Startpagina Actueel

Vlaanderen gaat Nederland niet achterna, maar dossier rond stikstof is nu al heel gevoelig thema

Het is niet alleen in Nederland aan de orde, ook bij ons ligt het stikstofdossier op de tafel van de Vlaamse regering. Een bijzonder moeilijk en omstreden dossier, dat door de hele landbouwsector met argusogen wordt bekeken. De afbouw van de veestapel is nog niet aan de orde. “Dit dossier wordt één van de moeilijkste van deze legislatuur”, zegt landbouwminister Hilde Crevits.

Leestijd : 5 min

Nederlandse topambtenaren hebben in een nota met betrekking tot de stikstofproblematiek gesuggereerd dat de veestapel bij onze noorderburen met minstens 30 % zou moeten krimpen. “Vlaanderen zit met een soortgelijk stikstofprobleem, alleszins qua aard van het probleem”, aldus Ludwig Vandenhove, Vlaams parlementslid voor Vooruit, in de commissie Landbouw in het Vlaams parlement.

Verdere verduurzaming

In dat kader verwijst Emmily Talpe, Vlaams parlementslid voor Open VLD, naar een studie die werd opgemaakt door 2 landbouweconomen van de Universiteit van Wageningen in Nederland. “Ook bij ons in Vlaanderen wordt regelmatig in het licht van de ecologische verduurzaming de eis om de rundveestapel te halveren naar voren geschoven. Onder meer met het stikstofdebat werd dit nog prominenter op de politieke agenda geplaatst.”

Er wordt echter gewaarschuwd dat enkel de afbouw van de veestapel geen soelaas zal bieden. “Willen we de milieuproblemen echt oplossen, dan moeten we niet alleen naar de productie kijken, maar moeten we zeker ook onze consumptie aanpassen. Ze waarschuwen ook voor het waterbedeffect: knabbelen aan het aanbod in Nederland zal elders leiden tot compensatie als de vraag niet mee daalt”, aldus Emmily Talpe.

Volgens Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) zijn de voorstellen in Nederland nog te prematuur om de gevolgen ervan voor Vlaanderen in te schatten. “De specifieke kenmerken van de rundveesector in Nederland verschillen met deze in Vlaanderen, waardoor de analyse niet 1-op-1 kan worden gemaakt. Zo verschillen beide landen op het vlak van de evolutie van de ammoniakemissie en op het vlak van de emissieverdeling tussen de sectoren.”

In Nederland zijn zo de ammoniakemissies als gevolg van de afschaffing van het melkquotum weer gestegen tussen 2013 en 2017. Bij ons zijn de totale ammoniakemissies in die sector tussen 2000 en 2018 gedaald met 28 %. “Dat wil niet zeggen dat er geen taak meer is voor Vlaanderen, maar dat is toch een belangrijk verschil”, merkt Vlaams minister Hilde Crevits op.

In Nederland is de rundveesector met 55 % de grootste bron van ammoniakemissies. Bij ons is dat de varkenssector met 49 %, terwijl de rundveesector 41 % van de ammoniakemissies voor zijn rekening neemt. Dit heeft een impact op de effectiviteit van mogelijke maatregelen die zouden moeten worden genomen om de ammoniakemissies te reduceren.

Welke evolutie?

In Vlaanderen werd nog geen studie uitgevoerd over de socio-economische gevolgen van een afbouw van de veestapel. “Mijn administratie volgt de evolutie en de prognoses van de evolutie van de veestapel wel van heel nabij op. Zo is er in het kader van het convenant Enterische emissies een werkgroep die zich expliciet richt op de evolutie van de rundveehouderij”, zegt minister Crevits.

De oorzaak van of een trigger voor een evolutie in de veestapel beïnvloedt in sterke mate de socio-economische gevolgen ervan. Daarbij kunnen verschillende factoren en gebeurtenissen een effect hebben op de evolutie van de veestapel in Vlaanderen. “Het gaat om elementen zoals de evolutie op de internationale markt, handelsverdragen, waaronder Mercosur en brexit, ontwikkelingen in de retailmarkt en consumentenvoorkeuren, de dynamiek van de landbouwbedrijven... Daarbij is de afbouw of groei van de veestapel echter nooit een doel op zich, maar een gevolg van de economische of maatschappelijke context.”

Vlaamse eiwitstrategie

Belangrijk daarbij is ook de lancering van een Vlaamse eiwitstrategie. “De wondere wereld van de plantaardige eiwitten interesseert mij en wordt steeds bekender voor mij. Dit houdt zowel productie, keten als consumptie in en geeft ruimte aan alle eiwitbronnen, zowel dierlijke als plantaardige. We promoten diversificatie in eiwitconsumptie en alle eiwitbronnen hebben hierin hun plaats. Ik voel dat je meer ruimte voor plantaardige eiwitten kunt creëren als je ook duidelijk bent dat je niet het ene wil vergroten door het andere weg te smijten. Het is diversificatie die ons naar de toekomst zal leiden. We geven ook steevast de voorkeur aan lokale eiwitbronnen om een evenwichtig voedingspatroon in te vullen, en dit vanuit het oogpunt van economische duurzaamheid”, aldus minister Hilde Crevits. Maar dat houdt ook een gedragsverandering bij consumenten in.

Chris Steenwegen, Vlaams parlementslid voor Groen, merkt op dat de daling van de ammoniakemissies zich vooral situeerde tussen 2008 en 2013. “In de laatste 6 à 7 jaar is er ook geen daling meer in Vlaanderen. Laat ons toch proberen om correct te zijn en om het probleem niet onder tafel te vegen. Het is belangrijk om zo objectief mogelijk van de feiten te vertrekken en op basis daarvan het debat te voeren. Het probleem is er en we kunnen het niet wegtoveren.”

Aandacht voor grensregio

De Vlaamse regering liet intussen weten dat het niet akkoord gaat met het Mercosur-ontwerp. “Daarin wordt vlees geïmporteerd dat niet aan de voorwaarden voldoet die we onze eigen boeren opleggen.” Voor Groen gaat de groei of de daling van de veestapel niet om een economische of een maatschappelijke evolutie. “Het is vooral een bestuurlijke of regelgevende evolutie. De vleessector krijgt gemiddeld meer dan 80 % om te bestaan. Dat is geen economische werkelijkheid, maar een puur politieke beslissing om die steun te verlenen. Zonder die steun zou de sector totaal onleefbaar zijn. Ik ben niet tegen die steun, maar een andere sturing vanuit de overheid is aangewezen”, stelt Vlaams parlementslid Chris Steenwegen (Groen).

De grensregio tussen Vlaanderen en Nederland is een terecht aandachtspunt. “Uiteraard moeten we de impact van het beleid op onze grenzen ook in de gaten houden. Ik heb me al kwaad gemaakt. Ik probeer ook te zoeken naar reglementering om een aantal situaties die ik niet wenselijk vind, uit de wereld te helpen. Maar intra-Europees is dat niet evident. Ik erken de problematiek”, antwoordt minister Crevits.

Voor haar is de stikstofproblematiek een van de moeilijkste dossiers. “Er is nood aan rechtszekerheid en toekomstperspectief, zeker in de landbouw, maar in alle sectoren. Ik aanvaard niet dat we met de maatregelen die we nemen een hele sector in de dieperik rijden. Dat wil ik niet. Dat betekent niet dat we niet toekomstgericht moeten nadenken over hoe we sectoren moeten laten bloeien.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken