Startpagina Actueel

Retailsector en consument zijn de grootste stimulans voor verdere groei in bio

“De drive om het hele bioverhaal op te krikken zal moeten komen van de consument én de retail.” Dat zei Vlaams parlementslid Bart Dochy in de commissie landbouw in een debat over de stand van de biosector in Vlaanderen. Vlaams minister Hilde Crevits wil zich niet laten vastpinnen op een streefcijfer. In 2023 wordt alvast een nieuw actieplan voor de biosector voorzien.

Leestijd : 5 min

De Europese commissie heeft een actieplan klaar om de biologische landbouwsector een duw in de rug te geven. Met een sterke focus op het stimuleren van de vraag naar bioproducten wil ze bewerkstelligen dat 25 % van alle Europese landbouwgrond tegen 2030 door biologische landbouwers wordt ingenomen.

Nationale strategieën

Europa verwacht echter niet dat alle lidstaten tegen 2030 25 % halen. Wel wil ze dat alle regeringen nationale strategieën met deadlines en doelstellingen uittekenen die ertoe bijdragen om het Europese streefcijfer te behalen. Bioboeren hebben niet enkel een hoger inkomen, ze zorgen ook voor meer biodiversiteit. Het plan, dat 23 maatregelen omvat, focust sterk op de vraagzijde.

Op vraag van Ludwig Vandenhove, Vlaams parlementslid voor Vooruit, werd recent in de commissie Landbouw in het Vlaams parlement een debat gehouden over de stand van bio in Vlaanderen. “We zijn nog veraf van die 25 %: momenteel is dat 8 % in Europa en slechts 1,4 % bij ons in Vlaanderen.” In 2022 loopt het huidige strategische plan voor de biologische landbouw af.

Ondanks die magere 1,4 % stelt Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) dat na 3 jaar werken met dat plan “de trend goed zit”. “We zien in de bioclusters veel interesse voor omschakeling. Ook meer praktijkcentra nemen bio op in hun praktijkonderzoek. In elke schakel van de bioketen boeken we vooruitgang. De grootste uitdaging blijft het behoud van het gelijke speelveld in de regelgeving.”

In 2023 komt er alvast een nieuw actieplan voor de biologische sector, dat zal inspelen op het Europees actieplan en het uitvoeringsplan ervan. “In overleg met de stakeholders wordt een traject uitgewerkt.” De kick-off is voorzien voor begin juni. Vandaag worden omschakelende landbouwers al ondersteund door verschillende financiële stimuli, onder meer 30 % via het VLIF.

Vlaanderen staat met 1,4 % bio-areaal nog veraf van de Europese doelstelling van 25 %. “Ik vind niet dat we moeten beogen te groeien naar onrealistische oppervlaktes. Een te vlugge groei zorgt voor prijsschokken. Maar ik wil wel dat het Vlaams strategisch plan voor biologische landbouw en het Europese actieplan goed bekijken hoe we vraag en aanbod op elkaar kunnen afstemmen. Daarom wil ik een groei die realistisch is, maar ook gepaard gaat met een hogere vraag naar bioproducten.” Op een streefcijfer wil Vlaams landbouwminister Hilde Crevits zich niet laten vastpinnen.

Geschikte arealen

Voor Chris Steenwegen, Vlaams parlementslid voor Groen, is de kloof tussen wat Europa voorstelt en Vlaanderen natuurlijk heel groot. “De vraag van de consument is groter dan wat wij eigenlijk via onze eigen landbouw kunnen aanbieden. Dat is toch een spijtige zaak. We stellen vast dat dit vaak vanuit het buitenland moet worden aangevoerd. Die shift van gangbaar naar bio zou nog verder mogen gaan. Ik pleit voor een sterke verschuiving van de middelen van gangbare naar biolandbouw.”

“Niet alle landbouwgronden zijn even geschikt”, vindt Arnout Coel, Vlaams parlementslid voor N-VA. “De ene zijn misschien wat meer geschikt voor intensievere landbouw en andere meer voor biolandbouw. We moeten die nuance maken, wat niet wegneemt dat Vlaanderen ook een rol te spelen heeft. Als er een markt voor is, als boeren er ook hun kost mee verdienen, dan zullen wellicht heel wat boeren graag bereid zijn om die weg in te slaan.”

Ook de biosector, bij monde van BioForum, is geen vragende partij om een streefcijfer opgelegd te krijgen. “Die 25 % is volgens die organisatie geen goede stimulans om te komen tot meer biolandbouw”, stelt Bart Dochy, Vlaams parlementslid voor CD&V en voorzitter van de commissie Landbouw. “Een alpenweide in Oostenrijk staat van nature veel dichter bij een biologische exploitatie dan een serre of een streek met intensieve groenteteelt in Vlaanderen. Het is een andere manier van omschakeling. Vandaar de relativiteit van dat cijfer.”

Vraag en aanbod

Bart Dochy wijst ook op vraag en aanbod. “In de voedingsketen staat de consument bovenaan en de producent onderaan. Producenten zijn vandaag prijsnemers, ze duwen onderaan de keten. Uiteindelijk bereikt men weinig resultaat door onderaan een keten te duwen, aangezien men niet vooruit geraakt. Er moet getrokken worden aan die keten, en dat gebeurt door consumenten en de retailsector.

Ik denk dan ook dat wanneer er duurzame perspectieven zijn voor betere prijzen voor biologische producten, de landbouwers echt wel gestimuleerd zullen worden om daarin mee te gaan. Die landbouwers zijn ook ondernemers, maar er is vandaag misschien nog wel wat koudwatervrees over de duurzaamheid van het prijsverschil tussen biologische en gangbaar.”

Te weinig productie

Als de Vlaams interne biomarkt wordt afgezonderd, dan is er vandaag te weinig productie. “Maar toch is het prijsverschil niet dermate groot dat het als een geloofwaardig en duurzaam verhaal voor de toekomst wordt beschouwd. We geloven allemaal in een biologische productie en in een geïntegreerde productie die de biologische dichter benadert. Alles krijgt een plaats in de markt, maar ik blijf ervan overtuigd dat de drive om de sector hierin mee te krijgen, vooral zal moeten komen van de consument en de retail”, aldus Bart Dochy.

Vlaanderen bekijkt in overleg met de stakeholders hoe de ambities kunnen worden versterkt. “Het is echter niet slim om blinde streefcijfers voorop te stellen waarbij enkel naar de aanbodzijde wordt gekeken”, zegt minister Crevits. “Het gaat niet alleen over omschakeling, maar ook over onderzoek en innovatie. Recent besliste ik om 300.000 euro projectondersteuning te doen. Ook voor de biosector is het nodig dat de boeren en de wetenschappelijke wereld de handen in elkaar slaan.”

De individuele boer wordt sterker ondersteund, onder meer via de hectaresteun voor bio. “Ik ben zeker bereid om te voorzien in voldoende middelen voor de ondersteuning van die boeren, maar dan moeten we goed weten wat er nodig is en hoe. Pleiten voor een shift en daarbij verwijzen naar een alpenweide zonder te bekijken wat de behoeften zijn, is ook vanuit marktwerking niet zo verstandig.”

Vraag stimuleren

Het stimuleren van de vraag en de rol van de consument zijn bijzondere aandachtspunten in het nieuwe strategisch plan. “Vandaar dat daar zowel in de Vlaamse voedselstrategie als in de eiwitstrategie specifieke aandacht voor is. De bijzondere situatie van bio is uiteraard relevant voor mij. Zo is er binnen het convenant Etherische emissies een specifieke werkgroep voor biolandbouw. We hebben dus ook voor de specifieke situatie van de landbouw verschillende beleidsdoelstellingen”, besluit minister Crevits. Wordt de komende weken en maanden ongetwijfeld vervolgd.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Milde melkaanvoer in Europa

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
Meer artikelen bekijken