vermeden worden”, vertelt Guy Vroman, Business support manager Adama.

Leestijd : 5 min

H et gaat Adama al verschillende jaren voor de wind. Op wereldniveau is Adama 7e grootste bedrijf als het gaat over gewasbescherming. Ze verkopen in meer dan 100 landen, meer dan 270 actieve stoffen. Guy Vroman, Business support manager Adama: “We hebben een eigen productie in Israël, maar ook in China, want Adama behoort tot de Chinese groep ChemChina.”

Doorheen de tijd is de gewasbeschermingsfabrikant op de markt verdriedubbeld in groei, en van de 66 miljard dollar globale markt in gewasbescherming is Adama goed voor 4 miljard. Adama is aanwezig in verschillende continenten. “Vooral in Europa, Latijns-Amerika en Noord-Amerika zijn we sterk vertegenwoordigd. Het gaat dan vooral om herbiciden, insecticiden en fungiciden, want hierop ligt onze focus. Op meer dan 80% van de markt zijn we aanwezig”, vertelt Vroman. Bovendien slaagde Adama erin om wereldwijd 8 bedrijven aan te kopen in 2 jaar tijd, waaronder SFP in Frankrijk en Agricover in Roemenië.

Gewasbescherming én techniek

Over hun moto ‘Listen. Learn. Deliver.” is Vroman duidelijk. “Het is belangrijk dat we naar de boer luisteren, van hen leren en zo het goede product en oplossingen te leveren, zowel aan de klant als aan de boer.” Naast gewasbescherming hechten ze ook belang aan technologie. Zo is E-Gleek momenteel al 2 jaar in testfase. Het gaat om een camera die verbonden is met een simkaart. Die zal waarnemen of en hoeveel luizen er terechtkomen op een gele plakval. “E-Gleek zal helpen om producten op de juiste moment toe te passen. Bij gewasbescherming is het advies even belangrijk als het product dat moet gebruikt worden”, verklaart Vroman. En dit is niet het enige project. Adama heeft zo 20 projecten lopende in 30 landen.

Het advies dat daaruit voorkomt, moet op een moderne manier verspreid worden. Dat is ook een reden waarom Adama recent ook te vinden is op Facebook. "Niet alleen willen we onze website up-to- date houden, via social media willen we bovendien een positieve sfeer creëren rond gewasbescherming. Dat is nodig in deze tijd.”

Septoria in tarwe

Zo wil Adama ook oplossingen bieden tegen bladvlekkenziekte of Septoria, de belangrijkste ziekte in tarwe. De gemiddelde schade bedraagt 1.700 kg per ha. Vroman: “De laatste jaren was de ziekte wel minder erg door de droge voorjaarsperiodes. Septoria heeft immers vocht nodig om te ontwikkelen.” Op dit moment bestaat er nog geen volledig resistent ras. Er zijn wel minder gevoelige rassen in omloop. Verder is het al langer bekend dat de werking van fungiciden enorm kan verschillen. “Unisite-middelen geven een grotere kans op het ontwikkelen van resistenties dan multisite-middelen. Bovendien is het een probleem dat er heel wat middelen wegvallen in België: namelijk alle producten op basis van epoxiconazool (unisite) en chloorthalonil (multisite) zijn ingetrokken. Op 75% van het areaal tarwe in 2019 werd chloorthalonil gebruikt en op 85% epoxiconazool”, klinkt het.

Multisite-middelen tegen resistentievorming

Onder de fungiciden die gebruikt kunnen worden, zijn er de SDHI, de strobilurines, de triazolen en ook de multisite-producten. De SDHI zijn unisite- middelen en werken in op de ademhaling van de cel, en de strobilurines werken op de energieproductie. Triazolen hebben dan weer een werking op de celwanden, waardoor de ontwikkeling van de cellen stopt. “Onder de strobilurines was azoxytrobine erg bekend, maar het werkt niet meer tegen septoria vanwege de resistentieontwikkeling ertegen. Nu werkt geen enkele strobilurine nog goed. We moeten oppassen dat niet hetzelfde gebeurt bij de SDHI. We willen deze behouden voor de bestrijding tegen roest en septoria in granen.”

Uit proeven van Gembloux blijkt eens te meer dat het dringend is. “Er worden meer en meer resistenties ontdekt tegen SDHI en triazolen. In 2008-2009 had een lage concentratie protioconazool al een goede werking, maar doorheen de tijd was steeds een grotere concentratie nodig om dezelfde werking te hebben. Dezelfde trend is merkbaar bij fluxapyroxad.”

Omdat multisite-middelen een laag risico hebben op resistenties, wil Adama hierop inzetten. Ook hiervan zijn echter al veel middelen niet meer erkend. Recent zijn nog thiram en mancozeb verdwenen. “Mogelijk zijn enkele phthalimides, waaronder folpet, captan en captafol. Captafol werkte goed tegen septoria, maar is ook 30 jaar geleden verdwenen. Captan wordt ingezet in fruit zoals appel en peer. Folpet wordt toegepast in onder andere granen en wijngaarden en heeft een breed werkingsspectrum, bijvoorbeeld tegen plasmopora, septoria en alternaria. Folpet was voor ons een optie om in te zetten tegen septoria in tarwe”, aldus Vroman.

Folpet: de oplossing tegen septoria

Folpet heeft een preventieve werking en is een contactfungicide. Adama vermarkt deze actieve stof in het product Stavento, dat sinds 1 december 2020 ingezet mag worden in tarwe in België. Folpet is toegelaten in meer dan 70 landen. “Voorlopig is er nog geen resistentie tegen folpet gevonden.”

In tegenstelling tot strobilurines en triazolen, werkt folpet op meerdere plaatsen in de cel in. Het werkt op de nucleus en heeft hierdoor een invloed op de celdeling. Daarnaast werkt het op de energieproductie én op de celwanden. “Dat is de reden waarom multisite-middelen weinig kans hebben op resistentieontwikkeling: de cel kan zich makkelijker aanpassen als het wordt aangevallen op 1 niveau, niet op 3 niveaus.” Nadat er resistentie verscheen tegen strobilurines, kwam de ontwikkeling van folpet in een stroomversnelling. Adama werkte 15 jaar aan de ontwikkeling van folpet in granen, en werkte hiervoor samen met verschillende instituten om kennis te ontwikkelen, waaronder Arvalis in Frankrijk en AHDB in Engeland. “Engeland had al eerder problemen met resistenties, aangezien het daar meer regent en septoria vocht nodig heeft”, aldus Vroman.

Stavento, nuttig in T1 en T2

Adama ontwikkelde Stavento voor gebruik in winter- en zomertarwe. Het bevat 500 g folpet per l en is een SC-formulering. “Uit Franse proeven blijkt dat 750 gram folpet overeenkomt met 500 g chloorthalonil”, laat Vroman weten. Stavento is toegelaten voor de bestrijding tegen septoria, met een maximum van 2 toepassingen en 1,5 l per ha.

De werking van folpet werd getest in meerdere proeven in meerdere landen. Zo deed Arvalis 12 proeven in tarwe met folpet in de T1, in proeven waar een gemiddelde septoria druk heerste. “Het gebruik van Metco in combinatie met folpet gaf een gemiddeld hogere opbrengst dan het gebruik van Metco alleen”, vertelt Vroman. “In andere Franse proeven in 2019 bleek folpet ook goed samen te gaan met een verlaagde dosis zwavel (multisite), wat goed is aangezien die gemakkelijk voor verstopping zorgt in de spuitmachine. In T2 versterkte folpet de werking van SDHI en triazolen”, aldus Vroman. In België wordt Stavento in T1 aangeraden met een triazool, en in T2 met SDHI/triazool. “De dosering van de partner is belangrijk. Is die maximaal, dan kan de dosering van Stavento wat minder voor goede werking.”

Uit al deze proeven blijkt dat Stavento de werking van unisite-middelen versterkt. Zo kunnen deze middelen beschermd worden, en is het uitermate geschikt voor antiresistentie. “Folpet zorgt voor een betere opname van andere fungiciden. Hoe sneller in het blad, hoe sneller het middel beschermd is tegen bijvoorbeeld regen en het dus sneller kan werken. Folpet werkt als uitvloeier, zodat er een betere spreiding van de vloeistof is op het blad. Zeker bij contactfungiciden is de hechting en de spreiding van de vloeistof op het blad belangrijk”, besluit Vroman.

Marlies Vleugels

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken