Startpagina Actueel

De juiste afstelling van een kunstmeststrooier is winst

Slecht berijdbare velden verhinderden tot nu dat kunstmeststofstrooiers massaal konden uitrukken. Daarom is het hoog tijd om terug te komen op de juiste afstelling van de strooier. Het correct toedienen van kunstmeststoffen is een belangrijk aandachtspunt, dat voor ons door Geert Chys van het PCLT nog eens werd uitgelegd.

Leestijd : 3 min

In de eerste plaats hangt een goed strooibeeld af van enkele fysieke eigenschappen van meststoffen. Bij het controleren zijn de fractiesamenstelling en de hardheid van groot belang. De samenstelling kan worden gecontroleerd met een fractiemeter, de hardheid met een hardheidsmeter.

De fractiesamenstelling geeft de spreiding in korrelgrootte aan. Meststoffen van hoge kwaliteit bevatten een groot percentage korrels met dezelfde afmeting.

Bij een te grote variatie in korrelgrootte is het strooibeeld niet optimaal. Bulkblending met heel heterogene korrelsamenstelling is nefast voor een goed strooibeeld. De fractiemeter en zeker de strooitabellen van de kunstmestfabrikant zijn handige hulpmiddelen.

“Goede meststof moet voldoende hard zijn. Goede meststoffen breken niet bij contact met draaiende schoepen of met de voorziening van kantstrooien. Indien korrels breken, heeft dit een belangrijke invloed op het strooibeeld van de kunstmeststrooier. Een goede kunstmeststof moet een druk van 6 kg verdragen”, duidt Geert Chys.

Naast de hardheid is ook het volumegewicht belangrijk. Vul een maatbeker van één liter inhoud met de meststof, zo kan je het volumegewicht bepalen.

Afstelling strooier

Vergeet nooit dat een kwaliteitscontrole slechts een indicatie is. Deze is echter wel voldoende belangrijk om er rekening mee te houden. Indien de kwaliteit minder goed is dan de richtlijnen, moet de afstelling van de kunstmeststrooier worden aangepast.

Wanneer de kunstmeststrooier in geladen toestand aan de trekker hangt, worden het best enkele afstellingen uitgevoerd.

“De juiste banden en de bandenspanning zijn in de eerste plaats belangrijk voor bodemdruk en behoud van de bodemstructuur”, zegt Geert Chys.

Verder moeten de hefstangen even lang zijn en geniet 540E de voorkeur als aftakastoerental. De stabilisatiekettingen of -stangen moeten verhinderen dat de strooier weg en weer kan slingeren. De strooier moet zowel in de breedte als in de lengte waterpas hangen, tenzij anders voorgeschreven in de strooitabellen. Controleer met een waterpas, zodat je strooier perfect horizontaal hangt.

Meten vanaf gewas

De hoogte wordt altijd gemeten vanaf het gewas in plaats van vanaf de bodem. De juiste hoogte van de kunstmeststrooier wordt beschreven in de strooitabel of in de handleiding van de strooier.

Ook de afstelling van de machine vergt enige kennis. Doseerschuiven worden handmatig, hydraulisch of elektrisch bediend. Bij een oudere meststoffenstrooier controleer je het best als de opening aan bijna kanten nog altijd gelijk is. Strooischijven zijn onderhevig aan slijtage.

De schoepen moeten glad zijn, zodat de korrels met weinig weerstand kunnen rollen of glijden.

Na een tijdje wordt het oppervlak ruwer, de korrels ondervinden een grotere weerstand met een sterk afwijkend strooibeeld als gevolg. Het tijdig vervangen van de schoepen op de strooischijven is aangewezen.

Afdraaiproef

Via de meegeleverde tabellenboek van de meststoffenstrooier kan je afleiden op welke stand de doseeropening moet staan voor de gewenste strooibreedte, rijsnelheid en dosering.

Op het veld zelf strooit de strooier sterk zijwaarts, maar ook eventueel naar achteren. Belangrijk hierbij is het moment van openen en sluiten van de doseerschuif. Vooral aan de kopakkers wordt er vaak te vroeg of te laat opengezet. Verder werkt een strooier volgens het principe van dubbele overlapping. De combinatie van de strooier en de gebruikte meststof bepaalt het strooibeeld.

Werken op het veld

De verschillen in kwaliteit van meststoffen leveren verschillende strooibeelden op. Het veld het dichtst bij het rijspoor krijgt de volle dosis. Hoe verder van het rijspoor, hoe kleiner de dosis en hoe meer die gecompenseerd wordt bij de volgende werkgang.

“Er kunnen twee strooiprofielen van elkaar worden onderscheiden, het driehoekige en het trapeziumvormige strooiprofiel. Bij optimale condities kan met zowel een driehoekig als een trapeziumvormig strooiprofiel een goed strooibeeld worden gerealiseerd”, zegt Geert Chys nog.

De strooiprofielen verschillen in gevoeligheid voor wind- en weersinvloed en bedieningsfouten. Ook de werkbreedte van een strooier heeft een invloed op het strooiprofiel.

Maar onthou vooral dat als de praktijk uitwijst dat er bij het bemesten een probleem is, het ligt aan: ofwel de gebruikte meststof, ofwel aan de kunstmeststrooier.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Milde melkaanvoer in Europa

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
Meer artikelen bekijken