Startpagina Akkerbouw

Gedachten uitwisselen over het toedienen van drijfmest op wintertarwe

Het nieuwe B3W, de begeleidingsdienst voor een betere bodem en waterkwaliteit, hield op 31 maart een online thematisch uitwisselingsmoment over de voorjaars-toediening van drijfmest in wintertarwe.

Leestijd : 6 min

Begeleiders van B3W, Jolien Bode, Sander Smets en Davy Vandervelpen, verzorgden de toelichting.

Het doel van het uitwisselingsmoment was om samen met geïnteresseerden, vooral uit de Haspengouwse regio, stil te staan bij de technische aspecten die komen kijken bij de toepassing van drijfmest in het voorjaar op wintertarwepercelen.

Concreet gaat het over de emissiearme toediening van drijfmest via een schijfkouter of sleepvoetinjecteur. Het maakt niet uit of de injecteur aan een zelfrijder, tractor met ton of enkel de tractor (navelstrengbemesting) hangt.

Waarom drijfmest toedienen?

Er zijn meerdere redenen waarom een landbouwer kan kiezen om in het voorjaar drijfmest over zijn wintertarweland uit te rijden. Een eerste reden is dat deze mestsoort voor een bodemverbetering zorgt door de aanbreng van organische stof en mineralen.

De techniek is ook interessant in het kader van MAP 6. In de periode van 16 februari tot 31 juli kan er immers veel meer dierlijke mest opgebracht worden dan in de maand augustus. Dankzij de sleuf- of schijfkouterinjecteur dalen de emissies bij het uitrijden. De mest ligt hier mooi in de gemaakte sleuven.

Drijfmest toedienen zorgt voor een vermindering van de minerale stikstofgift en houdt dus een kostenbesparing in. Aan de huidige kunstmestprijzen komt dit ergens op 70 à 90 cent per toegediende eenheid werkzame stikstof.

Insnijding van de sleepvoetinjecteur in wintertarwe.
Insnijding van de sleepvoetinjecteur in wintertarwe. - Foto: Pibo Campus

Dosering

Om de dosis drijfmest te bepalen dient er eerst naar de wetgeving gekeken te worden. Deze zegt dat bij niet derogatie er 170 eenheden stikstof uit dierlijke mest per hectare (E Ndier/ha) mogen toegediend worden. Heb je derogatie, dan komt dit op 200 E Ndier/ha. Let wel op, bij dit laatste moet er voor 31 mei 2/3de van de dosering zijn toegediend of 130 E Ndier/ha.

Voor de invulling van de bemestingsnorm zijn er verschillende opties. Er kan bijvoorbeeld half februari/begin maart de volle pot toegediend worden. Of er kan voor gekozen worden om dit op te splitsen door in het voorjaar een deeltje te geven en op het einde van de zomer op de graanstoppel nog een deel.

Veel voorkomend in de praktijk is dat er 130 E Ndier/ha wordt toegediend.

Om de dosis drijfmest te berekenen is het uiteraard goed om vanaf een mestanalyse te starten. Is deze analyse er niet, dan kan met forfaitaire waarden gerekend worden. Weet ook dat vloeibare dierlijke mest aanzien wordt als 60% werkzaam.

Sander Smets presenteerde tijdens het online uitwisselingsmoment een rekenmodel waarbij werd uitgekomen op een dosering van afgerond 20 m3/ha. Deze gift blijkt ook mooi verdeeld te kunnen worden in de sleuven die de mestinjecteurs maken op het tarweland. Proefondervindelijk hebben ze vastgesteld dat een dosering van 30 m3/ha zorgt voor sleuven die overlopen.

50-30-20

Het rekenvoorbeeld leerde ons nog dat er afgerond dus 80 eenheden werkzame stikstof per hectare (E Nwz/ha) zijn toegediend uit drijfmest. Dan is de volgende vraag: wanneer komt de stikstof vrij en hoe kunnen minerale fracties herverdeeld worden?

Een eerste parameter hierbij is het tijdstip waarop de drijfmest wordt gegeven en uiteraard de weersomstandigheden.

De drijfmest kan voor of tijdens de eerste fractie gegeven worden. Dan wordt verwezen naar de ’50-30-20’-regel van de Bodemkundige dienst. Deze stelt dat 50% van de werkzame stikstof vrijkomt in de eerste fractie, 30% in de tweede en 20% in de derde.

Weersomstandigheden kunnen ervoor zorgen dat de percelen eind februari/begin maart niet berijdbaar zijn voor een drijfmestgift, maar bv. wel voor een kunstmesttoediening of de landbouwer kan hiervoor kiezen. Weet dat uw dosering kunstmest volledig telt als 100% werkzame stikstof.

Wie zich niet comfortabel voelt bij het opstellen bij het bemestingsplan en de berekening van de mestfracties, kan begeleiding vinden bij B3W.

Bodemdruk

Bodemdruk is één van de items waar het snelst over gesproken wordt als we het hebben over de techniek van drijfmesttoediening op wintertarwe. Hier hebben ze aan de Pibo Campus in Tongeren al meerdere jaren ervaring mee. Een loonwerker komt voor hen met een vierwielige Vredo zelfrijder met sleepvoetbemester drijfmest uitrijden. Door de hondengangbesturing lopen de 4 wielen naast elkaar en is er een rijspoor van zo’n 4m breed bereden.

Visueel valt het makkelijk enkele weken te zien waar de machine over het tarweveld reed. In het rijspoor valt een verdichting in de eerste 10 cm te zien, maar dit kan heel makkelijk na de teelt met de ploeg weggewerkt worden. Zes weken na toediening was er visueel niet meer te zien waar de mestinjecteur gereden had.

In 2019 behaalde de Pibo Campus proefopbrengsten die aantonen dat het toedienen van drijfmest in het voorjaar op tarwe zeker niet voor een minopbrengst zorgde. Zelfs lichtelijk meer dan het proefobject dat enkel met kunstmest bemest werd tot aan het advies. Weet ook dat de tarwe in de bandensporen werd meegenomen in de opbrengstberekening. Schade door de berijding komt dus zeker niet tot uiting in de opbrengstresultaten.

B3W had over de techniek enkele praktijkervaringen verzameld.
B3W had over de techniek enkele praktijkervaringen verzameld. - Beeld: B3W

Praktijkervaringen

B3W had voor het uitwisselingsmoment enkele praktijkervaringen bij landbouwers-loonwerkers verzameld. Deze werden via video’s gepresenteerd aan de geïnteresseerden.

Tony Hermans heeft een gemengd bedrijf in Beverst, een deelgemeente van Bilzen, en heeft naast vleeskoeien en varkens nog een aanzienlijk akkerbouwareaal (wintertarwe, gerst, maïs, cichorei) vooral op nattere leemgronden. Met de techniek van drijfmest op tarwe heeft hij al enige ervaring en hij heeft sinds vorig jaar zelf geïnvesteerd in de nodige mechanisatie, namelijk een 2-assige ton met sleufkouterinjecteur. Deze oefent maar een beperkte druk uit op de jonge tarweplanten, waardoor Tony geen schade aan het gewas vaststelde. Het groot voordeel voor hem is dat er meer mestafzetruimte binnen het eigen bedrijf wordt gecreëerd en dat er minder dure kunstmest moet gekocht worden.

Geert Pollenus is akkerbouwer in Gingelom (droog Haspengouw) en kwam zo’n 10 jaar terug de techniek tegen. Hoewel hij er aanvankelijk sceptisch tegenover stond, is hij nu helemaal fan. De loonwerker komt met een vierwielige zelfrijder in hondengang over zijn wintertarwe drijfmest uitrijden. De sleufkouterinjecteur geeft een lichte insnijding in het gewas. Geert zijn ervaring is dat het gewas hier zeer zeker van hersteld en dat je geen 5 % plantuitval kent. Als nadeel noemt hij dat het in heel droge of natte omstandigheden moeilijk te voorspellen valt wat wanneer vrijkomt. Na een voorjaarsgift in de tarwe geeft hij na de oogst nog een kleine drijfmestgift in de stoppel. Dit is goed voor de ontwikkeling van de groenbemester en voor het volggewas. Met reststikstof in het najaar heeft hij bij een beredeneerde bemesting nog geen last gehad.

Loonbedrijf Vanvinckenroye uit Tongeren deed zijn inspiratie om te starten met de techniek op in Nederland en was onmiddellijk overtuigd. Toch hebben ze een moeilijke start gemaakt omdat de landbouwers twijfelden over deze techniek. Nu zien ze jaar na jaar een toenemende vraag. Veelal geeft de boer zelf een eerste kleine fractie kunstmest en wordt de loonwerker geroepen om na de verkleinde eerste fractie drijfmest over de tarwe te rijden. Vanvinckenroye beschikt hiervoor over een Vredo-zelfrijder met vier wielen die in hondengang kan rijden en over een bandendrukwisselsysteem. Voor het injecteren wordt ofwel de schijfkouterinjecteur die ook op grasland wordt gebruikt aangewend of de sleepvoetbemester. Het voordeel van deze laatste is zijn grote werkbreedte van 18 m. Zo moet er veel minder over het land gereden worden. De loonwerker noemt als groot pluspunt dat dezelfde tarweopbrengsten worden gehaald bij een lagere bemestingskost.

Samenvatting

Samenvattend kunnen we als voordelen noemen: een kostenbesparing, stikstof + mineralen worden aangebracht, meer dierlijke mest op de hoofdteelt dan op de stoppel, mestafzetruimte stijgt en emissies dalen door de schijfkouter/sleepvoetinjecteur.

Als nadelen wordt genoemd dat de bodem berijdbaar moet zijn. Het is niet op alle percelen toepasbaar, bv. niet op zeer natte gronden. Ook moeten de minerale fracties herberekend worden.

We kunnen nog meegeven dat de Mestbank heel enthousiast was over dit thematisch uitwisselingsmoment van B3W. De Mestbank staat achter de techniek, ze zien immers liever mest in het voorjaar op het land komen dan later op het jaar.

Tim Decoster

Lees ook in Akkerbouw

Duurzame bemesting van aardappelen

Aardappelen BELFertil en Belgapom bieden telers, teeltbegeleiders en adviseurs een gloednieuwe website aan rond duurzame bemesting van aardappelen. Je vindt er informatie en praktische tips om de efficiëntie van de bemesting te optimaliseren.
Meer artikelen bekijken