Startpagina Actueel

Tips voor juiste behandeling van pootgoed bij start van nieuw teeltseizoen

Bij de start van een nieuw teeltseizoen moet alle aandacht gericht zijn op een juiste behandeling van pootgoed. Dit kostbaar uitgangsmateriaal vormt immers de basis voor een geslaagde consumptieteelt. Belpotato en PCA fomuleren enkele aanbevelingen.

Leestijd : 4 min

De brancheorganisatie Belpotato en PCA geven op verschillende vlakken tips.

- Afroepen: Doe op tijd de afroep, ongeacht de gewenste leveringsperiode, zodat de transporteur alles mooi kan organiseren en het pootgoed op het gevraagde tijdstip kan leveren. Voorkom onnodig vroege aflevering, tenzij er voldoende mogelijkheden zijn voor een goede bewaring op het bedrijf.

- Teelt en bewaring: Informeer u bij de pootgoedleverancier over de omstandigheden waarin het pootgoed werd geteeld en bewaard. Informeer in het bijzonder naar de omstandigheden waarin het pootgoed werd bewaard tussen het moment van opzakken, certificering en aflevering. Hoelang is het pootgoed uit de koeling? Hoelang zit het al in zakken of big-bags? Bij welke temperatuur werd het sindsdien bewaard?

- Etiketten: Bij de aflevering, moet gecertificeerd pootgoed steeds vergezeld zijn van een fytosanitair etiket: 1 etiket per zak, per big-bag of per vrachtwagen. In de twee laatste gevallen moet de inhoud verzegeld zijn. In geval van niet-naleving, de regionale certificatie-instanties (MVG-ALT) of het FAVV (Lokale Controle-eenheid van uw provincie - www.favv-afsca.be/professionnels/contact ) op de hoogte brengen.

- Controleren: Controleer de kwaliteit bij aankomst op de hoeve, best voor het lossen! Eenmaal het pootgoed gelost is, betekent dit immers strikt genomen dat u het pootgoed aanvaardt.! Neem een staal, was de knollen en controleer op ziekten (lakschurft, zilverschurft, droogrot, natrot, …), gebreken (gesneden knollen, rooischade, drukplekken, …) en sortering. Laat een monster bij kamertemperatuur staan om de kiemkracht te testen (aantal en groeikracht van de kiemen, kiemtijd...) en neem foto's (op de dag van ontvangst, dan één en twee weken na kamertemperatuur).

- Normen: Gecertificeerd pootgoed moet voldoen aan de heersende kwaliteitsnormen vastgelegd in het keuringsreglement van het land van herkomst. De handel in pootgoed is opgenomen in de RUCIP-reglementering (zie op https://belgapom.be/_library/_files/rucip/RUCIP_2017_NL.pdf ). Bij vaststelling van gebreken dient de pootgoedleverancier zo snel mogelijk op de hoogte gebracht te worden.

- Regen-vrieskou: Laat pootgoed niet in de regen staan! In een film van water kunnen bacteriën zich naar de lenticellen bewegen of sporen zich ontwikkelen (zilverschurft) en de knol infecteren. Bij gevaar voor vorst: pootgoed binnen zetten of voldoende afdekken!

- Kiemremmers: Bewaar pootgoed nooit bij consumptieaardappelen die behandeld worden met kiemremmers! Door dampwerking kan het kiemremmende middel van de consumptieaardappelen naar het pootgoed migreren en de kiemkracht van pootgoed aangetast worden. Bewaar pootgoed indien mogelijk in een loods waar nooit CIPC werd toegepast.

- Temperatuur: Als pootgoed niet onmiddellijk geplant wordt, is een bewaartemperatuur tussen 7 en 10°C ideaal. Hogere temperaturen leiden tot versnelde kieming.

- Licht: Pootgoed mag - in afwachting van het planten - in het licht bewaard worden.

- Beluchting: Zorg voor een goede beluchting van pootgoed. Zo voorkom je temperatuurverschillen en condens (vocht) bij oplopende t°, wat aanleiding geeft tot kieming en ziekten. Zakgoed zet je best open, zodat lucht kan circuleren langs de zakken. Kippers en big-bags zijn transportmiddelen, geen bewaarmiddelen. Stockeer bij voorkeur in kisten of los gestort in dun laagje, in een propere loods, in hoeveelheden die verluchting mogelijk maken.

- Kiemen: Houd pootaardappelen zo lang mogelijk kiemvrij. Omstorten en afkiemen versnelt de veroudering en kan resulteren in de verspreiding van ziekten.

- Witte puntjes: Bij het planten moet pootgoed "wakker" zijn, dat wil zeggen dat er kleine kiempjes (witte puntjes) zichtbaar moeten zijn. Is dit niet het geval, dan bestaat - vooral onder ongunstige groeiomstandigheden - het risico, dat de periode tussen planten en opkomst zeer lang wordt. Daardoor krijgen ziekten (bv. Fusarium, Rhizoctonia…) meer kans om poter en kiemen aan te tasten, wat leidt tot een dunne, onregelmatige stand.

- Kiemrust: Rassen met een lange kiemrust (Agria, Challenger...) hebben na een koele bewaring vaak hun maximale groeivermogen bij het planten nog niet bereikt. Dit uit zich in een trage opkomst en langzame beginontwikkeling. Dergelijke rassen moeten voldoende lang uit de koeling zijn vooraleer te planten. Informeer naar dit tijdstip!

- Tussentijd: Laat gekoeld pootgoed geleidelijk in temperatuur oplopen. Houd bij voorkeur een periode van twee weken aan tussen het verlaten van de mechanische koeling en het planten. Bij traag kiemende rassen kan dit oplopen tot drie à vijf weken.

- Bodem: Voorkom planten in koude, natte grond. Bij het planten is een minimale bodemtemperatuur van 10°C aangewezen. Houd rekening met de geadviseerde plantafstand en plantdiepte. Té diep planten vergroot het risico op rot in natte jaren.

- Registratie: Noteer per perceel welk pootgoed er werd uitgeplant (ras, potermaat, partijnummer, ...) en bewaar alle fytosanitaire etiketten van elke zak of vracht gedurende minstens 5 jaar (wettelijke verplichting). Nooit partijen mengen.

- Communicatie: Bij een vóór het planten of op het veld geconstateerd probleem (opkomst, groeikracht, virussen...) neem onverwijld contact op met de leverancier (verschillende pootgoedhuizen hanteren 15 juni als uiterste reclamatiedatum) met zoveel mogelijk informatie (partijnummer, ras, klasse, caliber, leveringsdatum, plantdatum, pootgoedbehandeling...).

- Monster: Houd een monster van het pootgoed apart. Dit laat toe de evolutie van kieming en kwaliteit op te volgen in de weken nadat het pootgoed uitgeplant is. Neem er wat foto’s van.

LV-Belpotato-PCA

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken