Startpagina Akkerbouw

CSA bij Ten Hoogen Elslande: “Als je de eerste jaren kan overbruggen, ben je vertrokken”

Enkele jaren nadat An Ghesquiere het gangbaar gemengd bedrijf overnam in 1995, kriebelde het om het net dat anders aan te pakken. Na wat wikken en wegen waagden An en haar partner Raoul de sprong om over te schakelen naar een biologische pluktuin. Ten Hoogen Elslande werd een bloeiend CSA-bedrijf. “Nadeel is dat we in ‘the middle of nowhere’ wonen, om echt goed rendabel te zijn willen we toch 30 gezinnen extra aantrekken”, vertelt landbouwster Ghesquiere. Het CSA-verdienmodel is duidelijk niet evident…

Leestijd : 8 min

H et gevoel voor het boerenleven hebben An Ghesquiere en haar man Raoul Dhondt duidelijk overgeërfd van de familie. Ten Hoogen Elslande is immers een gemengd landbouwbedrijf dat sinds 1707 generatie op generatie wordt doorgegeven in de familie Ghesquiere. En ook bij An klopt het spreekwoord ‘het bloed kruipt waar het niet gaan kan’ ook helemaal. Nu is Ten Hoogen Elslande een openbloeiend CSA-bedrijf. “In 1995 heb ik de gebouwen en een klein deeltje van de percelen overgenomen en dat verder uitgebouwd. Maar al die tijd bleef er een droom hangen: ik wou er iets meer mee doen! Wat ik ermee zou willen doen, was niet zo duidelijk… tot ik een tiental jaar terug voor het eerst over CSA ( Community Supported Agriculture ) hoorde. We twijfelden eerst omwille van onze ligging. We liggen niet dicht bij een stad, en dicht bij de Franse grens, echt op de boerenbuiten. Een CSA-bedrijf starten leek me niet evident. Een hoevewinkel wou ik ook niet starten, aangezien er al 2 in het dorp waren.”

Toen An toevallig in gesprek ging met CSA-bedrijf De Grenshoeve, was ze toch helemaal gewonnen voor het idee van CSA. Het koppel besloot in 2014 in het CSA-avontuur te stappen. Het dorpje Geluwe was een CSA-boerderij rijker. Hoewel Ten Hoogen Elslande zo’n 15 à 20 km verwijderd is van de steden Kortrijk, Ieper en Roeselare, gingen An en haar partner de uitdaging toch aan. “De percelen bestemd voor het CSA-bedrijf werden omgeschakeld naar bio.”

Reclame maken voor klantenbestand

Voor een rendabel CSA-bedrijf is natuurlijk een voldoende groot klantenbestand nodig. An en haar man gingen op pad om mensen warm te maken voor het concept, zodat ze oogst-aandelen zouden kopen. “Het concept was in het begin nog totaal onbekend. De eerste keer dat we aan het brede publiek onze plannen kenbaar maakten, was op de lokale kerstmarkt. Daar waren we heel blij, want er waren echt heel veel positieve reacties en zelfs al een paar inschrijvingen.”

Verdere promotie deden ze met krantenartikelen, flyers uitdelen in het dorp, infomomenten… “Toen we startten, hadden we al 18 gezinnen én een restaurant dat zich inschreef voor 12 oogst-aandelen.” Toch was het niet altijd evident, en vooral de ligging bleef hen parten spelen. “We merkten dat mensen wel interesse toonden, maar het niet zagen zitten om er ver voor te rijden en dan nog zelf te oogsten. In 2016 zijn we daarom gestart met aanbod van groentepakketten in een CSA-formule; een abonnement dus voor een volledig jaar.”

In het CSA-netwerk trachten de landbouwers wel de kosten te drukken door samenaankoop van materiaal of plantgoed.
In het CSA-netwerk trachten de landbouwers wel de kosten te drukken door samenaankoop van materiaal of plantgoed. - Foto: Ten Hoogen Elslande

Een komen en gaan van klanten

Het veel promotie voeren via verschillende kanalen, gebeurde met heel wisselend succes. “Op dit moment zijn er 80 gezinnen aangesloten. Het gaat om net geen 200 personen ingeschreven voor de zelfoogst, en wekelijks ongeveer 20 pakketten. “Er haken wel eens mensen af, maar er komen er bij zonder dat we nu nog veel promotie moeten maken. We merken dat CSA nu meer ingeburgerd is. Er hebben onlangs 3 mensen gericht gezocht naar CSA omdat familie dat ook deed, en die zijn nu bij ons aangesloten.”

In totaliteit zijn ze wel rendabel met het aantal klanten, maar An geeft aan dat de rendabiliteit soms kantje boordje is. “We hebben zeker geen wachtlijsten zoals de CSA-bedrijven rond Gent en andere steden. Moesten we nog zo’n 30 gezinnen kunnen aantrekken, zou dat mooi zijn.” Echt stevig promotie voeren doen ze toch niet echt meer, maar ze wil niet bij de pakken blijven zitten. “Flyeren in het dorp bleek niet echt te werken, en over de Franse grens reclame maken is ook een stap te ver. Er zijn zelfs nog steeds mensen in Geluwe die ondanks onze moeite ons bestaan niet kennen. Sociale media werkt voor ons beter en onze site is wel oké, en die wil ik ook wat professioneler aanpakken op korte termijn. Wat ik wel echt heb onderschat is dat administratieve luik: je moet veel tijd maken voor klantenbinding, marketing… Ik werk liever in de serre dan dat ik achter de computer zit. Ik probeer wel mensen met vragen zo goed mogelijk verder te helpen.”

In totaliteit is Ten Hoogen Elslande wel rendabel met het aantal klanten, maar soms is het kantje boordje.
In totaliteit is Ten Hoogen Elslande wel rendabel met het aantal klanten, maar soms is het kantje boordje. - Foto: Ten Hoogen Elslande

Elke CSA-boer moet budget hebben voor investeringen

Omdat An en haar man een bestaand bedrijf overnamen, hadden ze al wel wat materiaal ter beschikking. Ze hadden voldoende grond, er was een schuur en voldoende werkmateriaal. Zowel An als haar man werkten bij het ILVO, en hierdoor was het financiële risico dus niet zo groot. In 2015 hebben ze slechts een paar investeringen gedaan. Ze plaatsten een waterreservoir en 2 tunnelserres.

Door het groeiend ledenaantal beslisten ze toch enkele zwaardere investeringen te doen. Ze kochten een nieuwe tractor, extra materiaal, koelcellen, 6 extra serres, enzovoort. “We kozen bewust voor nieuw tractormateriaal, en geen tweedehands materiaal omdat dit toch wat meer comfort en zekerheid biedt. En de koelcellen geven een meerwaarde op ons bedrijf omdat we zo wintergroenten langer kunnen bewaren en tot lang in het voorjaar wintergroenten kunnen aanbieden. Op een webinar van het CSA-netwerk werd er gesteld dat elke CSA-boer voldoende budget zou moeten hebben voor degelijk materiaal en een schuur. Voor velen is dat nieuw materiaal niet haalbaar; zij kopen eerder tweedehands.”

Kosten balanceren

Ieder maakt natuurlijk zijn eigen keuze, stelt ze: “Onze investeringskosten zijn in vergelijking met anderen misschien wat hoger. We kozen voor hogere afschrijvingen en een lager loon, maar we hebben ook wel meer comfort. Sinds dit jaar hebben we ook iemand halftijds aangenomen. Anderen hebben dan weer minder investeringskosten en een iets hoger loon.” Ze geeft aan dat arbeid de grootste kosten zijn, en niet het plantgoed. Het halftijds werk voor het ILVO zal ze uit financiële redenen niet gemakkelijk opgeven. “Daarnaast vind ik het belangrijk om zo voeling te hebben met het onderzoek.”

In het CSA-netwerk trachten de landbouwers wel de kosten te drukken door samenaankoop van materiaal of plantgoed. Toch denkt An ook hier goed over na, aangezien door hun ligging samenaankoop niet altijd financieel voordeel levert. “Soms is het goedkoper om iets apart te bestellen en te laten leveren.”

Wat ze ook een meerwaarde vindt, is het CSA-forum en het WhatsApp groepje met bioboeren van de West-hoek. “Als ik een probleem heb, of ik heb iets nodig, krijg ik altijd via deze kanalen antwoord en dat helpt me wel.”

Fair loon verkrijgen

CSA wordt vaak beschreven als een manier om in samenspraak met een gemeenschap een eerlijk loon te krijgen. An: “Je hebt enerzijds de voorafbetaling waardoor je weet hoeveel geld er binnenkomt en anderzijds wordt het landbouwrisico gedeeld. Maar uit onze ervaring kan ik zeggen dat het zeker niet evident is.”

Vorige winter werd binnen het CSA-netwerk bijeenkomsten – door corona webinars – geregeld over de prijszetting omdat bij de prijsberekening heel wat factoren meespelen. Ook andere zaken komen binnen het netwerk regelmatig aan bod, zoals werk-privé balans, zelfzorg… “Ik ben blij dat ook hier aandacht aan wordt geschonken, maar zeker de prijszetting is belangrijk. Bij de start van ons bedrijf hebben we voor de prijszetting gekeken naar wat onze collega's in de buurt doen. We hebben gewoon die prijs overgenomen in het begin. Willen we prijsstijgingen, dan wordt dat altijd met de deelnemers van het CSA-netwerk besproken. Elke winter hebben we een ledenvergadering, en daar wordt het financieel plaatje van ons bedrijf overlopen en wordt ook de prijs voor het volgende jaar vastgelegd.”

Die prijs bepaalt dan ook voor een deel het loon van An en haar man. An: “Landbouwers met een CSA die al even bestaat met een vast aantal deelnemers, kunnen op voorhand hun loon vrij goed vastleggen. Wij daarentegen zijn een groeiend bedrijf en werken met een prognose van het aantal deelnemers. Dan is het niet gemakkelijk om een loon voor jezelf voorop te stellen.”

“Oei, dat is duur”

Om een goede rendabiliteit te verzekeren, willen An en haar man nog klanten aantrekken. Ondanks de vele enthousiaste reacties op het bedrijf, komt er vaak commentaar over de prijs. “Veel mensen vinden het duur. Ik niet. En ik moet zeggen dat het altijd een extra inspanning vergt om onze prijs te moeten verdedigen. In onze maatschappij is het heel normaal om een sportabonnement te kopen voor 200 euro of voor een reis 1.000 euro neer te tellen. Echter, als wij 300 euro vragen voor een heel jaar gezonde voeding voor 1 volwassene, vinden velen dat te duur. Ik heb ooit tegen iemand gezegd: ‘Besef je dat als je dat omrekent per dag, je voor de prijs die een tiener betaalt nog niet 1 pistolet bij de bakker kan kopen?’ Ik vind het jammer dat mensen zo prijzen afwegen en vergelijken met winkelprijzen.” Ze geeft aan dat het een moeilijk evenwicht is. “We zijn nog groeiende. Kunnen we dan prijsstijgingen doen zonder dat mensen afhaken? Zijn degenen die afhaken omwille van een beperkte prijsstijging het type klanten dat we willen? Moeilijke vragen als je nog klanten zoekt, hoor.”

Risico delen, of net niet?

Als klanten betalen voor het voedsel voor het hele jaar, een bedrag van 302 euro per volwassene in het geval van Ten Hoogen Elslande, delen ze ook in het risico voor als bijvoorbeeld een oogst mislukt. Toch merkt An bij zichzelf en collega-CSA’s een compensatiedrang. “Ik, maar ook vele anderen, voelen ergens een soort schuldgevoel als we iets niet kunnen leveren. We zijn zodanig betrokken met de klanten dat je je verplicht voelt om toch nog iets bij te zaaien of op een andere manier te compenseren. Dan maak je toch extra kosten, of werk je meer… zonder extra inkomen. Dat is eigenlijk niet de bedoeling.”

Om zeker iedereen voldoende te geven, teelt ze altijd extra groenten. Op het bedrijf staan er aardappelen, kruiden, bloemen, kleinfruit en bijna alles van groenten, behalve champignons en asperges. “Vanaf augustus kan je kiezen tussen 40-50 soorten. Als het seizoen opstart is het natuurlijk iets minder. We zetten altijd voldoende zodat zowel de klanten die plukken, als de klanten voor de groentepakketten genoeg keuze hebben. Iedereen kan plukken wat ze nodig hebben voor dagelijks gebruik, niet om in te vriezen. Niet iedereen neemt even veel mee, maar dat middelt zich uit. We controleren niet, maar er is wel een sociale controle, hé. Ja, het gebeurt wel eens dat we overschotten hebben, maar die kunnen we dan los verkopen voor extra inkomen.”

De C van CSA uitbouwen

Inkomen is voor An echter niet het enige belangrijke voor het CSA-bedrijf. “De C in CSA staat voor community : de gemeenschap. Die willen we verder uitbouwen. Daarvoor staan we ook.” Ze geeft aan meer voor de groep te willen organiseren, om zo een hechte groep klanten te creëren. “Mijn boerderij moet een belevenistuin worden, een rustpunt, een plaats waar mensen hun ik-moment beleven. Voor veel klanten is dat ook zo. Als ze me dat vertellen, geeft me dat echt een energieboost; je betekent meer dan alleen de productie van voedsel.”

CSA als verdienmodel is volgens An echt wel mogelijk. “In het begin moeten de mensen jou en het bedrijf leren kennen. Je moet die eerste jaren kunnen overbruggen, ook financieel. Daarnaast is CSA voor mij echt een meerwaarde in het leven; de appreciatie voor het werk dat je doet is onbetaalbaar.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

BioForum vraagt schadefonds voor pesticidendrift

Akkerbouw Bioboeren ondervinden volgens BioForum heel wat financiële schade van pesticidengebruik waar ze zelf niet verantwoordelijk voor zijn. De sectororganisatie voor de biologische landbouw en voeding roept op om hiervoor een schadefonds op te richten.
Meer artikelen bekijken