Startpagina Groenten

Pompoenen en vee combineren: “Wij maken van Milagro een merk”

Op nog geen 8 km van hartje Antwerpen kan je het platteland ervaren, met zelfs niet zo courante koeien. Op het biologisch landbouwbedrijf Milagro in Aartselaar paraderen meerdere Belted Galloway- runderen op een uitgebreide wei. “Die hebben we puur voor landschapsstreling en bodemvruchtbaarheid”, geeft landbouwer Erik Krosenbrink mee. Drie jaar geleden vond Dirk 's Jongers in hem een passende compagnon. Voor Erik zijn het de pompoenen die de afzet maken. “Zeg niet zomaar pompoen tegen een Milagro-pompoen. Daar zit een heel menselijk verhaal achter.”

Leestijd : 10 min

Z ijn Nederlandse tongval verraadt dat Erik Krosenbrink geëmigreerd is uit Nederland. Zijn ouders hadden er een gemengd landbouwbedrijf met melkkoeien en zeugen, zijn vader was topfokker in varkens en voorzitter van de gewestelijke landbouwersbond, zijn moeder, die 7 kinderen had, organiseerde onder meer maandelijkse collecterondes voor kinderbeschermingstehuizen. “Ik volgde er de opleiding biologisch dynamische agricultuur, met een specialisatie gemengd bedrijf. Ook deed ik een kadercursus gangbare varkenshouderij. Ik wilde zelf een biologisch bedrijf, maar dat ging moeilijk thuis. Toen ik een advertentie zag om landbouwer te worden in België op de Ionahoeve, twijfelde ik niet. Op 22 jaar was ik bedrijfsleider op het oudste biologisch dynamische landbouwbedrijf van Vlaanderen..”

Op de Ionahoeve ondervond hij dat werken met mensen echt zijn ding was, ook met mensen met een beperking. “Een mens met een beperking is in principe ‘een heel mens’, enkel: bepaalde zaken zijn niet tot ontwikkeling kunnen komen door een bepaalde reden. Daarachter zit altijd een zuiver mens. Een dagbesteding moet daarom ook zinnig zijn. Ik zal hen dus niet een hele dag met een dier laten wandelen bijvoorbeeld. Elke mens heeft recht op arbeid, en dat betekent iets doen voor een ander, zich nuttig voelen. Dat is aldaar echt tot me doorgedrongen. Dit heb ik ook meegenomen in mijn bedrijfsvisie voor Milagro. Het is ook de visie van Dirk, wat maakt dat het een van de pijlers is van de bedrijfsvisie van Milagro.”

Heel pad afgelegd

Na gewerkt te hebben bij de Ionahoeve, volgde Erik een ander pad alvorens met Milagro te mogen starten. Zo begon hij zijn eigen tuinbouwbedrijf, stopte daarmee, werkte hij bij controle en certificering, en werd hij daarna voorlichter. Vanuit die voorlichting kwam hij bij Bioforum terecht, waar hij oprichter en gedelegeerd bestuurder is geweest.

Toch besliste hij op een bepaald moment om terug te gaan naar de primaire productie. “Het voorlichting geven bleef echter bij mij wel hangen. Ik ben daarom van plan om ook hier op het erf een opleiding in te richten: Milagro business school. Ik ga ervan uit dat de agro-ecologische landbouw naar een veel grotere schaal gaat, zeker in Europa, dat 25% bio nastreeft. We voelen aan dat er een hele groep goed nadenkende boeren zijn die een opleiding op maat nodig hebben. Dat publiek wordt nu niet bereikt met Landwijzer, een prachtinitiatief, maar dat bereikt vooral nieuwe boeren. Wij gaan ons richten op bestaande boeren. Daar zitten heel interessante ondernemers tussen.”

Milagro: een mirakel

Die bio-academie is een mooie ambitie, maar nu is Milagro vooral een landbouwonderneming, met bijna 40 ha land. “De grond pachten we, en de eigenaar is graaf Moretus. Vergis je niet, de adel is zeer begaan met landbouw en haar geplogenheden. De bedrijfsgebouwen en het woonhuis zijn van Dirk, we doen samen de exploitatie.” Dirk ‘s Jongers, die in Aartselaar geboren en getogen is, heeft samen met Erik vleesvee, een hoevewinkel en een kleine bakkerij. Nu zit er ook een picobrouwerij aan te komen, met een capaciteit van 200 liter. Nu zijn ze ook bezig met het opstellen van een webwinkel die moet dienen als ondersteuning van de hoevewinkel. “Later kunnen mensen bestellen via de site en hun bestelling hier afhalen. Ze kunnen een kopje koffie drinken met een koffiekoek van de eigen bakkerij of een biertje van eigen brouwerij, en dat wordt klaargemaakt door mensen met een beperking.”

De naam Milagro is ook heel bewust gekozen. “In Milagro zit het woord agro in, maar eigenlijk betekent Milagro mirakel in het Spaans. Het is gebaseerd op de film ‘The Milagro Beanfield War’ met Robert Redford als regisseur. Dat gaat over een dorpje dat door een grote kapitalistische onderneming onder de voet wordt gelopen. Een landbouwer die daar zijn bonenveld heeft, krijgt de dorpelingen met zich mee en ze winnen uiteindelijk. Dat is onze inspiratie.”

Naar 2 veerassen

Dirk en Erik hebben allebei een passie voor vee en techniek. “Dirk had een multiculturele kudde met heel wat rassen, ik werkte met Blonde d’Aquitaine, maar schakelde over naar Belted Galloway. Daarnaast hebben we ook Fleckvieh-koeien, dat zijn dubbeldoel rassen. We hebben ongeveer 40 dieren en willen evolueren naar slechts 2 rassen: Fleckvie en Belted Galloway. De Belted Galloway-runderen staan altijd buiten en die halen we niet naar binnen, want ik merk dat ze dan hun haar verliezen... De Fleckvieh-runderen kunnen wel binnen, we evolueren naar ossenteelt“, vertelt Erik.

Voor het landbouwersduo is vlees echter een bijzaak. Ze verkopen het vlees in de winkel als gecertificeerd biovlees, rechtstreeks aan particulieren in pakketten van 3,5 en 5 kg. “We realiseren een vrij behoorlijke verkoopprijs van gemiddeld 21 euro per kg, wat juist kostendekkend is. Indien je de plaats van het rund in de vruchtwisseling in kaart brengt, dan wordt het rendabel.”

Runderen in de vruchtwisseling

De runderen hebben ze vooral voor de bodemvruchtbaarheid. Dat heeft te maken met de gekozen vruchtwisseling. Het eerste jaar staat er grasklaver, het tweede jaar ook. Pas het derde jaar zetten ze 7 ha pompoenen en 1 ha suikermaïs en courgetten. In het vierde jaar volgt triticale. “Wij vinden dat de landbouwer de zon zo efficiënt mogelijk moet vangen en gebruiken. Wij doen dat met onze grasklaver, die de stikstof vanuit de lucht terug de bodem in brengt. De tuinbouwteelten teren op wat terug in de bodem kwam. Het graan levert stro op, wat perfect in de koolstofkringloop past”, legt Erik uit.

Dirk en Erik geven aan dat zij een gesloten kringloop best belangrijk vinden. “Het rund kan grasklaver verteren en ligt op stro, waarop hij zijn mest maakt. Dat levert heel goede potstalmest op. De vaste mest gaat over de grasklaver voor de pompoenen. We hebben theoretisch geen aanvoer van mest van buitenaf nodig.” Of het rund echt zijn nut heeft in een goede vruchtwisseling, wordt nog onderzocht door het ILVO in het Noptimabioproject. “Er wordt onderzocht of het beter is om de grasklaver te klepelmaaien en het te laten liggen, of dat het beter wordt afgevoerd als voeder en als mest terugkomt. Ik merk in ieder geval dat waar de koe rondloopt, de bodemvruchtbaarheid verbetert, zowel op de Ionahoeve als op onze grond. Ik ga ervan uit dat het rund noodzakelijk is, en dat de microbiële werking van de pens hier zijn belang bij heeft.” Indien uiteindelijk blijkt dat het rund geen belang heeft in de landbouw, dan accepteer ik dit, maar dan ben ik ook zo oud dat ik mag sterven.”

Plots een eigen pompoenras

E rik werkt met pompoenrassen van de zaadfirma’s De Bolster en Vitalis, 2 Nederlandse zaadhuizen. Voor De Bolster doen ze ook praktijkproeven van nieuwe rassen. “De groene pompoen is van De Bolster en is lang bewaarbaar, en doet het goed naar opbrengst, houdbaarheid en verkleuring toe. De gewone oranje pompoen is van Vitalis en is van het ras Orange Summer.” Ernaast heeft hij nog butternut- en spaghettipompoenen, om een heel jaar pompoen te kunnen verkopen. “We kiezen elk jaar 4 soorten en rassen uit om uit te zaaien, van elke soort 2 variëteiten”, klinkt het.

En plots gebeurt het dat er een variëteit bovenuit schiet. “Ik had een perceel met groene pompoenen en er was 1 plant die een knaloranje pompoen gaf. Ik kwam erachter dat het een mix was tussen een wilde komkommerachtige en mijn groene pompoen. Naast de knaloranje kleur heeft deze pompoen een extra dikke waslaag, en die pompoen is extreem lang houdbaar. Het was dus een kans op een nieuw ras, het werd ons eigen ras: de UseMan Squash, wat zoveel betekent als 'mensen benutten'. Die zaai ik uit op een afgelegen veld, zodat ik het ras zuiver hou.”

Pompoen als belangrijkste afzet

Voor de afzet van de pompoenen werkt het duo B2B en B2C. Per jaar wordt 150 à 160 ton pompoen verkocht, wat het bedrijf een mooie afzet levert. “Het tweede gewas is suikermaïs, ik hoop dat we volgend jaar 20.000 kolven kunnen verkopen. De courgetteteelt is erbij gekomen. Samen met de suikermaïs zorgen ze ervoor dat we vroeger geld hebben. De investeringen voor pompoen doen we in mei, maar het geld komt pas een jaar later binnen. Het is een makkelijke teelt, maar we leveren ze op moeilijke momenten. We zijn in staat om heel vroeg te zijn, en ook ontzettend laat: onze laatste pompoenen gaan pas half april buiten.”

Milagro realiseerde verandering in de leveringen. In plaats van te leveren aan de groothandel, gaat nu driekwart rechtstreeks naar winkels en overdekte biomarkten. “Die zijn in Brussel heel populair. De grootste is Terrabio, en dat is tevens onze grootste klant, waar tot 1.500 kg pompoenen per week wordt verkocht. Ook The Barn stijgt in belang, die hebben ondertussen al 5 winkels en wellicht nieuwe op komst.”

“Zeg niet zomaar pompoen tegen een Milagro-pompoen. Daar zit een heel menselijk verhaal achter.”
“Zeg niet zomaar pompoen tegen een Milagro-pompoen. Daar zit een heel menselijk verhaal achter.” - Foto: MV

Economie voor duurzaamheid

Erik geeft aan zeer economisch te denken. “Je kan pas iets duurzaam doen op het moment dat je ook economisch gezond bent.

Op de Warmonderhof, de biologisch dynamische landbouwschool, heb ik wel geleerd hoe een bedrijf te runnen. Daar heb ik les gehad in bedrijfseconomie van Douwe van der Werf. Ik ben doorgaans met cijfers bezig. Ik reken alles uit: wat kost het als ik iets zelf doe, en wat kost het als ik dat de loonwerker laat doen, is het beter een machine aan te schaffen dan iets door mensen te laten doen…. Daarnaast proberen we met de winst zoveel mogelijk te investeren in het bedrijf.

Maar het belangrijkste is het werk met mensen. Daarom staat het motto ‘About who? About people!’ op onze facturen. Pompoenen zijn voor mij een middel om iets agro-ecologisch op te zetten en dat samen te doen met mensen, niet omdat ik het liefst pompoenen eet. Agro-ecologie is de grondslag van biologische landbouw, economie is daarbij zeker belangrijk.”

In de bedrijfseconomie worden grond, arbeid en kapitaal als productiefactoren aanzien. Na de Tweede Wereldoorlog werd het belang van kennis duidelijk. “Door kennis weet je hoe je kapitaal en arbeid moet inzetten is het idee. Dat klopt niet helemaal. We moeten terug naar meer kennis over de natuur, onze dieren en de bodem, zodat we efficiënt en agro-ecologisch de arbeid en het kapitaal kunnen inzetten. Veel landbouwers zetten nu vaak veel kapitaal in om klimaatneutraal te zijn, maar als je alles gaat doorrekenen is het heel onlogisch. Waarom halen we nog voeder uit het verre buitenland? Als we goed omspringen met de natuur is dat niet nodig. Ik denk dat er te veel landbouwbedrijven op het kapitaal gevestigd zijn: hoe groter de tractor of schuur, hoe beter. Dat lijkt rationeel, maar dat is puur emotie: nog meer, nog meer aanzien,... Er zijn nog maar heel weinig landbouwers over in België, nog geen promille van de bevolking. We hebben zeggenschap over invulling van veel grond en de omgeving die overigens ook van de maatschappij is. Ik kan goed geloven dat de maatschappij zich daarmee zal bemoeien, en dat vind ik ook terecht.”

Nuttige arbeid op maat

Erik gelooft dat menselijke arbeid belangrijk is en dat dat op een hedendaags landbouwbedrijf enorm onderschat wordt. “Het is van belang dat mensen terug op het land komen, en van de natuur leren. Wij geven veel mensen werk, en wij zorgen ervoor dat het voor hen aangenaam werken is. Ik krijg er voldoening van als ik weet dat iedereen op het eind van de dag met een glimlach vertrekt, en ikzelf ook. Voor mij gaat het om de mensen.”

Op Milagro werken zowel vluchtelingen als mensen met een mentale en/of fysieke beperking. Ook jobstudenten kunnen er terecht. Allen krijgen ze werk op maat: op het veld, in de bakkerij, in de winkel,… “Ik wil die mensen iets nuttig geven om te werken. Vluchtelingen kunnen vaak niet werken in hun land, maar ook niet hier tijdens de asielprocedure. En hier doen ze niets liever dankzij dagcontracten. Ik merk bij hen toch een soort trauma. Ze hebben hun land moeten achterlaten, ze hebben het recht om hier dingen te doen. Vanuit onder andere de G7 halen we veel weg van hun landen, in feite komen ze hun grondstoffen achterna.”

“Ik wil die mensen iets nuttig geven om te werken. Vluchtelingen kunnen vaak niet werken in hun land, en hier doen ze niets liever.”
“Ik wil die mensen iets nuttig geven om te werken. Vluchtelingen kunnen vaak niet werken in hun land, en hier doen ze niets liever.” - Foto: Erik Krosenbrink

Aan de juiste prijs

Milagro betaalt de mensen aan plukkaarttarief als het gaat om uitvoerende arbeid. Iemand die er al langer werkt, krijgt wat meer. “Mensen met een zorgvraag en vervangingsinkomen mogen we niet uitbetalen, maar we betalen wel hun eten, vervoer enzovoort, zodat ze ook een bepaalde meerwaarde krijgen. We jagen niemand af. Maximale kwaliteit is ons doel, en we beslisten de factor tijd uit te schakelen. Als iemand met een beperking er een kwartier over doet om een pompoen te poetsen, is dat voor mij goed. Voor ons is het niet 'time is money'

Dit verhaal linken we wel met de prijs van ons product. Die is wat hoger, boven 1€. Bij gangbare landbouw werken de boeren en tuinders zeer vaak bijna zo goed als gratis. Ze verdienen hun geld met de meerwaarde van de grond, met de kapitaalsstijging. Sociaal kan het meer dan ellende worden. Technisch is het bedrijf superefficiënt, maar economisch vreselijk inefficiënt, omdat ze geen prijszetters meer zijn.”

Milagro als prijszetter

Erik geeft aan dat Milagro prijszetter is. “Wij hebben de duurste pompoenen in bio die je kan krijgen, maar we geven er wel een kwaliteit aan dat een veel breder verhaal is dan bio. Wij willen gewoon de beste zijn.

Daarom willen we als onderneming het principe volgen van Chiquita Banana: ‘Zeg niet zomaar banaan tegen Chiquita.’” Ook bij Milagro is er de ambitie uit te groeien tot een merk. “Bij ons geldt: zeg niet zo maar pompoen tegen een Milagro-pompoen”, klinkt het. Er zijn weinig pure landbouwproducten die een merk geworden zijn. Er hangt een sociaal én kwalitatief verhaal aan. “Onze pompoenen zijn perfect geborsteld, het steeltje is geknipt, ze zitten in 100% propere kisten, de facturatie is foutloos,...” Daar besteden we aan dacht aan. En we willen de mensen laten zien dat wie hier werkt ook echt gelukkig is”, besluit hij.

Marlies Vleugels

Lees ook in Groenten

Het behoud van specifieke middelen is een vorm van natuurherstel, stelt groenteteler Meindert-Jan Botman

Groenten Broccoli- en bloemkoolteler Meindert-Jan Botman uit het Nederlandse Oostwoud maakt zich niet alleen ernstig zorgen om het verdwijnen van het middelenpakket om ziektes en plagen te kunnen bestrijden, hij is ook al flinke bedragen kwijt om zijn gewassen tegen haas, gans, duif en eend te beschermen. Toch geeft de teler niet op. Hij ging zelfs eind december naar Amerika om er een speciale broccolioogstmachine te gaan bekijken.
Meer artikelen bekijken