Startpagina Actueel

Landbouwbarema inkomstenjaar 2020: Enkel stijging semibrutowinstcijfers voor vleesvee

Tussen de beroepsgroeperingen en de administratie van Financiën werd vorige week een akkoord bereikt over het landbouwbarema en het barema van de varkenshouders met betrekking tot de inkomsten van 2020. Het jaar 2020 was een minder goed jaar voor de landbouwsector.

Leestijd : 4 min

De opbrengsten per ha waren voor de meeste teelten onder het niveau van het jaar voordien en dit omwille van een zeer droge zomerperiode. De prijzen voor tarwe waren aanzienlijk beter, die voor aardappelen daarentegen (vrije markt) waren veel slechter.

De varkenssector kende na uitstekende prijzen in het voorjaar een enorme terugval, zodat 2020 opnieuw nauwelijks een positieve semibrutowinst (SBW) opleverde. Zowel zeugenhouders als vleesvarkenshouders ontvingen in 2020 gemiddeld zeer slechte prijzen.

Ook melkveehouders gingen erop achteruit ten gevolge van een sterk gedaalde melkprijs.

Bij de besprekingen van het landbouwforfait kwamen deze evoluties zeer duidelijk naar boven. Zowel de macro-economische cijfers van de officiële statistieken van de overheid als de resultaten van de enquêtes op de landbouwbedrijven en bij leveranciers en afnemers, gingen allen in dezelfde richting.

Dit betekent dat er enkel voor de vleesveehouderij een stijging van de semibrutowinstcijfers te noteren viel.

Akkerbouw: gemiddeld jaar

De akkerbouwers kenden een eerder gemiddeld jaar. Vooral de sterk gedaalde aardappelprijs had een enorme invloed op de rendabiliteit van de sector in 2020. Een goede prijs van de tarwe en de daling van energie- en meststoffenprijzen konden dit niet volledig compenseren.

Uiteindelijk werden de onderhandelingen afgesloten met een akkoord over de semibrutowinst die gemiddeld 3,2 % lager uitkomt.

Een beter jaar voor vleesvee

De prijzen in de vleesveehouderij, vooral voor de betere kwaliteit, waren duidelijk beter dan in 2019. De lichtjes gestegen voederprijzen en een daling van sommige andere kosten resulteerden in een semibrutowinststijging van 6 à 7 %.

Impact van lage melkprijs

De melkveehouderij kende een redelijke daling in 2020 ten gevolge van een duidelijk lagere melkprijs, maar grotere bedrijven krijgen een zwaardere progressie.

Voor de melkveehouders betekende 2020 een daling van de melkprijs met ruim 5 % en een lichte daling van de opbrengst van de reformkoeien en de kalveren. In combinatie met de gestegen melkproductie per koe en een hogere voederkost resulteerde dit in een daling van de semibrutowinst met iets meer dan 8 %. Het niveau van de coëfficiënten liters melk per ha – onder andere nodig om de fictieve ha melk te berekenen – bleef ongewijzigd.

De verhoging (progressie) van de semibrutowinst per ha voor grotere bedrijven daalt naar 3 euro/ha (in plaats van 4 euro/ha vorig jaar). Deze verhoging wordt vanaf dit jaar echter toegepast vanaf 35 ha (in plaats van 25 ha) en loopt door tot 115 ha (in plaats van 65 ha). Een melkveebedrijf met 115 ha melk zal dus voor zijn ha melk boven de 35 de semibrutowinst per ha zien verhogen met 240 euro. Vorig jaar was dit slechts 160 euro/ha (4 euro x 40 ha) voor de ha boven de 25.

Aftrekbare kosten

De individueel aftrekbare kosten blijven dezelfde (pacht, dierenartskosten, sociale bijdragen, intresten…). De lonen en loonwerken zijn aftrekbaar tot een maximum van 430 euro/ha. De uitzondering waarbij de ‘kosten voor het maaien van hooi’ niet aftrekbaar waren, werd geschrapt, waardoor deze nu wel kunnen afgetrokken worden. Kosten van bedrijfsaudits en analysekosten mogen gespreid worden over meerdere jaren. Ook werd bevestigd dat de verzekeringspremies die worden betaald in het kader van de brede weerverzekering individueel aftrekbaar zijn.

Varkenshouders boekten in 2020 een slecht resultaat

In de varkenshouderij werd een sterke daling van de biggen- en vleesvarkensprijs genoteerd in combinatie met een lichte stijging van de prijs van het krachtvoeder.

Dit resulteerde in een semibrutowinst van 30 euro per productieve zeug (240 euro semi-brutowinst in 2019) en 6 euro per verkocht vleesvarken (12 euro semibrutowinst in 2019).

Zeugenhouders met meer dan 25 volwassen biggen per zeug zullen een extra aantal zeugen moeten aangeven.

Voor varkenshouders op contract bleef de semibrutowinst van 9 euro per afgemest varken op hetzelfde niveau als vorig jaar.

3294-BAREM'S-JPG

Grote zeugen- en vleesvarkensbedrijven zwaarder belast

Vanaf dit jaar zal de semibrutowinst verhogen voor grotere varkensbedrijven. Meer concreet zullen bedrijven met meer dan 200 zeugen en/of 5.000 verkochte vleesvarkens een meerwinst moeten aangeven.

Voor zeugenhouders met meer dan 200 aan te geven zeugen zal de semi-brutowinst per zeug voor de zeugen >200 verhogen met 0,5 euro/zeug met een maximum meerwinst van 150 euro/zeug. Dit betekent dat een bedrijf met 300 zeugen een semibrutowinst per zeug van 30 euro zal aangeven voor de eerste 200 zeugen en 80 euro per zeug voor de laatste 100 zeugen.

Voor vleesvarkenshouders met meer dan 5.000 verkochte vleesvarkens zal de semibrutowinst per vleesvarken voor de vleesvarkens >5.000 verhogen met 0,002 euro per verkocht vleesvarken met een maximum meerwinst van 12 euro per vleesvarken. Dit betekent dat een bedrijf met 7.000 verkochte vleesvarkens een semi-brutowinst per vleesvarken van 6 euro zal aangeven voor de eerste 5.000 vleesvarkens en 10 euro per vleesvarken voor de laatste 2.000 vleesvarkens.

Grotere bedrijven zullen dus per zeug of per vleesvarken zwaarder worden belast dan in het verleden.

Verliezen door sterfte van varkens

De verliezen voor sterfte van varkens mogen gespreid afgetrokken worden over een periode van 2 jaar. Dit betekent dat niet afgetrokken verliezen van 2019 kunnen afgetrokken worden in de aangifte van het inkomstenjaar 2020.

Paul Van Der Schueren en Tine Mertens, DLV accountants

Lees ook in Actueel

Milde melkaanvoer in Europa

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
Meer artikelen bekijken