Startpagina Actueel

B3W houdt thematisch uitwisselingsmoment over het inwerken van groenbedekkers

Begin 2021 startte de Begeleidingsdienst voor Betere Bodem en Waterkwaliteit (B3W) op. B3W is een nieuwe begeleidings- en voorlichtingsdienst voor de Vlaamse land- en tuinbouwsector. Eind maart ging hun eerste activiteit digitaal door: een thematische uitwisselingsmoment over het inwerken van groenbedekkers.

Leestijd : 4 min

Een thematisch uitwisselingsmoment is een interactieve demonstratie van en uitleg over duurzame en innovatieve praktijken en technieken, bij een landbouw- of tuinbedrijf. Het bedrijf past de praktijk of techniek al toe en vormt dus de ideale casus. Het thema dat eind maart aan bod kwam, was het inwerken van groenbedekkers met het oog op een beter bodem- en nutriëntenbeheer.

Boodschap van de minister

Omdat dit de eerste activiteit op het terrein door B3W was, begon de digitale bijeenkomst met een boodschap van minister Zuhal Demir (N-VA) om de land- en tuinbouwers en B3W veel succes te wensen. “De nieuwe dienst B3W, zal een belangrijke rol spelen om samen met jullie en op een oplossingsgerichte manier goede praktijken met elkaar te delen om zo een betere waterkwaliteit en duurzamere vorm van landbouw in Vlaanderen te bekomen. En vooral dat woordje samen is echt wel cruciaal want alleen als we de handen in elkaar slaan, kunnen we de waterkwaliteit in Vlaanderen verbeteren.”

“We moeten echt tot gedragsverandering kunnen komen en daarvoor is draagvlak en betrokkenheid van iedereen in de sector essentieel en dan komen we ook tot het belang van opleidingen zoals deze die van vanavond.”

“Hoe kunnen we met ons allen die nutriëntenverliezen zo laag mogelijk houden en op welke manier kunnen we ook de bodem verbeteren? Door die vragen zo compleet mogelijk te beantwoorden met goede praktijken van ieder van jullie, kunnen jullie op jullie eigen gronden die technieken en praktijken opnemen die het mogelijk maken om de bemesting zo efficiënt mogelijk te maken en de bodem te verbeteren en dat toegespitst op jullie eigen dagdagelijkse landbouwpraktijken.”

Ervaringen van Stijn Dewulf met groenbedekkers

Landbouwer Stijn Dewulf uit Ledegem kwam zijn ervaringen met groenbedekkers delen. De uitleg van Stijn werd door de begeleider van B3W in een breder kader geplaatst. Stijn zaait na de hoofdteelt zo vlug mogelijk een groenbedekker in. Dat omdat hij de bodem constant wil bedekt houden. Daarvoor kiest hij een zo rijk mogelijk mengsel van groenbekkers. Het bedekt houden van de bodem is beter tegen erosie, houdt stikstof vast en draagt bij aan de opbouw van het koolstofgehalte.

Het koolstofgehalte is een heel belangrijke factor binnen de bodem. Die organische stof zal namelijk een voedingsbodem zijn voor het bodemleven, wat een goede verhouding tussen bodem, water en lucht zal bevorderen. Verder draagt organische stof bij tot een buffer voor voedingselementen waaronder water. Jaarlijks wordt ongeveer 1400 kg organische koolstof per hectare afgebroken. Via een goede groenbedekker van een bladrijk type zal een 500-tal kg effectief organische koolstof aangebracht worden en in het geval van een grasachtige tot een 1200-tal kg.

Soortenrijke mengsels hebben veel voordelen

Stijn kiest voor een soortrijk mengsel (soms 7 tot 8 soorten) van TerraLife . Dit omdat ieder type wel een gunstige eigenschap heeft. Zo zal een bladrammenas diep gaan wortelen en eventueel storende lagen doen openbreken en heeft vlas heeft een lange smalle wortel. Door beworteling op verschillende niveaus te hebben, is er verspreid over het bodemprofiel een impact op het bodemleven en worden storende lagen gebroken. Aandachtspunt bij een soortenrijk mengsel is wel het ontmengen van het zaad. Je vult de zaaimachine hiervoor best pas eens aangekomen op het veld en best per hectare.

Groenbedekkers zijn op Stijns bedrijf vooral afgesteld op de volgteelt. Is er een delicate volgteelt zoals ajuin, dan kiest hij voor een mengsel die weinig gewasresten nalaten na de winter. Types als facelia en alexandrijnse klaver vriezen makkelijk stuk en zijn vlot onder te werken in het voorjaar wat een voldoende fijn zaaibed mogelijk maakt. Veelal worden de groenbedekkers eerst geklepelmaaid gevolgd door een schijveneg al dan niet in combinatie met een gift dierlijke mest.

Laat, waar mogelijk, je oogstresten aan het oppervlak liggen

Als voor de volgteelt geen fijn zaaibed verreist is, blijven de resten van het vanggewas best zoveel mogelijk aan het oppervlak. Dat omdat het bodemleven daar het meest actief is. In die optiek maakte Stijn op zijn bedrijf ook de omslag naar het niet-kerend bewerken van de bodem. Stijn doet dat vooral om koolstof op te bouwen en zo op termijn minder meststof nodig te hebben.

Het opbouwen van koolstof door niet kerende bodembewerkingen wordt vooral bekomen door het verlagen van de afbraak. Door het minder intensief mengen van de bodem blijft de organische stof beter beschermd tegen afbraak. Ook is Stijn van mening dat ploegen zorgt voor een storende laag, de ploegzool. Het rijden in de ploegvoor met de tractor is gewoon nefast en je kan de bodem ook op een andere manier beluchten. Het niet-kerend de bodem bewerken is wel moeilijker, je moet meer naar de bodem gaan kijken. Dat terwijl je vroeger ploegde en een paar dagen later het zaaibed kon bereiden.

Voor meer info, zoals onder andere de presentatie, kan je terecht op www.b3w.vlaanderen.be/TUM1. Je kunt de info bekijken door in te loggen met je account. Iedereen kan een account aanmaken.

LV-B3W

Lees ook in Actueel

Landsbond Pluimvee vecht ministerieel besluit over kalkoenen aan

Pluimvee De Landsbond Pluimvee, de sectororganisatie voor pluimveehouders, heeft na overleg met de Vlaamse kalkoenenhouders, een verzoekschrift neergelegd bij de Raad van State tot vernietiging van het ministerieel besluit van 22 december 2023 van de Vlaamse regering tot vaststelling van de minimumvoorschriften voor de bescherming van kalkoenen.
Meer artikelen bekijken